Quantcast
Channel: Magazine Viva – V!VA – Niets te verbergen
Viewing all 2509 articles
Browse latest View live

Kruisverhoor: ‘Dat gedoe achter de laptop, ik vind er geen reet aan’

$
0
0

Elke week deelt een lezer de avonturen van zijn of haar geslachtsdeel in woord én beeld. Deze keer: Tibor Leeftijd 29 | Werkt als Maatschappelijk werker | Woont in Tilburg | Relatie Ja, sinds de zomer van 2010 | Aantal bedpartners 9 | Aantal relaties 4, dit is zijn langste relatie | Noemt zijn penis Pielke, als het in de derde persoon is.

Tekst San van de Ven

Wat is de huidige gemoedstoestand van je penis?

“Halfstok helaas, maar op zich met een 
goede reden. We zijn op dit moment bezig met de verbouwing van ons nieuwe huis. 
Los van dat het fysiek hartstikke slopend 
is, wonen we sinds drie maanden bij een vriendin in. Superlief van haar, maar de omgeving is weinig opwindend. Laatst hadden we wel voor het eerst sex in ons nieuwe huis. Comfortabel was anders, maar het was 
eindelijk weer een goeie beurt.”

Hoe vaak denk je aan sex?

“Valt mee. Een keer per dag, zoiets? Ik kan 
er oprecht opgewonden van worden als ik mijn vriendin zie roken. Wat gek is, want ik ben altijd antiroken geweest. Ze trekt op een bepaalde manier aan een sigaret waar ik wild van word. Ze kan ook verrekte goed 
pijpen, misschien dat ik het onbewust daarmee associeer.”

Hoe vaak heb je sex?

“Door die verbouwing staat de sex op een laag pitje, maar dat is tijdelijk. Over anderhalve maand trekken we in ons nieuwe huis en hoop ik weer vier keer per week met haar de bedstee in te duiken. Dat gemiddelde is trouwens weleens lager geweest: mijn vriendin heeft lang last gehad van bekken-instabiliteit, waardoor we veroordeeld 
waren tot hand- en spandiensten. Stiekem kom ik daar wel het lekkerst van klaar. Als 
ik een puntje van verbetering moet noemen: na zes jaar zou ik misschien de achterdeur eens willen proberen. Ik heb een niet al te grote pik en fantaseer soms over anale sex. Ik weet alleen niet hoe ik daarover moet 
beginnen.”

Hoe vaak masturbeer je?

“Als ik een avond alleen thuis ben, kan ik er echt zin in hebben. Maar eenmaal bezig vind ik er vaak geen reet aan. Dat gedoe achter die laptop… Meestal maak ik het op de wc zo snel mogelijk af, dan krijg je ook niet zo’n smeerboel.”

Zorg je goed voor je penis?

“Hij wordt goed verzorgd. Sowieso ben ik geen jongen van wilde uitspattingen. Een soa heb ik nooit gehad, maar ik heb me wel op mijn twintigste laten opereren aan mijn voorhuid. Die zat te nauw vast aan m’n eikel, waardoor sex soms pijn deed. Nu heb ik 
nergens meer last van.”

Wat zijn je erogene zones?

“Mijn vriendin heeft een speciale pijptechniek waarbij ze met haar handen een soort kurkentrekker nabootst en tegelijkertijd m’n eikel sopt met haar mond. Ik word al geil als ik eraan denk. Verder haak ik af bij strelen, daar kan ik niet zo veel mee.”

Vind je jezelf goed in bed?

“Niet goed en niet slecht. Ik sloof me graag uit, dat op zich is al een groot aantal punten waard. En ik heb veel geleerd van één ex. Met haar had ik de wildste sex. Ze was 
heel inventief, met wasknijpers en kaarsen en zo, en liet me zien dat het niet allemaal snel-snel hoeft. Soms werd ik bang van 
haar, maar het gekke was: dat wond me 
tegelijkertijd op.”

Wat is de bijzonderste plek waar je ooit sex had?

“De ontlading in het nieuwe huis laatst was heel bijzonder, want het voelde alsof we maanden aan de ketting hadden gelegen en nu eindelijk weer mochten. Maar goed, dat is een beetje een saai antwoord. Met 
die gekke ex heb ik het ooit op klaarlichte dag in Regent’s Park in Londen gedaan. In de bosjes, dat wel, maar zo spannend. Die nette Britten liepen daar op een paar meter afstand hun hond uit te laten.”

Ook geïnterviewd worden voor ‘Kruisverhoor’? Mail een korte toelichting naar kruisverhoor@viva.nl

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Kruisverhoor: ‘Dat gedoe achter de laptop, ik vind er geen reet aan’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Zij gaven hun leven wat meer kleur: ‘Je hebt maar één leven’

$
0
0

Je rekeningen betalen, op tijd naar je werk, gezond eten. Keurig joh, precies zoals het hoort. Maar wat als je net even wat meer sjeu in je leven wilt? Vier kleurrijke types en één expert vertellen je hoe je dat voor elkaar krijgt.

Tekst Milou van der Will 
Illustraties Anna van Dooren

Haar witgrijze haren met soms een vleugje lila, de uitbundige sieraden, en natuurlijk die gigantische bril. We hebben het over Iris Apfel, de lekker-gekke, hoogbejaarde ontwerper uit New York die zich met haar verschijning al decennialang op de kaart zet als een nogal kleurrijke 
persoonlijkheid. Ze staat erom bekend dat ze zich maar weinig van anderen aantrekt en nog minder van hoe het ‘hoort’. “Je hebt maar één leven,” zegt ze er zelf over, “en daar kun je maar beter optimaal van genieten.”

Een wijze uitspraak, en niet alleen vanwege haar leeftijd – Apfel wordt deze maand vijfen-negentig jaar. Vanwege de onuitputtelijke levenslust die ze uitstraalt, is Apfel ook een inspiratiebron. Eerlijk is eerlijk: zo energiek willen we de honderd allemaal wel aantikken. Hoe? We gaan op zoek naar de geheimen achter zo’n kleurrijk leven. En geen zorgen: er zijn vast meer manieren om het leven wat kleur te geven dan een overdreven grote bril opzetten.

