Na een ruzie met haar ouders probeert Pauline van Putten (25) op haar negentiende het huis uit te sluipen via haar balkon. Dat gaat mis: ze valt twee verdiepingen naar beneden en loopt een dwarslaesie op. Tekst: Eline Doldersum | Foto: Joost Hoving ‘Uitgaan was op mijn negentiende mijn lust en mijn leven. In de weekenden was ik altijd op stap. Ik ging van festival naar technofeest naar een afterparty in de stad. Ik leefde ervoor. Op de avond van mijn ongeluk was ik ook van plan om naar een feestje te gaan, maar mijn ouders waren het daar niet mee eens. Ze wilden niet dat ik met de scooter zou vertrekken. Ik had al een wijntje op en het was bovendien al ver na middernacht. We kregen flinke ruzie. Uiteindelijk ben ik woedend naar mijn kamer gegaan en deed mijn moeder de voordeur op slot zodat ik niet weg kon. Ik was zó boos. Onze band was al lange tijd niet goed. Ik kon totaal niet met mijn ouders door één deur en we waren het vrijwel nooit met elkaar eens. Zo had ik mijn studie verruild voor een baan in de horeca, maar wilden mijn ouders dat ik terug zou gaan naar school. We hadden áltijd strijd. ‘Compleet in paniek belde mijn moeder een ambulance, terwijl mijn vader geschrokken naast mij neer knielde’ Zodra mijn ouders sliepen, besloot ik te ontsnappen via het balkon. We woonden in een rijtjeshuis en ik sliep op de bovenste verdieping. Ik turnde al jaren op hoog niveau, dus deze klim moest lukken. Ik knoopte mijn dekbed aan de spijlen van het balkon en liet mezelf langzaam zakken. Het ging goed. Totdat ik één hand losliet om verder te zakken. Het dekbed gleed uit mijn andere hand en ik viel twee verdiepingen naar beneden. Met een harde klap kwam ik in de voortuin terecht. Op mijn heup. De pijn die ik toen voelde, was onbeschrijflijk. Mijn ouders, wakker geworden door de klap, kwamen meteen naar buiten gerend. Compleet in paniek belde mijn moeder een ambulance, terwijl mijn vader geschrokken naast mij neer knielde. Voorzichtig probeerde ik overeind te komen, maar dat ging niet. Er zat totaal geen gevoel meer in mijn benen. Ik had geen idee wat er aan de hand was, maar wist wel dat het goed mis was.’ Duizend stukjes ‘In het ziekenhuis bleek inderdaad dat ik er slecht aan toe was. Een van mijn ruggenwervels was door de klap in duizend stukjes uit elkaar gespat. Ik kreeg pijnstillers en werd de volgende ochtend meteen geopereerd. Tijdens die operatie hebben ze stukjes bot weggehaald en een schroef geplaatst om mijn ruggenwervel te stabiliseren. Het ging allemaal zo snel dat ik me er niet veel van kan herinneren. Wat ik nog wel weet is dat er een chirurg aan het voeteneinde van mijn bed stond. Heel kalm vertelde hij mij dat de val een incomplete dwarslaesie had veroorzaakt waardoor de kans heel klein was dat ik ooit weer volledig zou kunnen lopen, rennen en turnen. Gek genoeg bleef ik op dat moment heel rustig. Ik geloofde het niet. Het enige wat ik dacht was: dan ken je mij nog niet! Ik was ervan overtuigd dat het wel weer goed zou komen. Als ik er maar hard genoeg voor zou werken. Voor mijn ouders kwam het bericht wel als een enorme klap. Ze vonden het ontzettend moeilijk, maar probeerden zich voor mij groot te houden. Vooral omdat ik er zo positief in stond. ‘Mijn onderbenen zijn volledig verlamd, maar in mijn bovenbenen zit nog gevoel. Artsen vertelden mij dat de eerste twee tot drie maanden cruciaal zijn’ Ik had hoop en haalde veel energie uit de bezoekjes van vriendinnen. Toen ik na drie weken ziekenhuis werd overgebracht naar het revalidatiecentrum, was dat voor mij ook totaal geen issue. Ik zag het eerder als een kans om mijn oude leven weer terug te krijgen. Bij een incomplete dwarslaesie is er nog kans op herstel. Mijn onderbenen zijn volledig verlamd, maar in mijn bovenbenen zit nog gevoel. Artsen vertelden mij dat de eerste twee tot drie maanden cruciaal zijn. In die periode kun je de meeste winst behalen. Dat gaf hoop. Het was mijn doel om het revalidatiecentrum lopend weer uit te gaan. Daar deed ik alles voor. Ik had fysiotherapie, ergotherapie, looptraining en krachttraining. Deed rek- en strekoefeningen en was dagelijks in de fitnessruimte te vinden. Langzaam leerde ik opnieuw staan en lopen. Dat ging als een speer. In het begin kon ik helemaal niets, maar na een paar weken kon ik al een paar minuten zelfstandig staan. Mede dankzij de steun van alle lieve mensen om me heen. Mijn ouders kwamen elke dag langs in het revalidatiecentrum, vriendinnen namen me mee de stad in, mijn neefjes maakten me aan het lachen tijdens de rolstoltraining en mijn oma nam bij elk bezoek haar zelfgemaakte champignonsoep mee. Dat allemaal gaf me energie om door te blijven gaan.’
Het bericht Pauline heeft een dwarslaesie: ‘In een split second was ik alles kwijt wat me dierbaar was’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.