Vanaf deze week is hij te zien in ‘Groeten van Gerri’, een coronakomedie die hij maakte tijdens de lockdown. Frank Lammers (48) over dit project, zijn romantische kant én waarom de rol van Ferry – Undercover – Bouman zo dicht bij hem ligt.
Wie: Frank Lammers
Geboren: 10 april 1972 in Mierlo
Carrière: Frank studeerde in 1995 af aan de toneelschool in Amsterdam en had zijn grote doorbraak met de film Wilde mossels in 2000. Daarna ging het hard met zijn carrière. De afgelopen twintig jaar speelde hij in tientallen films, series en toneelstukken. Denk aan All stars, De dominee, Nachtrit, De bende van Oss, Michiel de Ruyter, J. Kessels, All you need is love en de musical Hij gelooft in mij. In 2017 maakte hij zijn regiedebuut met Of ik gek ben en Frank is het vaste gezicht van Jumbo. Vanaf 25 juni is zijn ‘coronafilm’ Groeten van Gerri te zien op Pathé Thuis. 6 september keert hij terug als drugsbaas Ferry Bouman in het tweede seizoen van de Netflix-serie Undercover én er is een Netflix-film over de beginjaren van Ferry in de maak: Ferry.
Relatiestatus: Is getrouwd met (kookboeken)schrijfster en columniste Eva Posthuma de Boer. Ze hebben een zoon (20) en een dochter (15).
Hoe is het idee voor Groeten van Gerri ontstaan?
‘Ik zou eigenlijk Undercover 3 gaan draaien en ik had een tour staan voor Marx, een monoloog van anderhalf uur. Fysiek en mentaal was ik helemaal opgepompt en ready to go voor Undercover, maar toen viel ineens alles weg. Ik ga niet zielig doen, want ik heb in elk geval nog een inkomen, maar ik miste de energie die ik uit mijn werk haal. Dus toen ben ik zelf iets gaan bedenken, samen met mijn vriend Michiel Stroink, die heel goed en snel kan schrijven. Ik werd gewezen op Den skyldige, een Deense film die helemaal draait om één man in een alarmcentrale. Wat is nú een situatie waarin iemand alleen thuis veel contact heeft met de buitenwereld, vroeg ik me af. En toen zag ik mijn dochter die thuisonderwijs kreeg. Voor zo’n docent is dat verschrikkelijk, al die ongeïnteresseerde leerlingen, en ik dacht: dat is het, met wie heeft zo’n man nog meer contact? Hij belt met zijn moeder, zijn broer, collega’s van school. Hij is eenzaam, dus heeft contact met een dame op een webcam. En iedereen komt digitaal bij hem binnen via FaceTime, Zoom, Teams of Skype.’
Een leraar die viraal gaat als hij per ongeluk in zijn onderbroek in beeld komt…
‘Klopt, op een gegeven moment staat Gerri iets te laat op en denkt hij: fuck it, ik trek geen broek aan, ik ben toch maar half in beeld. Maar dan vergeet hij na afloop zijn camera uit te zetten, gaat hij dansen, staat hij binnen vijf minuten op het internet en is hij tien minuten later wereldberoemd. Het grappige was dat alles wat wij verzonnen echt gebeurde. Mensen die vergaten hun camera uit te zetten, maar ook een lerares die in elkaar geslagen werd voor de ogen van de klas. We werden continu ingehaald door de werkelijkheid.’
Het moet heel bijzonder zijn geweest om zoiets te kunnen maken tijdens de coronatijd?
‘Zeker, en het leuke was dat iedereen die ik belde meteen wilde meewerken, ook al was er in eerste instantie geen budget. Via een telecombedrijf in Eindhoven kregen we apparatuur om online gesprekken op te kunnen nemen. Met één telefoontje had ik een appartement in Eindhoven, waar ik kon draaien. Zelfs de befaamde onderbroek is speciaal door een drukker gemaakt. Sommige scènes, zoals die met Fedja (van Huêt, red.), heb ik live via FaceTime gedaan. De scènes bij Gerri thuis hebben we met alleen een cameraman, geluidsman en lichtman gedraaid, op voldoende afstand natuurlijk. Ik was regisseur, acteur en setdresser, deed mijn eigen kleding, ruimde de boel op en zorgde ervoor dat iedereen te eten had.’