Stap uit het zo-
hoort-het-hokje

Zo is het om te beginnen goed als we ons eens wat minder aantrekken van het zo-hoort-het-
gevoel, vindt psycholoog Frederike Mewe, die mensen naar een kleurrijker (en leuker) leven coacht. Met haar advies bedoelt ze dat het zinvol is om te kijken of je dingen doet omdat het nu eenmaal zo hoort of omdat je het wilt. “Daar bewust bij stilstaan, levert je veel informatie op. Ben je die baan al jaren zat? Overweeg dan 
serieus om ermee te stoppen.” Dat kan eng 
zijn, zeker in een nuchtere maatschappij als de Nederlandse. Maar de tijd vraagt er volgens haar wel om. “Er is veel ellende in de wereld, maar dat wordt echt niet meer of minder als jij je 
eigen pad volgt. Laat je niet afschrikken. En 
probeer je angsten onder ogen te komen. Vraag jezelf af: wat is het ergste wat er kan gebeuren als ik mijn hart volg? Het allerallerergste? Dat valt vaak best mee.”

Blijf jezellef

Aisha (33) stapte zes jaar geleden al van het zo-hoort-het-treintje. De zangeres en entertainer treedt tegenwoordig op onder de artiestennaam I Am Aisha, maar hopte daarvoor van de ene naar de andere baan. “Dan in de thuiszorg, dan weer als koerier. Op een ochtend dacht ik: wauw, is dit echt hoe mijn leven eruit hoort te zien? Serieus? Ik was net een robot. Opstaan, werken, rekeningen betalen, huis schoonmaken.” Aisha besloot diezelfde ochtend nog het roer om te gooien en haar droom na te jagen. “Muziek is het enige waar ik echt plezier uit haal, dus belde ik mijn collega-rapper Winne en zei: ‘Ik vind mijn leven niet leuk, ik wil serieus voor de muziek gaan. Waar begin ik?’” Een van de dingen die Winne haar adviseerde was om haarzelf te blijven. Misschien een cliché, maar wel een van grote waarde. Gelukkig heeft Aisha naar eigen zeggen het sterke karakter van haar vader, ook muzikant. “Hij is een vrije vogel 
die zich van niemand iets aantrekt. Het ene 
moment belt hij me vanaf Jamaica, dan zit ie weer in Peru. Hij heeft me geleerd om nooit bang te zijn, waardoor ik mezelf durf te zijn.”

Vergroot je goeie 
kenmerken uit

Aangezien Aisha toch besloot artiest te worden, ging ze een stap verder en trok imagoconsultant Kim Keizer aan. Het doel: de eigenschappen 
die Aisha kenmerken, uitvergroten. Haar lange nagels worden sinds die tijd standaard in opvallende kleuren gelakt. “En dan één nagel in een andere kleur.” Ook haar outfits worden zorgvuldig uitgekozen. “Ik vind het een belediging voor mijn publiek als ik in mijn dinsdagmiddagoutfit op het podium klim. Nee, ik geef ze de beste 
Aisha, altijd weer.”

Haar belangrijkste les tot nu toe? “Negatieve 
gedachtes zijn vergif. Je verliest jaren door pessimistisch te denken. Een positieve mindstate is de enige oplossing. Dan denk je: oké, dit gaat kut, maar wat kan ik doen om het minder kut 
te maken? Aanpakken die handel.” Dat ze van aanpakken weet, heeft Aisha bewezen. Zo werkt ze samen met de top van de Nederlandse hiphop, heeft ze een deal bij het succesvolle label Top Notch en is de video van haar single ‘Zulke dingen doe je’ met Dio en Spanker al ruim zeven miljoen keer bekeken op YouTube. “Laatst trad ik in het Olympisch stadion op. Dan sta 
ik daar te schitteren en denk ik: wát een baan. Wát een leven.”

Sta op als je valt

Ook kunstenares Roxanne Dekker (33) staat met regelmaat stil bij hoe goed ze het heeft. 
“Ik wist al op jonge leeftijd wat ik leuk vond,” vertelt ze. “Dat is een luxe, want veel mensen weten dat niet zo goed. Daarnaast bofte ik met goede docenten en coachende ouders. Zelf geef ik naast het schilderen ook wekelijks kunstles aan kinderen volgens mijn alles-is-goed-filosofie. Het leven is geen wedstrijd. Lukt het niet, dan probeer je het toch nog een keer? Met oefenen kom je er wel. Dat geloof in jezelf is ongelooflijk belangrijk. Luister niet te veel naar al die negatieve gedachten die maar rondzingen in je hoofd,” zegt ze. “Het is de kunst om meer te voelen, veel te experimenteren. Sommige stappen lijken een verspilling van tijd, maar zijn juist nodig om ergens te komen. Het is goed om geduld te hebben en het leven te nemen zoals het komt.”

Luister naar je intuïtie

Met haar felgekleurde lippenstift en antieke 
sieraden is Roxanne op zich al een kleurrijke verschijning, maar de echte explosie van kleuren vind je terug in haar werk. “Ik schilder 
intuïtief,” vertelt ze. Soms maakt ze vrij werk, soms in opdracht, zoals voor haar eigen label My Favourites. Daarvoor maakt ze schilderijen bij liedjes, zoals ze ook deed voor het (toepasselijk getitelde) album ‘In kleur’ van haar vriend Sef. “Al is het binnen een kader, ik streef altijd naar vrijheid: dat maakt mijn leven kleurrijk. Natuurlijk staat een kunstenaarsleven altijd op gespannen voet met financiën, want je moet aan het eind van de maand ook je huur betalen. Maar ik heb gekozen voor een vrij beroep en 
accepteer daarmee dat spanningsveld. Ja, ik verdien misschien wat minder dan iemand op kantoor, maar mijn vrijheid is me veel meer waard.”

Als inspiratiebron noemt Roxanne de Japanse kunstenaar Yayoi Kusama, die ze bewondert omdat ze zo excentriek is. “Zij heeft niets te 
maken met wat anderen ervan vinden. Zelf kan ik daar nog weleens over piekeren.”
Tijdens zo’n piekermoment is het Sef die haar bij de hand neemt. “Hij kan goed relativeren, het positieve belichten. Hij motiveert me altijd te gaan voor wat ik wil en helpt me om mijn angsten los te laten.”

