VIVA-journalist Fleur Meijer (37) schrijft elke week over wat er haar zoal bezighoudt in het leven.
‘Op dinsdag in de kroeg zitten heeft iets onuitstaanbaar bohemiens, maar dat was vanavond niet aan de orde. Het was druk, dat wel, maar ik zag vooral lieden die er overweldigend doorsnee uitzagen. In een kakafonie van tamme gesprekjes nipten mannen aan colaatjes en zaten vrouwen massaal aan de ‘thee met plakjes aardappel’, zoals ik het laatst een oprecht onwetende hoorde noemen. Tja. Spelletjesavond. Krijg je dat.’
‘Nou nou. Dolle dinsdag hier,’ smaalde ik hardop. ‘Vergis je niet,’ zei vriendin en teamgenoot B. ‘Ze zijn hier echt blóédfanatiek. Sommigen hebben na een halfuur drie keer dat bord rond gespeeld.’
‘O wat irritant,’ zei ik. ‘Dat soort types trek ik echt niet. Ik ben zelf totáál niet competitief ingesteld. Daarom doe ik ook zelden spelletjes.’
‘Hoeft ook niet,’ zei B. ‘Als je maar snel bent.’
‘Niemand droeg een spatje make-up, terwijl ze dat echt verdomd goed konden gebruiken’
‘Ze vatte voor mij en de twee andere teamleden nog een keer de spelregels samen (omschrijf zo veel mogelijk woorden die op je kaartje staan binnen dertig seconden, je mag alleen geen letters of delen van het woord zelf noemen en je mag ze ook niet vertalen) toen drie meisjes bij ons aan tafel schoven. Hooguit twintig, met sluik blond en bruin haar in slecht uitgevoerde knotten. Geen van allen droegen ze een spatje make-up, terwijl ze dat echt verdomd goed konden gebruiken. Net als iemand die ze eens even goed in de kleding stak zeg, godallemachtig. Of was het de bedóéling dat ik de afgetobte schoolpleinmoekes van over twaalf jaar nu al in ze zag doorschemeren? Zo jong en nu al zo kleurloos. Mijn handen jeukten om ze eens flink….
‘Haaaaii, jullie zijn dus onze tegenstanders?’ werd er geschreeuwd. Goed. Gelúídloos waren ze in elk geval niet. Er werden handen uitgestoken en luidop gekwetterd dat ze elke week 30 seconds speelden. ‘Ja, superleuk spel toch? Best wel fanatiek, ja. Moet ook wel, je wilt toch winnen. Nou, als je een beetje algemene kennis hebt, kom je een heel eind. Maar goed, wij zijn ook heel snel. Dus pas maar op, wij gaan waarschijnlijk winnen, haha.’ Ik voelde hoe mijn mond zich in een minzaam standje krulde. ‘Dát zullen we nog weleens zien,’ snoof ik.
‘Dertig minuten lang krijste ik dingen als ‘Jeroen Pauw! PostNL! Donau!’
Ik keek vriendin B aan. ‘Wát?’ zei ik tegen haar opgetrokken wenkbrauw.
Het spel begon. O, en óf het spel begon.
Dertig minuten lang krijste ik dingen als ‘Jeroen Pauw! PostNL! Donau! Martina Navratilova! Nee, die is nog binnen de tijd! Nee nee, hallo, jullie zeiden net ‘Nederland’ terwijl het antwoord ‘Koninkrijk der Nederlanden’ was! En toen zei ik ook niks! Dit is niet eerlijk! Niks vier, we mogen er vijf vooruit!’
‘Joh, laat zitten,’ fluisterde B. ‘Maar dan staan we vóór!’ riep ik.
En terwijl team kleurloos éven niet keek, schoof ik de fiche nog een plek vooruit. Ik trok daarbij een plooirokmond. ‘Dat krijg je er nou van,’ siste ik naar B.
In de kroeg 30 seconds spelen. Op dinsdagavond. Nee. Ik moest dat maar nooit meer doen.
Fleurs column is afkomstig uit VIVA 17-2019. Deze editie ligt tot 30 april in de winkel. Je kunt de editie ook hieronder online bestellen.
»BESTEL VIVA ONLINE | KLIK HIER«
Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen en winacties? Schrijf je in voor de VIVA-nieuwsbrief.
Het bericht Fleur: ‘Was het de bedóéling dat ik de afgetobte schoolpleinmoekes al zag doorschemeren?’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.