Dat half Nederland over hem heen viel vanwege zijn nummer Kind van de duivel, zal Tim Kimman alias Jebroer een rotzorg zijn. Sowieso is hij voor de duvel niet bang: ‘Als ik dood ben, wil ik naar de hel.’ Tekst Milou Deelen Foto’s Maaike van Haaster Binnenkort komt je nieuwe single uit, Malu met Gers Pardoel. Waar gaat het nummer over? ‘Het is een ode aan Malu, de zus van mijn vriendin. Malu heeft het syndroom van Down, en bij alles wat ik doe in mijn leven, denk ik aan haar. Als het zou kunnen, zou ik met haar ruilen. Ik wil altijd maar méér, méér, méér, terwijl zij blij is met de kleine dingen in het leven. Als ik haar voor kerst een shampoo van Rituals cadeau geef, huilt ze van geluk. Toen ik het nummer liet horen aan de moeder en broer van Malu, bedankten ze me door hun tranen heen. Ik vind het zelf ook bijzonder – het is heel anders dan de andere muziek die ik maak.’ Anders dus dan je hit Kind van de duivel. Hoe kijk je terug op de ophef die dat nummer veroorzaakte? ‘Ik kwam heel veel in het nieuws, dus ik ben die gelovigen eigenlijk wel dankbaar. Bij mijn shows staan ze met bijbelbussen flyers uit te delen, waarop staat dat mensen moeten oppassen voor mij. Daar lach ik om. Een vrouw die naast haar man stond, zei zelfs tegen mij: ‘Jezus is de enige man die je moet vertrouwen.’ Dat vind ik echt heftig en ik vroeg haar wie die man naast haar dan was. Ik maak ten volste gebruik van mijn vrijheid van meningsuiting, maar het is nooit mijn bedoeling geweest mensen te kwetsen.’ Was het nummer Engeltje een tegenreactie op al die ophef? ‘Ik had ook kunnen zeggen: fack jullie allemaal, maar koos voor de tegenaanval. In de clip word ik door gelovigen gekidnapt, die mijn hoofd vastzetten en me beelden van Jezus en kerken laten zien, waarop mijn hoofd uit elkaar knapt. De boodschap: beter doen jullie allemaal rustig.’ Heb je ooit je excuses aangeboden? ‘Nee. Ik kan me voorstellen dat het niet leuk is als je je kind onder de douche ‘Ik ben een kind van de duivel’ hoort zingen als jij ’m geleerd hebt dat ie een kind van God is. Maar het is niet zo dat ik mensen probeer te overtuigen in de duivel te geloven. En trouwens, het nummer gaat ook helemaal niet over die kinderen, maar over mij.’ Je noemt jezelf een kind van de duivel? ‘Op mijn ene schouder staat een engeltje, op de andere een duiveltje – en dat schreeuwt altijd net iets harder. Die duivelse kant heb ik te vaak gevolgd; ik hou nou eenmaal van risico’s nemen.’ Zoals? ‘Ik was een probleemkind – ik werd van scholen afgetrapt, hing veel op straat en was een vechtersbaasje. Ik ben regelmatig in aanraking met de politie geweest wegens zware mishandeling. Om me heen zag ik veel mensen kapot gaan aan drank en drugs. Toen dacht ik: dat wil ik niet. Wat dat betreft ben ik net een soort spons: ik absorbeer en leer van de dingen die ik om me heen zie. Praten over mijn gevoelens deed ik niet. Wel begon ik ze op te schrijven, en dat op mijn computer op te nemen. Door muziek van rappers zoals Tupac voelde ik me begrepen.’ In je muziek is de dood een terugkerend thema. Ben je daar in je persoonlijke leven al mee bezig? ‘Ik denk veel na over mijn eigen begrafenis. Vanmiddag hoorde ik het nummer I see fire van Ed Sheeran op de radio en zei ik nog tegen mijn vriendin: ‘Dat nummer wil ik op mijn begrafenis.’ Als ik morgen doodga, wil ik dat mensen mijn leven vieren, ik heb het hier goed gehad. Ik wil ook dat Kind van de duivel wordt gedraaid, het nummer staat voor mij voor het vieren van het leven. Bang voor de dood ben ik niet. De enige reden waarom ik nu niet zou willen doodgaan, is omdat ik mijn kinderen wil zien opgroeien.’
Het bericht Jebroer: ‘Als ik morgen doodga, wil ik dat mensen mijn leven vieren’ verscheen eerst op V!VA - Stoer, sprankelend, sexy.