Tem je angsten

Angst is voor veel mensen een obstakel bij het op zoek gaan naar de kleur in hun leven. Psycholoog Frederike Mewe: “De wereld is steeds groter geworden. Social media laten prachtige plaatjes zien, maar als je de hele tijd ziet hoe 
anderen het doen, word je daar onzeker van. Je gaat jezelf vergelijken met anderen. Er kleeft een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid aan deze tijd: je hebt je geluk zelf in de hand. Maar de overvloed aan keuzes, gecombineerd met die perfecte plaatjes, maken juist dat je 
ontevreden wordt en jezelf aanpraat dat je iets niet kunt.” Volgens Mewe is het een opluchting als je kunt accepteren dat het leven niet maakbaar is. “Op veel zaken heb je invloed, maar op sommige dingen ook niet. Als je daar rust in vindt, ben je een tevredener mens. Je leeft er meer door in het hier en nu.”

Over zaken waar je wél invloed op hebt, zoals het temmen van je angsten, zegt ze: “Vertel jezelf eens een ander verhaal dan het aloude ‘ik kan dit niet, ik durf het niet’. Eigenlijk is het een simpele oefening, maar door je eigen gedachtes om te buigen en jezelf een ander verhaal te vertellen (ik kan dit wél, ik ga het proberen), zie je ineens mogelijkheden.”

Zeg die kutbaan op

Oké, tenzij je leuk werk hebt, natuurlijk. Maar volgens kunstenaar en fotograaf Sven Signe den Hartogh (23) zijn tijd en ruimte voor jezelf essentieel voor het kunnen luisteren naar je hart. Uit onvrede over het onderwijssysteem stopte hij op zijn zeventiende met studeren en ging aan het werk in een jeanszaak. “Toen ik na een leerzame tijd met mijn baan stopte, vroeg mijn omgeving constant of ik alweer iets nieuws had. Maar dat was ik helemaal niet van plan. Direct werd ik veroordeeld: dat kan niet, je bent nog zo jong, ga dan naar school. Maar ik wist niet wat ik wilde, dus wat heeft dat dan voor zin? Ik heb een paar maanden veel gewandeld, met mijn vriendin Nina. Documentaires gekeken, muziek beluisterd. En uiteindelijk ontstond mijn interesse voor fotograferen. Door uit dat stomme patroon van werken en geld verdienen te stappen, had 
ik mezelf de tijd en de ruimte gegeven om dat boven te laten komen. Natuurlijk weet ik dat 
dit niet voor iedereen een optie is, dat het nogal heroïsch is om te zeggen: ik stop met mijn baan en ga nu voor wat ik leuk vind. Maar je kunt je ook afvragen of je levensstandaard, die grote tv, die chique auto en dat dure huis, het waard is om met een kutbaan te blijven zitten.” Sven ziet vaak dat mensen toeleven naar een punt waarop ze eindelijk mogen genieten van het leven. “Het klinkt misschien rot,” zegt hij, “maar als je tot je pensioen wacht met genieten, heb je straks misschien wel een hernia. Of kanker. En dan? Het leven is nu.”

Draag waar je zin in hebt

Sven en zijn vriendin besteden veel tijd en aandacht aan hoe ze eruitzien. Nina van der Meer: “Ik zie het als een manier om mezelf te uiten. Ik ben er altijd mee bezig, elke dag, want ik heb al van jongs af aan het verlangen om anders te zijn dan de rest.” Sven is op zijn beurt gek op vrouwenkleding en draagt nagellak. Ja, mensen kijken hem na als hij op straat loopt. En nee, dat komt niet (alleen) door de nagellak. “Ik heb veel tattoos in mijn gezicht en ik merk dat mensen het interessant vinden om daar naar te kijken. Soms vind ik dat lastig, maar dan zeggen ze: ‘Ach, zeur niet, je vraagt er ook een beetje om.’ Maar die tattoos heb ik niet om aandacht te trekken. Ik vind ze gewoon heel mooi.”

Het uiten van authenticiteit past bij de huidige generatie, denkt Mewe. “Het heeft te maken met de individualistische maatschappij. Daardoor voelen mensen de behoefte om kleur te 
bekennen. Een letterlijke toevoeging aan je lijf vertelt iets over jou als persoon. Iets waarmee je laat zien: dit ben ik.”

Vind je innerlijke Iris

Dat een kleurrijk leven niet betekent dat je al bent waar je wilt zijn, bewijst Nina. Met Sven reist ze de wereld rond, wandelt eindeloos en bivakkeert zonder telefoon in een pipowagen op de Veluwe. “Ik heb een mooi leven,” vertelt ze. “maar het is nog wel een leerweg. Ik voel me vrij in wat ik doe en wie ik ben, maar ik weet nog niet wat ik echt wil. Het leukst waar ik op werkgebied nu mee bezig ben, is de foodtruck There and back again, waarmee ik samen met mijn moeder thee en taart verkoop op festivals. Maar wat mijn grote drijfveer voor dit leven is? Dat blijft een zoektocht.”

Met die zoektocht ziet Mewe wel meer mensen worstelen. Ze adviseert om je blik naar binnen te richten in plaats van naar buiten. Moeilijk, in een tijd waarin elke poep en scheet het internet op wordt geslingerd. “Maar een kleurrijk leven gaat niet over hoe excentriek of opvallend je bent,” zegt ze. “Het gaat erom dat je een weg volgt die bij jou past. Dat je keuzes maakt die kloppen voor jou. Kijk naar wat er in jou leeft dat gehoord wil worden.” Hoe je dat het best kunt doen, is per persoon verschillend. “De één lukt het met meditatie, de ander met sporten. 
Ik zou overwegen om zoiets samen met een coach uit te zoeken. Je leeft dit leven maar één keer. Zorg dat je er het beste uithaalt.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Zij gaven hun leven wat meer kleur: ‘Je hebt maar één leven’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Esperanza Denswil: ‘Op het podium transformeer ik tot mijn alter ego Pink Oculus’

$
0
0

Ze heeft charisma, heel veel podiumtalent en een keeltje van 24-karaats goud. Geen wonder dat deze vrouw op het randje van doorbreken staan. Pink Oculus (31) is een alternatieve soul/hiphopartiest die zijweggetjes neemt naar jazz en funk.

Tekst Tamara Klopper | Foto’s Daphne Ponsteen

Wat maakt je uniek?

“Ik ben bezig met mijn nieuwe album, waarop ik zing en rap én het produceren voor mijn rekening neem. Het is mijn droom om zo’n veelzijdige artiest te worden als D’Angelo; dat je de deur achter je sluit en naar buiten komt met een volledig album. Dat je alles zelf doet, van de teksten schrijven tot de beat bepalen en de melodie maken. Dat lukt me nu, met steun van het muzikanten- en producersduo Badjekkah.”