Merk je dat het werk inmiddels weer op gang komt?
‘Het is nog lastig, omdat die hele discussie gaande is of acteren een contactberoep is of niet. Ik kan daar kort over zijn: acteurs kunnen onmogelijk anderhalve meter uit elkaar blijven. Ze moeten dus óf besluiten dat we met z’n allen in quarantaine gaan van tevoren óf we moeten iets uitgebreider fysiek gecheckt worden. Ik denk dat je er met gezond verstand mee moet omgaan, dus thuisblijven als je je niet goed voelt. Maar verzekeraars doen moeilijk, dus echt beginnen kunnen we nog niet.’
In september start het tweede seizoen van Undercover. Die Ferry Bouman ligt jou wel, hè?
‘Dat personage, en dit is heel gevaarlijk om te zeggen, ligt redelijk dicht bij mezelf. Dat heeft met roots te maken, ik kan heel makkelijk, door naar die Brabantse taal te gaan, naar het personage schakelen. Ik zeg altijd: ‘Pas op of ik plak mijn haar achterover.’ Het is zo lekker om te doen, Ferry is lomp, maar hij is ook lief.’
Zit de kracht van dit personage in het feit dat hij niet alleen maar een slechterik is?
‘Dat denk ik wel, iedere bad guy is ook een good guy. Dat is een fout die veel acteurs maken: dan spelen ze alleen de bad guy, en dan ben je eigenlijk na vijf minuten wel uitgekeken. Ik heb best veel met criminelen gepraat in mijn leven, en wat opvalt is dat zij het altijd over eerlijkheid hebben. Dat is ook een beetje de sleutel tot deze rol: zolang je eerlijk bent tegen Ferry, heb je geen probleem, zelfs als er wel een probleem is. Als je eerlijk zegt dat je iets niet goed hebt gedaan, zegt hij: ‘Prima jongen, dan lossen wij dat toch op.’ Maar je moet niet tegen hem liegen, daar kan hij niet tegen…’
De serie wordt ‘on-Nederlands goed’ genoemd…
‘Het is officieel een Belgische productie. In Nederland was dit nooit gemaakt, veel te zwart. Wij kunnen nog veel van de Belgen leren, want ze durven meer, ze mogen meer, er is meer tijd en ook meer geld. Hier in Nederland hebben we een systeem dat niet helemaal deugt. Alles wat een randje heeft, wordt afgekeurd, terwijl ze in België juist van dat randje houden. Het gaat met Videoland de goede kant op, die hebben het wel aangedurfd met een serie als Mocro maffia, die ook heel zwart is. Maar het zijn nog steeds vooral de romkoms die worden gefinancierd door het Filmfonds, en dat is triest.’
Jij hebt een fantastische mix in je carrière. Ben je blij met hoe het loopt?
‘Ja, toen ik aan de Jumbo begon, wist ik dat de films Michiel de Ruyter en J. Kessels eraan kwamen. Die dingen lagen zo ver uit elkaar dat ik die Jumbo-reclames durfde te doen. Ik heb het gevoel dat ik nu carte blanche heb en daar heb ik hard voor gewerkt. Ik heb altijd goed nagedacht over mijn keuzes. Nu speel ik weer Ferry en Gerri, twee rollen die totaal niet op elkaar lijken. Je kunt geen sticker op mij plakken, daar waak ik voor.’
Tekst: Jill Waas | Foto’s: Lin Woldendorp
Met dank aan: De Kop van Oost
Dit is niet het volledige interview met Frank Lammers. Benieuwd naar het gehele interview? Dat kun je lezen in de nieuwste VIVA #26, die vanaf vandaag in de winkels ligt. Weet je dat je de nieuwste VIVA ook als losse editie heel makkelijk kunt bestellen via deze link?
Het bericht Frank Lammers: ‘Ik ben een zondagskind’ (uit het magazine) verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.