Hij is blij dat zijn reisseries over China een succes zijn. Maar met de bekendheid die daarbij hoort, heeft Ruben Terlou helemaal niks. ‘Mensen doen alsof ik buitengewoon ben, wat niet zo is.’ Tekst Fleur Baxmeier | Foto Maaike van Haaster Waar komt je fascinatie voor China vandaan? ‘Na het vwo besloot ik om niet meteen te gaan studeren. Ik wilde de wereld zien en werken als fotograaf, omdat fotograferen een van mijn passies is. Waar veel andere scholieren een jaartje naar Australië gaan, koos ik voor China. Dat was een land in opkomst waar weinig westerlingen woonden. Het leek mij een goed idee om me daar te vestigen. De échte fascinatie kwam pas toen ik er was. Het land verandert zo snel, er gebeurt zo veel. Vijftien jaar geleden was het nog een arm land met slechte wegen, nu zijn er overal hogesnelheidstreinen en is alles superpunctueel. Ik ben enorm met China vergroeid geraakt. Er is zó veel over te vertellen.’ Welk verhaal vertel je in je nieuwe docureeks? ‘Deze serie gaat niet per se over China, maar over hoe mensen samenleven. Over hoe ze elkaar liefhebben, dat soms niet kunnen en waar dat dan misgaat. Anders dan in eerdere reeksen volgen we dit keer geen geografische lijn, maar zijn we langer op één plek gebleven. Ik denk dat de mooiste verhalen ontstaan als je mensen leert kennen, omdat er dan vertrouwen groeit. Dat is soms heel mooi gelukt. Ik ben bijvoorbeeld heel blij met de aflevering waarvoor we hebben gefilmd op een internaat met probleemkinderen. Het is bijzonder wat er ontstaat als je echt opgaat in een situatie. Hoe goed je die kinderen leert kennen en wat ze allemaal met mij wilden delen.’ De serie heet Chinese dromen. Waar droom jij zelf van? ‘Van wat ik nu doe. Na twee jaar in het Chinese Kunming ben ik rond mijn 19e teruggekomen naar Nederland en geneeskunde gaan studeren. Na m’n afstuderen ging ik werken in het AMC, waar ik onderzoek deed naar leukemie. Ik was goed in wat ik deed en als ik daarmee was doorgegaan, had ik als specialist in het ziekenhuis mensen kunnen helpen. Rationeel waren er alleen maar redenen om dat te doen. Maar elke keer als ik het ziekenhuis uit liep, viel er een last van me af. Het werk paste alleen bij m’n hoofd, niet bij m’n hart. Ik wilde vrijheid voelen, de wereld in om te maken wat ik mooi vind, wat inhoud heeft en belangrijk is om te delen. Daar krijg ik nu alle ruimte voor.’ Wat vond je omgeving van je radicale carrièreswitch? ‘Mijn vader heeft altijd gezegd dat ik moet doen waarin ik geloof, mijn moeder is het daarmee eens. Het zijn heel ruimdenkende mensen, misschien ook door het leven dat ze zelf leiden. Mijn vader is psycholoog en werkte vroeger veel in conflictgebieden in Afrika en Latijns-Amerika, waar hij programma’s voor traumaverwerking opzette. Mijn oudere zussen, broer en ik bleven thuis in Utrecht bij m’n moeder, die werkte als kleuterleidster. We misten m’n vader wel, maar het was ook gewoon zoals het was. Ik herinner me m’n jeugd als warm en gezellig. Er was verbazingwekkend weinig ruzie. Als jongste kreeg ik altijd alle aandacht, hooguit moest ik wat vaker de afwas doen. Dat vond ik soms oneerlijk, maar als dat het ergste is?’ Je oogt als een studiebol. Ben je dat ook? ‘Nee, ik had juist de pest aan school. Ik was gauw verveeld en keek graag naar buiten. M’n hele leven heb ik al graag naar vogels gekeken. Dat is nog steeds een grote hobby. Lekker de natuur in gaan en vogels spotten, het is dé remedie tegen stress. Als kind deed ik vooral waar ik zelf zin in had. Volgens mijn moeder zijn de gevleugelde woorden van toen ik jong was: ‘Ik moet helemaal niks.’ Ik was van het recalcitrante spectrum en dat ben ik nog steeds. Ik kan niet goed tegen autoriteit, ik ben eigenwijs en koppig en denk dingen vaak heel goed te weten.’ Dat klinkt alsof je soms best een irritant ventje kan zijn. ‘Klopt. Nu botst het niet meer met m’n vriendin, omdat we allebei weten dat ik deze trekjes heb. Maar in het verleden hadden we daar vaak issues over. Ik heb bijvoorbeeld heel lang tegen haar gezegd dat zij een ochtendhumeur had. Totdat ik op een ochtend onder de douche stond en dacht: waarom heb ik elke ochtend zulke negatieve gedachten? Met andere woorden: ík was degene met een ochtendhumeur. In dat soort dingen kan ik eenkennig zijn, wat vaak vervelend is. Maar in mijn werk is het soms ook prettig dat ik een duidelijke mening heb, omdat ik heel doelgericht ben en vrij snel een idee heb of iets een goed verhaal oplevert of niet. Dat is ook een kwaliteit.’
Het bericht Ruben Terlou: ‘Mijn bewijsdrang komt voort uit een diepgewortelde onzekerheid’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.