Waarover gaat je nieuwe nummer ‘Delicious’?

“Over de dingen waar ik me delicious van ga voelen, zoals onvoorwaardelijk van mezelf houden. Het is een levenslang proces om jezelf te leren accepteren zoals je bent. Om dat wat niet meteen lukt geen fout te noemen, maar onderdeel van je ontdekkingsreis. ‘Delicious’ is iets toegankelijker dan ‘Sweat’ en ‘Overdue’, en vooral: vrolijk en dansbaar.”

Wat is het tofste wat muziek je heeft gebracht?

“De ontwikkeling van mijn alter ego Pink Oculus. Vroeger vond ik het eng om op het podium te staan; ik voelde me naakt. Ik heb er hard voor moeten werken om zo mezelf te durven zijn. Het begon in 2009, toen ik die naam bedacht en mijn eigen stem ontwikkelde. Het werkte bevrijdend om iets te doen wat heel ongewoon voor me was, om grenzen te verleggen. Als ik nu een compliment krijg over hoe powerful ik op het podium sta, voel ik trots. Daar ben ik als een rups die transformeert tot de vlinder Pink Oculus. Of, nee: zodra ik op een podium sta, stijg ik op, dat is hoe het voelt. En daar geniet ik écht van. Het is puur genot.”

Hoe is het allemaal begonnen?

“Al op de basisschool had ik heel sterk het gevoel: ik word kunstenaar. Ik was altijd bezig met schrijven, dansen en het bekijken van illustraties en foto’s. Op internet zocht ik naar filmscripts. Dan deed ik op mijn slaapkamer Meg Ryan als Kathleen Kelly na in ‘You’ve got mail’. Rappen leerde ik door naar de Wu-Tang Clan te luisteren. Later, op het Albeda College, leerde ik van alles, van rijmen en de kerktoonladders tot gitaarspelen. Alles wat je nodig hebt voor zelfexpressie; een vuur laaide in me op.”

Grootste wens?

“Mensen inspireren en ze in hun hart raken, dus om echt met ze te connecten, terwijl ik volledig mezelf ben. Daar word ik heel gelukkig van.”


Naam: Esperanza Denswil.
Discografie: De singles ‘Sweat’ (2013) en ‘Overdue’ (2015). Haar nieuwe EP ‘Delicious’ kwam afgelopen oktober uit.
Achtergrond: Muzikant/producer-opleiding aan het Albeda college.
Podiumoutfit: “Een zwart, opengewerkt latex jumpsuit dat ik droeg op Noorderslag in 2014. Kreeg ik de meest reacties op.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Esperanza Denswil: ‘Op het podium transformeer ik tot mijn alter ego Pink Oculus’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Jeremy Loops: ‘Ik wil mezelf ‘normaal’ kunnen voelen. Dat kan nu niet’

$
0
0

VIVA drinkt elke week een drankje met een leuke man. Deze week hebben we een date met Jeremy Loops (32), de Zuid-Afrikaanse singer-songwriter die vorige zomer een paar keer in Nederland op het podium stond.

Tekst Michelle Bakker | Foto’s Anke van der Meer

Welkom in Amsterdam! Heb je al iets van de stad kunnen zien?

“Jazeker, maar heel anders dan vroeger. Ik ben hier jaren geleden een keer geweest en vond het toen vooral leuk om de hele dag stoned in de stad te hangen. Daar heb ik nu iets minder behoefte aan, haha. Gisteren had ik een avond vrij en wilde ik naar het Anne Frank Huis en het Van Gogh Museum. Toen ik over de Dam en door het Red Light District liep, hoorde ik overal Engelsen en Amerikanen. Overal waar ik keek, zag ik camera’s, en het was zo druk. Dus draaide ik me om en ben ik zo ver mogelijk uit het centrum gelopen. Ergens buiten het centrum belandde ik in een koffietentje waar alleen locals zaten. Ik vind het heerlijk om gesprekken te volgen. Op wat moeilijke woorden na begrijp ik alles in het Nederlands. Daardoor voel ik altijd een band met Nederland. Als Oranje bijvoorbeeld moet voetballen, ben ik altijd voor jullie. Uiteindelijk heb ik gisteren drie uur lang in dat tentje gezeten, lekker koffie gedronken en mijn boek gelezen.”

Zoek je die rust expres op?

“Mijn leven is ontzettend hectisch nu ik de wereld over reis voor mijn muziek. Ik leef van hotel tot hotel, elke keer een nieuwe show of nieuw publiek. Soms wil ik wel naar toeristische trekpleisters, bijvoorbeeld naar een mooi museum of een gedenkplaats, maar ik heb bedacht dat dat ooit nog wel komt. Later, als ik ga reizen om het reizen. In mijn drukke schema van nu vind ik het vooral fijn als ik ergens rustig kan genieten en mezelf ‘normaal’ kan voelen. Dat kan ik niet als ik in de rij sta voor het Anne Frank Huis. Ik voel me het liefst een van de locals. Kijk maar.” (Wijst naar zijn witbiertje van Brouwerij ’t IJ)

Heb je veel gereisd in je leven?

“Het enige wat ik als kind wist, was dat ik later wilde reizen. Ik ben opgegroeid aan de zee in de buurt van Kaapstad en was altijd buiten. Ik denk dat ik pas op mijn veertiende voor het eerst schoenen aantrok. Een heerlijke jeugd. Na mijn middelbare school deed ik een zeilcursus en daarna werkte ik op een boot waarmee we de hele wereld over vaarden. Uiteindelijk heb ik twee jaar lang gereisd. Door te reizen leer je zo veel van de wereld: je ziet mooie dingen, maar komt ook veel narigheid tegen. Als ik zeg dat ik uit Zuid-Afrika kom, beginnen veel mensen meteen over racisme en apartheid. Maar doordat ik gereisd heb, weet ik dat het in bepaalde delen van Amerika en Europa veel erger kan zijn dan in Zuid-Afrika. Ik kan soms best inzitten over wat er allemaal misgaat in de wereld, maar ik probeer me vooral te focussen op positieve dingen. En op mijn muziek natuurlijk.”

Maakte je altijd al muziek?

