Ze sliep niet. Nou ja, ze ging ’s avonds om een uur of zeven goedgehumeurd slapen, maar ze werd ook snel weer wakker. Om twaalf uur.
Of om drie uur ’s nachts. Dan kregen we haar wel weer in bed, maar niet voor lang. Want
’s ochtends stond ze om halfzes al vrolijk in haar ledikantje ‘hajoo’ en ‘houdoe’ naar ons te roepen. Soms deed ze dat zelfs al om half vijf. Nu ben ik een liefhebbende moeder en kan ik tegenwoordig prima tegen vroeg opstaan, maar dit werd me te gortig. Ik had ook gewoon werk, en deadlines, en een leven.
We probeerden alles. Een fles pap voor het slapengaan. Een nachtlampje. Met Janne op de arm rondlopen en opnoemen wie er allemaal sliepen. Alle kinderen van de crèche. ‘Tess?’ ‘Ja Janne, Tess slaapt nu ook. Althans, dat hoop ik voor haar ouders.’
Na een paar dagen spraken we de hulptroepen aan. Op internet was men keihard. Forum na forum las ik berichten van ouders die hun kind zichzelf in slaap lieten huilen. Die de dreumes zwijgend teruglegden in bed. Ik las een bericht van een moeder die tegen haar peuter ‘morgenochtend ben je de eerste’ zei, en dat vond ik heel erg grappig, maar ik dacht niet dat Janne daarin zou trappen.
Na een paar dagen spraken we de hulptroepen aan. Op internet was men keihard. Forum na forum las ik berichten van ouders die hun kind zichzelf in slaap lieten huilen. Die de dreumes zwijgend teruglegden in bed. Ik las een bericht van een moeder die tegen haar peuter ‘morgenochtend ben je de eerste’ zei, en dat vond ik heel erg grappig, maar ik dacht niet dat Janne daarin zou trappen.
Voor sommige kinderen werkt zo’n aanpak. Dat is altijd het probleem met advies: iedereen vertelt wat bij hén werkte, en presenteert dat als een waarheid. Maar een kind is geen robot. Waar bij de een streng optreden bittere noodzaak is, werkt het bij de ander averechts. Ook al weten we heus wel dat een kind geen machine is, we gaan toch altijd op zoek naar een oplossing voor het probleem. Terwijl een oplossing misschien geen goed streven is. Je moet op zoek naar een werkbare situatie voor zowel de ouders en het kind. Dat is wellicht het hoogst haalbare. Omdat de oplossing voor het probleem over vier weken alweer achterhaald kan zijn.
Een kind verandert zo snel. We kochten een warmere slaapzak. En verder hielden we ons aan het beste advies: het is een fase. Het kan aan van alles liggen. En het kan ook vanzelf weer overgaan. De eerste ochtend dat we haar om kwart voor zeven nog altijd niet hoorden, dachten we dat ze dood was. Maar het bleek een fase. En die was voorbij. Voor zolang het duurt.
Nynke de Jong (32) is journalist en schrijfster. En moeder van Janne (1).
Meer Blog

Wil je niets meer missen van VIVA? Neem een abonnement. Profiteer nú van onze speciale aanbieding: 10 nummers voor slechts €10.
Het bericht Column Nynke: ‘Morgenochtend ben je de eerste.’ Heel grappig maar daar trapt mijn kind niet in’ verscheen eerst op V!VA - Stoer, sprankelend, sexy.