Journalist en reisblogger Liesbeth Rasker (32) woont in Amsterdam met poes Disco en schrijft elke week in VIVA over wat ze meemaakt.
Al zo lang als ik me kan herinneren kijk ik na een lange donkere winter reikhalzend naar de zomer uit, maar word ik ook bij voorbaat al zenuwachtig van de bijbehorende bikinidagen. Want net als veel te veel andere vrouwen heb ik er jarenlang een dagtaak aan gehad mezelf legio onnodige body issues aan te praten. Dat begon zo rond mijn vijftiende. Foto’s uit die tijd laten een mooie lange tengere tiener zien, maar dat is niet wat ik zag.
Er waren avonden dat ik niet naar een feestje ging omdat al m’n kleren ‘dik’ stonden.
Ik werd ouder en breder, de afkeer van mijn eigen lijf groeide mee. Voor de goede orde, ik ben nooit dik geweest, en heb altijd dun privilege gehad. Desalniettemin heb ik de helft van mijn leven gespendeerd aan het haten van mijn lichaam. Ik had niets te klagen, maar deed dat toch.
Neus te groot, buik te flubberig, billen te plat, bovenbenen te slap. Die gedachtes bleef ik voeden door vol afschuw naakt voor de spiegel te staan. Om te knijpen in m’n heupvet en te prikken in m’n buik. ‘Dit ziet er echt niet uit,’ zei ik dan hardop. Er waren avonden dat ik niet naar een feestje ging omdat al m’n kleren ‘dik’ stonden.
Tijdens seks was ik vooral bezig met het inhouden van m’n buik. Ik heb nog nooit met vrienden op het strand gelegen, omdat ik niet in bikini wil waar bekenden bij zijn. Terwijl, niemand ligt op het sterfbed te denken aan de vetrollen die er niet zijn geweest.
Lees ook:
Liesbeth Rasker: ‘Ik begrijp de samenwoondrift niet’
Baz Luhrmann schreef in het iconische nummer Everybody’s free de volgende levensles: ‘In twenty years you’ll look back at photos of yourself and recall in a way you can’t grasp now, how much possibility lay before you and how fabulous you really looked. You’re not as fat as you imagine.’
Terugkijkend naar die oude foto’s van dat kinderlijf dat ik toen al te veel vond, weet ik dat als het aan mij ligt het nooit goed genoeg zal zijn. En dat ben ik zat.
Als ik mezelf kan aanpraten mijn lijf niet mooi te vinden, moet het andersom ook kunnen.
Dus klopte ik aan bij een diëtist voor een alternatief voor de crashdiëten die ik mezelf al jaren opleg, en de vreetbuien die erop volgen. Met een trainer ging ik aan de slag om sterker te worden. De coronakilo’s gingen weg, wat overbleef is wat ik ben. Gezond, optisch slank, met rollen.
Op Instagram ben ik accounts gaan volgen die zachte vrouwenlichamen laten zien (SofieBuus, Camillalor, RoosterLisa, VivanHoorn, Feminist). Met clichématige teksten over dat elk lichaam er mag zijn, die ik dagelijks tegen mezelf herhaal, al weet ik best dat ik met mijn postuur makkelijk praten heb. Ik sta weer elke ochtend voor de spiegel, maar zeg nu hardop ‘damn, wat zie jij er goed uit’, en steeds vaker geloof ik dat.
Als ik mezelf kan aanpraten mijn lijf niet mooi te vinden, moet het andersom ook kunnen. Zestien jaar onzekerheid gaat niet zomaar weg. Maar hopelijk kijk ik binnenkort naar mezelf zoals ik anders pas over twintig jaar zou doen.
Deze column van Liesbeth Rasker komt uit VIVA-2020-37. Dit nummer ligt t/m 15 september in de winkel of kun je hier online bestellen.
»BESTEL VIVA ONLINE | KLIK HIER «
Beeld: Tom ten Seldam
Het bericht Liesbeth Rasker: ‘Er waren avonden dat ik niet naar een feestje ging omdat al m’n kleren ‘dik’ stonden’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.