“Vaak zijn mensen verbaasd als ik vertel dat ik pas zes jaar muziek maak. Ik wilde het altijd al doen, maar begon pas op mijn 26e. In een tweedehandswinkeltje 
in Florida kocht ik een gitaar, maar ik had geen idee hoe ik die moest bespelen. Toen ik terugkwam van het reizen, deed ik vijf jaar lang een economische studie. In mijn vrije tijd leerde ik mezelf muziek spelen. Dat deed ik door veel YouTube-
video’s te kijken. En als ik straatmuzikanten zag, ging ik ernaast zitten en stelde 
ze vragen.”

Dat heeft goed uitgepakt!

“Ik deed die studie erbij omdat ik een plan B wilde hebben. Ik ben me ervan bewust hoeveel geluk ik heb dat ik kan leven van mijn muziek. Al die kansen 
die ik nu krijg om mooie plaatsen te 
bezoeken en toffe dingen te doen: dat 
is fantastisch. Zeker nu ik nog jong ben, vol energie zit en relatief weinig verantwoordelijkheden heb. Soms kan het ook moeilijk zijn. Ik ben weinig thuis en zie mijn familie, vrienden en vriendin een stuk minder dan vroeger. Maar het hoort erbij en dat is de afweging die ik moet maken.”

Hoe hou je je relatie goed als je elkaar zo weinig ziet?

“We hebben veel contact via WhatsApp en Skype, maar moeten het plannen om elkaar te zien. Dat is soms vervelend, maar op deze manier blijft onze relatie wel spannend. Doordat je elkaar niet zo vaak ziet, kom je minder snel in een sleur. Natuurlijk vind ik het wel belangrijk om tijd voor elkaar vrij te maken. Zo gaan we over drie weken samen op vakantie naar Mozambique en later dit jaar naar Sri Lanka. Mathilda is ontzettend ambitieus, dat vind ik heel aantrekkelijk. Ze is heel lief en gelukkig nooit onzeker over het feit dat ik nu bekend ben. Ik zag haar voor het eerst op de universiteit en vond haar meteen erg aantrekkelijk. Ze studeerde architectuur en had zo’n moderne Europese look. Ik sprak haar nooit aan, maar vond haar zó mooi. Zes jaar later zag ik haar een keer op de dansvloer staan en stapte zonder te twijfelen op haar af. Een paar dagen later kreeg ik een berichtje 
via Facebook; toen is het begonnen.”

Hoe zie je je toekomst met haar?

“Een grote droom is om met een boot 
de wereld over te varen. Ik wil een catamaran kopen en de binnenkant verbouwen tot een studio. Muziek maken over de hele wereld. En met mijn vriendin wil ik oud worden en kinderen krijgen. Een of twee. En ik wil dolgraag een kind adopteren. Onlangs heb ik een hondje
uit het asiel gehaald. In Zuid-Afrika zijn zo veel straathonden die een baasje nodig hebben, ik vind het dan onnodig om 
een rashond te kopen. Dat geldt ook voor kinderen: over de hele wereld zijn zo veel kinderen in opvangtehuizen die een warm thuis nodig hebben, het voelt bijna als een plicht om te adopteren.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

 

Het bericht Jeremy Loops: ‘Ik wil mezelf ‘normaal’ kunnen voelen. Dat kan nu niet’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Maxime Barlag: ‘Ik ben rock bottom gegaan, al klinkt dat wel heel heftig’

$
0
0

Ze heeft charisma, heel veel podiumtalent en een keeltje van 24-karaats goud. Geen wonder dat deze vrouw op het randje van doorbreken staat. Maxime Barlag (28) is frontvrouw van de folkband Mister and Mississippi.

Tekst Tamara Klopper foto’s Daphne Ponsteen

Wat maakt jou uniek?

“Geen idee. Wat ik van anderen hoor, is dat ze vinden dat ik een karakteristieke stem heb. Warm en laag, en dat het ze raakt. Voor een vrouw zou het een ongewoon lage stem zijn.”

Hoe is het begonnen?

“Ik kom uit een muzikaal gezin. Mijn moeder zong in bandjes en was van de soul. Mijn vader speelt mondharmonica en houdt heel erg van blues, van slavenmuziek eigenlijk. Je voelt de pijn als je daarnaar luistert. Die muziek heeft me diep geraakt en de blues is altijd een beetje bij me gebleven. Ook draaide ik veel r&b; Missy Elliott en Ashanti bijvoorbeeld. En ik luisterde naar rappers als Eminem en 2Pac. Ik heb altijd graag gezongen en speelde gitaar, maar dacht: ik moet wel een baan hebben, muziek is voor erbij. In het eerste jaar van mijn studie international media and entertainment management vroeg ik me af wat ik daar eigenlijk deed. Vrienden zeiden: ‘Meld je nou aan bij een muziekschool.’ Ik was twintig en dacht: ik probeer het gewoon.”

Waar ben je mee bezig?

“Met schrijven en repeteren voor ons nieuwe album dat er komend jaar aankomt. Deze plaat wordt wat rauwer, met een wat meer elektronische sound en jarentachtiginvloeden. Het dromerige en melancholische wat mensen van ons kennen, is zeker nog terug te horen.”

Waar gaan je nieuwe nummers over?

“Over vluchtgedrag. Ik ben uit de relatie gestapt die ik vijf jaar had. Mijn ex kwam uit een zware depressie toen ik haar ontmoette. Ik was veel met haar bezig, ging mee in haar stemmingen. Ongelukkig was ik niet, maar we voelden een druk en gaven elkaar niet meer wat we nodig hadden. Ik heb het uitgemaakt, al hield ik nog veel van haar. Het was pijnlijk en verdrietig, maar ook beter. Ik begon negatieve dingen te zien en werd norsig, terwijl ik dat niet kende van mezelf. In die tijd overleed ook mijn moeder en kwam het succes van de band, waardoor ik geen tijd had om stil te staan. Het werd een gewoonte om mijn gevoel te verdoven met dóórgaan en alcohol, in plaats van ermee te dealen. Ik ben rock bottom gegaan, al klinkt dat wel heel heftig. Laat ik het zo zeggen: ik zie het weer van the upside.”

Onvergetelijke ervaring?

“Lowlands in 2013. We speelden als beginnende band voor het eerst voor zo’n groot publiek. Met knikkende knieën ging ik op. Eenmaal op de planken van de India-tent waren de zenuwen weg. De energie die we terugkregen van het publiek was zó intens; ik zag hoe mensen met gesloten ogen stonden te genieten, een meisje maakte een hartjesgebaar met haar handen en ik verloor mezelf helemaal in de muziek.”

