Femke (31) ziet dingen die anderen niet zien. Jarenlang hield ze dat voor zichzelf, totdat ze bijna uit elkaar knapte en er wel iets mee móést. Nu helpt ze anderen om met die gave om te gaan. Tekst Marloes Berghege | Foto Dirk-Jan van Dijk ‘Als kind zag ik af en toe een man op de trap zitten. Meestal liep hij van boven naar beneden, ging dan zitten en keek mij vervolgens doordringend aan. Ik dacht er niet zo veel van. Ik zag de man wel vaker en dacht dat hij gewoon bij het huis hoorde. Pas toen ik er tijdens een gesprek met mijn moeder achter kwam dat zij de man niet zag, begon ik het raar te vinden. En werd ik er ook bang van. Mijn moeder, zelf niet paranormaal begaafd, reageerde kalm. Ze zei: ‘Je kunt de man ook wegsturen.’ Dus dat probeerde ik. Dan zei ik in gedachten tegen de man: ik wil niet dat je er bent, ga weg. Het hielp, de man ging weg en ik heb hem nooit meer gezien. Maar de waarnemingen bleven en ik werd niet minder bang. Gegil uit het trapgat, mensen die rondliepen bij mijn opa en oma thuis… Ik wist niet waarom, maar ondanks mijn angst voelde ik heel sterk dat wat ik zag belangrijk was, en dat ik het allemaal moest onthouden. Tegelijkertijd stopte ik het weg, vooral uit angst voor het oordeel van anderen. Ik realiseerde me maar al te goed dat niet iedereen zag wat ik zag, en ik wilde niet raar gevonden worden.’ Compleet uitgeput ‘Toen ik een jaar of twaalf was, zag ik een meisje op televisie vertellen over haar waarnemingen. Dit had ik ook! Het was een opluchting, want ik was dus niet gek en niet alleen. Er waren nog veel meer mensen die waarnemingen hadden en het had ook gewoon een naam: paranormaal. Toch was ik er ook daarna niet open over en bleef ik het onderdrukken, al las ik er wel wat boeken over. Het onderwerp voelde als een taboe en ik wilde normaal zijn. Dat ging zo een hele tijd goed en ik ging studeren. Maar onderdrukken kost veel energie en op een gegeven moment liep ik tegen de muur: ik raakte uitgeput. Eerst dacht de huisarts dat ik een burn-out had. Maar dat was het niet. Ik was uitgeput omdat ik vocht tegen mijn paranormaliteit. Ik ontkende een deel van mezelf en daar betaalde ik nu een prijs voor. Ik voelde me slecht. Het was alsof je een ballon onder water houdt: die wil op een gegeven moment ook omhoog. Er moest iets veranderen. Ik besloot dat ik de confrontatie wilde aangaan en mijn waarnemingen wilde onderzoeken. Stapje voor stapje stelde ik me meer open voor mijn gevoel en intuïtie. Mijn paranormaliteit uit zich namelijk niet alleen in het zien van overleden personen. Ik voel, zie, weet, hoor en ruik dingen die niet iedereen waarneemt. Ik voel het bijvoorbeeld als ik een ruimte binnenkom en er is ruzie geweest. Ook zwangerschappen in mijn omgeving zijn vaak geen verassing meer voor mij, en bij een concert in Zwitserland zag ik de orkestleden veranderen in wie ze waren in een vorig leven. De term ‘waarneming’ is voor mij een verzamelnaam voor al die vormen van paranormaliteit.’ Praten met overledenen ‘Met mijn gezondheid ging het niet goed. Ik bleek een vitamine B12-tekort te hebben. Dat moest met B12-injecties worden behandeld, dat voelde ik. Het was voor mij duidelijk, een diep weten. Ik snap dat andere mensen dat vaag vinden en niet snappen, maar voor mij voelt het hetzelfde als dat ik weet dat ik vandaag grijze sokken draag. Daar hoef ik nu niet naar te kijken, want ik heb ze vanochtend aangetrokken en de kleur gezien, dus ik weet het. Datzelfde gevoel had ik met die injecties. Ik wist gewoon dat ik die moest hebben om beter te worden. Ik besloot te luisteren naar mijn gevoel en erop aan te dringen. Dat was nog niet makkelijk. Na zeker tien artsen te hebben gezien, belandde ik uiteindelijk bij een arts die wel vitamine B12-injecties voorschreef.’
Het bericht Femke is paranormaal begaafd: ‘Ik voel, zie, weet, hoor en ruik dingen die niet iedereen waarneemt’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.