Quantcast
Channel: Magazine Viva – V!VA – Niets te verbergen
Viewing all articles
Browse latest Browse all 2509

Wijnand Speelman: ‘Het is niet erg om een lulletje te zijn’

$
0
0

Als kind wilde hij dominee worden, omdat er dan naar hem geluisterd werd. Nu laat hij zijn stem horen als radio-dj bij 3FM, maar ook om zich hard te maken voor belangrijke dingen. Zo voert hij deze maand actie om stamceldonoren te werven. Waarom leg jij je ziel en zaligheid in het werven van stamceldonoren? ‘Vier jaar geleden kwam er een vriendengroep langs bij 3FM. Ik stelde me voor en vroeg wat voor werk ze deden. Een van de jongens, Dennis, antwoordde dat hij niet meer werkte, omdat hij leukemie had. Hij vertelde over de ziekte, wat dat met hem deed en het belang van stamceldonatie. Ik vroeg meteen: ‘Waarom heb ik daar nog nooit van gehoord?’ Het is zoiets simpels, maar je kunt er mensenlevens mee redden. Bij Dennis lukte dat niet, hij is helaas overleden. Maar hij heeft het vuur waarmee hij zich hardmaakte voor stamceldonatie wel op mij overgedragen. Daarom organiseer ik voor de tweede keer een actie op 3FM.’ Wanneer is de actie voor jou geslaagd? ‘Ik wil meer bekendheid genereren voor stamceldonatie. Veel mensen denken dat het eng is, maar stel nou dat je morgen wordt gebeld met de mededeling dat er iemand doodgaat tenzij jij komt helpen. Dan spring je toch meteen in de auto? Doneren doe je door middel van een bloedtransfusie, vergelijkbaar met het geven van bloed, maar de stamcellen kunnen ook direct uit je beenmerg worden gehaald. Dat gebeurt onder narcose, daar merk je niks van. Ik heb na de actie van vorig jaar veel mensen gesproken die stamceltransplantatie nodig hebben, dus ik hoop op veel nieuwe donoren.’ Voor 3FM Serious Request heb je veel reizen gemaakt met het Rode Kruis. Heb je je maatschappelijk bewustzijn van huis uit meegekregen? ‘Ik ben religieus opgevoed, met de gedachte dat je je naasten lief moet hebben zoals jezelf. Het geloof speelt inmiddels geen rol meer in mijn leven, maar het is een simpel gegeven dat de wereld er een stuk beter uitziet als iedereen z’n best doet om goed te doen voor een ander. Mijn reizen voor het Rode Kruis hebben dat gevoel versterkt, omdat je beseft hoe je het hebt getroffen. Ik ben opgegroeid met ouders die nog samen zijn, kon alles doen wat ik wilde. Als je ziet dat andere mensen helemaal niks hebben, zoals ik zag tijdens mijn reizen in Congo en Nigeria, dan realiseer je je dat je van geluk mag spreken met alles wat je hier hebt.’ Je wilde vroeger dominee worden. Hoe kom je daar als klein ventje op? ‘Elke zondag ging ik met mijn ouders, mijn oudere zus en mijn jongere broertje naar de kerk in Houten, waar we woonden. Veel teksten van de dominee zijn elke week hetzelfde, dus die leerde ik uit verveling uit mijn hoofd, maar ik dacht ook: die man heeft het mooi voor elkaar, iedereen luistert naar hem en sommige mensen halen er nog hoop uit ook. Dat leek me wel iets voor mij, misschien ook omdat het een soort houvast gaf. Op de basisschool ben ik erg gepest door jongens uit de buurt, dat was naar. Ik ben vaak achternagezeten, uitgescholden en geschopt door die gasten. In die tijd heb ik een angststoornis gekregen, waardoor ik nergens meer alleen naartoe durfde.’ Enig idee waarom ze jou moesten hebben? ‘Omdat ik een slungel was, een sukkel die hield van lezen en de Tweede Wereldoorlog. Ik was niet zo sportief, het type dat met gym als laatste werd gekozen. Als je dan ook nog iets jonger bent en geen stoere Nike-kleding draagt, dan val je snel buiten de boot. Mijn ouders deden er alles aan om me wat weerbaarder te maken, dus ze stuurden me met een ander jongetje naar judo. Maar als ik daar dan aangekleed en wel ready stond om de zaal in te gaan, bekroop me een soort angst: ik durf het niet. Dan rende ik terug de kleedkamer in en sjeesde terug naar huis. Mijn vader zat voor zijn werk bij een Amerikaans telecombedrijf veel in de Verenigde Staten en mijn moeder werkte in het ziekenhuis, dus dan wachtte ik in mijn eentje onder de werkbank in de schuur tot de oppas of iemand anders thuiskwam.’ Lees ook: Loek Peters: ‘Ik schaam me niet voor het feit dat ik een jankebal ben’ Hoe ben je van je angststoornis afgekomen? ‘In groep 7 hebben mijn ouders me naar een psycholoog gestuurd. Zij legde uit dat ik een politiemannetje in mijn hoofd had die zei: ‘Je kan het niet, je kan het niet, je kan het niet.’ Ik moest erkennen dat het politiemannetje er was en nadenken of het wel terecht was wat hij zei. Wat was nou het ergste dat er kon gebeuren? De psycholoog was best streng, maar ook heel goed. In de vijf jaar dat ik bij haar ben geweest, leerde ze me om mijn angsten onder ogen te zien en te relativeren. Daar ben ik heel dankbaar voor, want dat is de basis geweest voor wie ik nu ben. Het heeft me doen inzien dat ik oké ben en me daarnaast een bepaalde bewijsdrang gegeven; ik wilde laten zien dat ik er wél toe doe. En dat ik wél iets kan.’ Zoals dj worden bij de landelijke radio. Hoe kwam je op dat idee? ‘Ik had net dat hele traject met de psycholoog achter de rug toen ik een krantenwijk kreeg. Vijf dagen per week luisterde ik tijdens het rondbrengen naar de ochtendshow van Giel, die ook gewoon een sukkel was. Hij liet me inzien dat het niet erg is om een lulletje te zijn, want hij was geen stoere boy, maar mensen luisterden toch naar zijn verhalen. Hij nam me echt mee in zijn leven; ik weet nog precies waar ik was toen hij vertelde dat zijn vader was overleden. Dat vond ik zo intrigerend dat ik dacht: zo’n baan wil ik ook. Vanaf dat moment ben ik alles gaan doen om bij de radio te werken: stagelopen bij bedrijven die mediaproductie deden, voor internetstationnetjes werken, de producer van Giel mailen of ik koffie mocht zetten voor Giel. Zo kwam ik steeds een stapje dichterbij en nu werk ik alweer twaalf jaar bij 3FM.’ Heb je ooit het idee gehad dat je iets hebt gemist omdat je zo bezig was met het najagen van je radiocarrière? ‘Zeker. Op de middelbare school kreeg ik een vriendenkring die ik nog steeds heb. Die jongens zijn allemaal gaan studeren en werken nu op een advocatenkantoor, als acteur of hebben een eigen mediabedrijf. Als dj word je steeds beter en leer je elke dag wat bij, maar je gaat niet echt de diepte in met literatuur. Dat vind ik soms jammer, maar de radio heeft me ook op plekken gebracht waar ik anders nooit was geweest. We hebben in de goede oude tijd feesten meegemaakt met 3FM en de jongens van de platenindustrie, dat was ongekend. Ik liep daar rond als jong jochie en keek mijn ogen uit. Waar ben ik terechtgekomen? Het was echt seks, drugs en rock-’n-roll. Ik ben wel van het dingen uitproberen, dus ik heb heel wat nachten knetterstoned doorgehaald.’ Is die fase stilletjes voorbijgegaan sinds je kinderen hebt? ‘Ja, dat is de ontdekkingsreis van het leven. Op een gegeven moment ontdek je dat er ook nog andere dingen zijn die je wilt beleven. Mijn beste vriend Barend van Deelen, collega-dj bij Radio 538, was met veel dingen eerder dan ik – en nog steeds. Ik weet nog goed dat hij ging samenwonen. En dat hij vader werd. Dat waren elke keer momenten dat ik dacht: is dat ook iets voor mij? Voordat ik acht jaar geleden iets kreeg met Vera, had ik één serieuze relatie gehad. Daarna was ik heel lang vrijgezel, maar door Barend dacht ik: misschien is het toch wel weer leuk om iemand in mijn leven te hebben. Zo kom je elke keer in een nieuwe fase, wat helemaal niet erg is, want dat betekent dat je nieuwe avonturen aangaat.’

Het bericht Wijnand Speelman: ‘Het is niet erg om een lulletje te zijn’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 2509