Toekomstdroom?

“Blijven reizen. Met de band hebben we door heel Europa getourd en in Texas gespeeld, op het grootste muziekfestival ter wereld. India stond nog op mijn bucketlist, maar in december spelen we daar, op het Mood Indigo-festival.”

Naam Maxime Barlag
Discografie Haar eerste album heet ‘Mister and Mississippi’ (2013), het tweede ‘We only part to meet again’ (2015).
Achtergrond Herman Brood Academie.
Beste podiumaccessoire “Mijn zwarte hoed uit Ecuador, die van mijn vader is geweest.”
Zie voor speeldata: misterandmississippi.nl
Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Maxime Barlag: ‘Ik ben rock bottom gegaan, al klinkt dat wel heel heftig’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Mara is gek op BDSM: ‘Het gaat niet om de kick van pijn veroorzaken. Het gaat om overgave’

$
0
0

Elke week geven we je een kijkje in iemands liefdesleven in VIVA’s rubriek ‘De status’.

Tekst Lydia van der Weide

De partner van Mara (38) heeft overdag de broek aan in huis, maar zij in de slaapkamer.

“De wens om dominant te zijn heeft er 
altijd al ingezeten. Bij spelletjes met mijn broertjes was ík de baas. Ze moesten het niet proberen om mij te commanderen. 
In de puberteit kroop ik in mijn schulp. Ik kampte met acne en bloosangst en was 
dodelijk onzeker. Ik kreeg de afdankertjes van vriendinnen, jongens die eigenlijk 
alleen met me zoenden omdat ik toevallig beschikbaar was. Maar in bed kwam ik 
los en als ik ze één keer onder handen 
had genomen, kwamen ze altijd terug. 
Met vanillesex, zoals dat in de BDSM 
genoemd wordt, had ik toen al niets. 
Zacht gekriebel op mijn rug irriteert me, grijp mij maar stevig in mijn haar. Liever nog pakte ik de haarbos van mijn scharrel terwijl ik me wild op hem klaar reed. Vrijpartijen die op vechten leken, dát wond 
me op. Toch moest ik keihard uitgedaagd worden om een stap verder te gaan. Ik 
was 24 toen een vriendje een set hand-
boeien en een zweep uit zijn kast haalde. 
Ik maakte hem vast, maar stond er daarna aarzelend naast. Hij moest me smeken om hem te slaan. Maar dat heeft hij geweten.
Na afloop was ik bezweet. Mijn lichaam 
tintelde. Een orgasme had ik niet gehad. Wat ik voelde, was veel beter. Mijn lijf en geest stonden in brand en ik bleef nog 
dagen high. Ik ben nu veertien jaar verder en het is een ontdekkingstocht geweest met vallen en opstaan. Ik heb subs (slaven, red.) gehad die graag de hele dag opgesloten in een kleine kooi willen zitten. Ze doen maar, maar niet bij mij. Zo waanzinnig uit mijn dak gaan met een zweep zou ik ook nooit meer doen. Het gaat bij BDSM helemaal niet om de kick van pijn veroorzaken of lijden. Het gaat om overgave. Om grenzen opzoeken, daarmee spelen, maar die nooit overschrijden. Om vertrouwen en om verbinding, veel dieper dan dat je die bij ‘gewone sex’ kunt vinden. In mijn ogen dan.

Ik wil niemand iets opleggen of aanpraten. Wel zou ik iedereen die geboeid is door 
dit fenomeen, aanraden zich er meer in 
te verdiepen. Het is niet eng, het is mooi, spannend, verrijkend. Ik kan me geen leven zonder deze integere erotische machtspelletjes voorstellen. Het is voor mij de ultieme manier van genieten en van ontspanning. Verder ben ik een doodgewone vrouw met een heel gewoon leven. Op mijn werk ben ik geen leidinggevende, maar in de slaapkamer bij mijn vriend ben ik wél dominant. Dat varieert van bovenop zitten bij een vluggertje, tot hem een avond alles laten doen wat ik wil. Of door zijn grenzen op 
te zoeken met kaarsvet en tepelklemmen. Hij durft zich compleet aan mij over te 
geven en dat is fantastisch. Avonden lang spelen we met elkaar, daarna slapen we in elkaars armen. En de volgende dag maak 
ik gewoon een ontbijtje voor hem. Want nee, ik heb niet altijd de broek aan in onze relatie. Alleen als de zijne uit is.”

Meer weten? stichtinginfobdsm.eu

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Mara is gek op BDSM: ‘Het gaat niet om de kick van pijn veroorzaken. Het gaat om overgave’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Multi masken: Kim test yin yang-wondermasker

$
0
0

Een simpel gezichtsmaskertje is niet aan de redactie besteed. Kim waagde zich aan een zwart en wit yin en yang-masker. Masks tot the max!

Getest door: Kim Buitenhuis, tekstcoördinator
Wat? Time-Filler Mask (zwart) en Hydra-Filler Mask (wit) van Filorgaydra-Filler Mask (het witte masker) van Filorga
Kost dat? € 9,99 per stuk
Waar te koop? ICI Paris XL

testmasker

Yin en yang

De belofte: maskertjes in yin en yang stijl – want zwart en wit – die je huid eerst hydrateren en daarna rimpelvrij maken. Het eerste kan ik goed gebruiken, het tweede komt misschien wat vroeg. Al zal het toch leuk zijn als ie dat fronsrimpeltje in m’n voorhoofd gladstrijkt. Ik besluit de maskers op een relaxte zondagochtend uit te proberen. Ze hebben maar vijftien minuten ‘intrektijd’ nodig. Dat belooft veel goeds.

Dit past niet!

Uit de verpakking van het witte hydra-filler mask pak ik een kletsnat doekje. Openvouwen en op m’n gezicht plakken lijkt makkelijker dan het is. Niet alleen m’n gezicht, ook m’n handen zijn direct goed gehydrateerd. Als ik de kamer weer inloop om een foto te maken, krijg ik een: “Wat is dat nou?!” Vriendlief komt niet meer bij, de tranen rollen over z’n wangen van het lachen. Ook voor hem heeft mijn masker dus een hydraterende werking. Als ik het er weer afhaal, is m’n huid nog nat. Voor ik met masker nummer twee begin, laat ik de hydra-filler eerst nog een extra kwartiertje intrekken.

