VIVA-journalis Fleur Meijer (36) schrijft over wat haar zoal bezighoudt.
Nee, mooi hoor, die Veluwe. Hartstikke leuk, zo met die bomen. En dan die uitgestrekte dorre grasvlakten erbij: het is alsof er godbetert elk moment een paar okapi’s uit tevoorschijn kunnen komen. Fijn ook om te weten dat ik abuis was wat betreft mijn nomen est omen-vooroordelen aangaande het Roompot-vakantiepark: geen gangbang te bekennen. Wel een midgetgolfbaan. Alwaar ik iedereen – mijzelf incluis – versteld deed staan door te winnen. Ik wil maar zeggen: groepsweekend geslaagd. Kostelijk vermaakt.
Alleen: dat vond ook een andere groep. Een groep Veluwse savannebewoners.
‘Ik heb er acht!’ opende een van de groepsweekendleden de eerste scène van, ik kan het niet anders omschrijven, de hiernavolgende tekenfilm.
Ja, dit was een woordgrap. En dit zal niet de enige woordgrap zijn. Het groepsweekendlid had acht teken. Acht. Vooral, zoals hij het zelf zei, ‘in z’n schaamstreek’. Ik vrees dat dit een eufemisme was voor ‘aan z’n zak’. Ze waren kleiner dan speldenknopjes, voegde hij eraan toe. Je moest dus verdomd goed kijken, anders zou je ze geheid missen. Na deze onthulling bleef het een nanoseconde stil. Daarna barstten de groepsweekendleden gezamenlijk los in – ook dit kan ik niet anders omschrijven – tekenyoga. Linkerarm omhoog. Rechterarm omhoog. Voelen. Kijken. Bukken. Linkervoet. Rechtervoet. Linkerbeen omhoog. Rechterbeen omhoog. En ondertussen riep iedereen door elkaar: ‘Is dit er een?! Kijk nou! Is dit er een of niet?!’
Ja. Het ene na het andere groepsweekendlid had een teek. Sommigen vier. Anderen vijf. De tekentangen werden verzameld, want Roompot denkt aan alles. Goed, misschien niet aan het reinigen van vloeren en matrassen, maar wel aan de teken die ons inmiddels behoorlijk in de tang hadden.
Als je deze woordgrap al om te gieren vond, dan had je er echt bij moeten zijn. Groepsweekendlid, nadat de laatste teek verwijderd was: ‘Take that!’ Groepsweekendlid, wild maaiend met de armen: ‘Help! Take on me!’ Groepsweekendlid met de
acht teken: ‘Nou, doe mij maar vast een wodka Lyme!’
‘Geef me een teken!’ verzuchtte nog een groepsweekendlid.
Toegegeven, die laatste was niet zo sterk. Dat was ik. Terwijl om me heen de teken lustig uit oksels, buiken en flanken werden getrokken, bleef ik maar zoeken, voelen, draaien en bukken. ‘Ik heb geen teek!’ riep ik.
‘Lekker toch?’ antwoordde een groepsweekendlid. ‘Ja, ik teken ervoor!’ riep een ander.
Ik lachte, maar vooral omdat ik die laatste wel een behoorlijk sterke woordgrap vond. Voor de rest zinde het me niets. Iedereen had een teek. Waarom zou uitgerekend ík geen teek hebben? De uren en dagen verstreken, de zon hing hoog boven de Veluwe. Nog steeds had ik geen teek. Jeuk, ja, dát had ik wel. Nachten lag ik te krabben en te woelen op het Roompot-matras. Mezelf kwellend met een geestige quiz in het donker: zijn het de muggen? Zijn het de teken? Of is het de huismijt?
Ik zal het nooit weten, vrees ik.
Tenzij ik een teken krijg.
Lees ook de column van Fleur van vorige week: ‘En ik zat nu met een Nederlands gastenboek in handen, een geluksmomentje.’
Fleur’s column komt uit VIVA nummer 31. De editie ligt t/m dinsdag 7 augustusin de winkel of kun je hieronder online bestellen.
»BESTEL VIVA ONLINE | KLIK HIER «
Het bericht Fleur Meijer: ‘Toegegeven, die laatste was niet zo sterk. Dat was ik.’ verscheen eerst op V!VA - Stoer, sprankelend, sexy.