Go with the glow

Het time-filler mask is een zwart masker. Had ik bij het witte nog stukken over, deze zit meteen als gegoten. Ik duw ’m extra aan bij m’n voorhoofd, want je weet het nooit. Na een minuut merk ik al niet eens meer dat ik een maskertje op heb. Perfect!
Dan is het tijd voor het moment van de waarheid, en ik moet zeggen: ik ben verrast door de glow op m’n anders gevoelige winterhuidje (denk: rode vlekken en snel droog. M’n gezicht voelt ook heel zacht. Benieuwd hoe lang dit resultaat zichtbaar blijft!

De VIVA-redactie testte nog vijf andere wondermaskers. Zien? Haal VIVA 7 nu in de winkel, bestel het online of lees het artikel op Blendle.

»Bestel VIVA online | Klik hier «

 

Het bericht Multi masken: Kim test yin yang-wondermasker verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

De vriend van Rachel is 35 jaar ouder: ‘Pieter is ouder dan mijn moeder’

$
0
0

Rachel (29) heeft een relatie met de vijfendertig jaar oudere Pieter (64). Een man die ouder is dan haar moeder.

Interviews Merel Brons | Beeld iStock

“Ik ontmoette Pieter op de hockeyclub bij ons in het dorp. Zijn team trainde gelijktijdig met het mijne. Toen mijn teamgenoten op een vrijdagavond geen zin hadden in een borrel, mocht ik bij de mannen aanschuiven. Zijn leuke, open persoonlijkheid viel me meteen op. Hij is zo’n man die het met iedereen kan vinden. Amicaal, grappig, sociaal. Zo was hij ook tegen mij. Al 
tijdens onze eerste ontmoeting voelde ik een klik met hem. Toen ik daarna nog een paar keer met hem stond te borrelen, werd die connectie steeds sterker. Ik was op dat moment net mijn vorige relatie aan het afsluiten. We waren acht jaar 
samen geweest en hebben twee kinderen. Pieter en ik kregen contact via WhatsApp en toen hij een keer voorstelde om met z’n tweeën iets te gaan drinken, leek dat me alleen maar gezellig. En dat was het ook. We hebben die avond ongelooflijk veel gelachen, maar konden ook heel goed serieuze gesprekken voeren. Pieter lag op dat moment ook in scheiding, dus we vonden 
elkaar in dezelfde situatie.

Het gevoel dat Pieter me gaf, was vanaf het 
allereerste moment bijzonder. Mijn vorige relaties waren nooit echt succesvol geweest. Ik trof altijd de verkeerde mannen: ze kleineerden me, gaven me het gevoel dat ik niks waard was. Ook in mijn laatste relatie was het evenwicht ver te zoeken. Hij waardeerde me voor geen meter. Het heeft lang geduurd voordat ik me uit zijn web kon los worstelen. Pieter heeft me laten zien dat je ook anders met elkaar kunt omgaan, veel liefdevoller. Hij heeft echte aandacht voor me. Het gaf me het laatste zetje om voor mezelf te kiezen en een dikke punt te zetten achter de 
relatie met mijn ex.”

Geboortejaar 1910

“Inmiddels zijn we al bijna twee jaar verder en ik kan zeggen dat ik me nog nooit zo goed bij 
iemand heb gevoeld als bij Pieter. Hij maakt me echt heel gelukkig, ik ben de beste versie van mezelf sinds ik hem ken. Ook mijn vriendinnen zien dat. Ik denk dat ze daardoor onze relatie 
en het leeftijdsverschil nooit hebben veroordeeld. Ze zien hoe gelukkig en vrolijk ik nu ben. 
Pieter is ouder dan mijn moeder. Maar ik heb nauwelijks contact met mijn ouders. Dus hoe 
zij denken over onze relatie, weet ik niet. Het 
interesseert me ook niet zo. Net zoals de reacties van buitenstaanders. Pieter zegt weleens: ‘Zie
je hoe die mensen naar ons kijken?’ Ik merk dat niet, en het kan me ook niet schelen wat ze denken. Ik ben gelukkig met hem en dat is wat telt.

Soms maak ik grappen over zijn leeftijd. Als 
hij bijvoorbeeld zijn geboortejaar ergens moet invullen. ‘1910 was het toch?’ zeg ik dan. Toen Pieter laatst van de trap was gevallen en er een ambulance moest komen, vroeg een van de broeders: ‘Is dat uw dochter, meneer?’ ‘Nee, mijn vriendin,’ antwoordt hij dan trots. Ik kon alleen maar instemmend glimlachen. Ik denk niet te veel na over het moment dat Pieter echt ouder zal worden en misschien wel aftakelt. 
Of sterker nog: dat hij waarschijnlijk wel eerder zal overlijden dan ik. Dat heeft totaal geen zin. Ik leef in het nu en geniet van de momenten die we samen hebben. En bovendien: leeftijd zegt helemaal niks. De ouders van Pieter zijn beiden heel jong overleden.”

Net George Clooney

“Dat Pieter een stuk ouder is dan ik heeft ook 
zo zijn voordelen. Ik kan bijvoorbeeld veel 
van hem leren. Hij laat me kennismaken met muziek die ik anders nooit op zou zetten. Rod Stewart, Phil Collins: die mannen hebben prachtige albums afgeleverd. Ik kende ze eigenlijk alleen maar van begrafenissen. Maar inmiddels zing ik het hele repertoire hard mee met Pieter 
in de auto.

Er zijn ook dingen die Pieter van mij heeft geleerd. Om gelukkig te kunnen zijn met kleine dingen bijvoorbeeld. Het leven draaide tijdens zijn huwelijk om status, 
geld en een hoop poeha. Door mij voelt hij dat die dingen onbelangrijk zijn. Als we sushi en een lekkere fles wijn halen, kunnen we ongelooflijk genieten van een middag in het park. Om die momenten draait het in het leven. Als je Pieter ziet, denk je ook zeker niet dat hij 64 is. Hij is vrij leeftijdsloos. In zijn gedrag, maar ook wat betreft zijn uiterlijk. Net George Clooney.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 32. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht De vriend van Rachel is 35 jaar ouder: ‘Pieter is ouder dan mijn moeder’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Kruisverhoor: ‘In maximaal tien minuten kom ik twee à drie keer klaar’

$
0
0

Elke week deelt een lezer de avonturen van zijn of haar geslachtsdeel in woord én beeld. Deze keer: Leonie Leeftijd 26 Is Sexuoloog in opleiding Woont in Amsterdam Relatie Nee, sinds 3 jaar single, met scharrels af en aan Aantal bedpartners 36 Aantal relaties Vanaf haar 17e was ze 8 maanden lang iemands minnares, daarna had ze‘echte’ relaties. De langste duurde 3,5 jaar Noemt haar vagina Vageegee, poenani, kut of vagina.

Tekst San van de Ven

Wat is de huidige gemoedstoestand van je vagina?

“Hongerig! Ze heeft geen vaste piemel of partner om mee te vozen. En wachten is 
niet haar sterkste punt.”

Hoe vaak heb je sex?

“Vorige week woensdag had ik voor het laatst sex. Met een man van 41, die ik had ontmoet op een feestje. Ik was benieuwd of ‘op een oude fiets moet je het leren’ klopte, maar helaas. De afgelopen jaren had ik steeds vaste scharrels voor langere tijd. Nu niet, al ben ik aan het daten met een ‘potentieeltje’ uit mijn vriendenkring. Ik ben niet snel onder de indruk van een man en word zelden verliefd. Ik voel me aangetrokken tot het stereotype model: lang, breed, gespierd, symmetrisch koppie, goed gekleed. Jammer alleen dat deze mannen ook vaak het stigma ‘geen inhoud’ bevestigen. Ik weet dat ik hoge eisen stel – hij moet óók sportief zijn, communicatief vaardig, grappig, ambitieus en ondernemend – maar met minder wil ik geen genoegen nemen. Verliefdheid is geen vereiste voor goede sex, vind ik, maar ik heb wel het liefst een vaste bedpartner. Dat je de tijd neemt voor elkaar en samen op ontdekking gaat. Lang voorspel, goed warm worden en dan pas penetratie. Ik vind het belangrijk om standjes af te wisselen en uit te proberen. De ene keer ga ik goed op missionaris, de andere is doggy het helemaal.”

Hoe vaak denk je aan sex?

“Meerdere malen per dag. Als sexuoloog in opleiding behandel ik patiënten met sexuele disfuncties. Heel interessant en allemaal zeer sexgerelateerd, dus is het onmogelijk er een dag níet aan te denken.”

Hoe vaak masturbeer je?

“Als ik daar zin in heb. De frequentie verschilt heel erg: de ene week doe ik het vier keer per week, de andere komt het niet in me op. Meestal neemt het maximaal tien minuten in beslag, en het liefst kom ik twee à drie keer klaar door alleen mijn fantasie te gebruiken.”

Wat heb je over sex van je ouders geleerd?

“Ze zijn er altijd heel open over geweest. Daardoor leerde ik dat sex normaal is, fijn hoort te zijn en vooral veilig moet gebeuren. Pap duwde me op mijn veertiende al condooms in mijn hand. En mama vertelde over al haar liefdes, in detail. Zo kreeg ik antwoord op al mijn brandende vragen.”

Welk cijfer zou je je bedprestaties geven?

“Poeh, lastig. De grap is dat mannen sexuologen altijd meteen associëren met perfecte bedpartners… dream on. Ik mag er dan veel over weten, dat zegt nog niets over mijn praktijkkunsten. Ik geef mezelf een 7,5. Ik ben zelfverzekerd, weet goed wat ik wil en lekker vind, en durf dat kenbaar te maken.”

Welke bedpartner wil je nooit meer tegenkomen?

“Ook al was hij zo’n knappe, leuke surfdude, ik hoef hem niet meer in mijn bed. Eén keer vroegtijdig ejaculeren: kan gebeuren. Een tweede keer: shit happens, vooral rot voor hem. Maar vervolgens nul aandacht aan mij besteden en direct klaar zijn als hij er klaar mee is, dat hoort niet. Sex is iets tussen – meestal – twee mensen, waarbij een eventueel probleem, maar zeker ook het plezier, van toepassing zou moeten zijn op allebei.”

Wat zou je nog willen ontdekken in bed?

“Een trio met een vrouw en een man. Het is me al meerdere keren aangeboden, maar ik wacht nog op de juiste personen en timing. Ik ben nog nooit verdergegaan met een vrouw dan alleen zoenen. Of ik écht sex met haar zou kunnen hebben, weet ik niet. Ik sta ervoor open en zal vanzelf merken waar mijn grens ligt.”

Ook geïnterviewd worden voor ‘Kruisverhoor’? Mail een korte toelichting naar kruisverhoor@viva.nl

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 32. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Kruisverhoor: ‘In maximaal tien minuten kom ik twee à drie keer klaar’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Wat te doen als angst je leven beheerst?

$
0
0

De meeste mensen zijn weleens ergens bang voor. Voor haaien, de tandarts, autorijden, hoogtes. Maar als jij door een onschuldig visje hyperventilerend in de lampenkap hangt, dan is er meer aan de hand.

Tekst Amanda van Schaik | Illustraties Sandy van Helden

Haar hart klopt in haar keel, haar ademhaling versnelt en het zweet breekt haar uit. Tamara (33) voelt het gevaar in elke porie van haar 
lichaam. De aanstichter van haar angst blijft roerloos liggen en lijkt onschuldig, maar 
Tamara weet wel beter. “Als ik dichterbij kom – tjak! – klapt hij ineens met zijn scharen. Ik
weet heus wel dat-ie niet écht aanvalt. Maar toch zit ik liever met een tijger in een kooi dan met een krab,” vertelt Tamara terwijl ze rilt 
bij de gedachte. Krabben zijn in Nederland een zeldzaamheid. Op zich is zo’n krabbenfobie 
dan best te doen, toch? Maar Tamara werkt parttime in een vishandel. Niet handig, zou je denken, om met je krabbenfobie daar te gaan werken. “Eerst verkochten we geen krabben, 
die zijn er pas sinds een paar jaar,” verklaart 
Tamara. “Het is gelukkig een heel grote zaak, 
en ik sta bij de gebakken vis. Maar toch. Het 
gevaar ligt altijd op de loer.”

Alarmbellen

Angst is een gevoel dat verwijst naar dreigend gevaar en is eigenlijk hartstikke nuttig. Als er een bloeddorstig beest op je af rent, is het toch fijn dat er alarmbellen gaan rinkelen. Psychiater Bram Bakker legt uit: “Angst is nodig om te kunnen overleven. Veel angsten hebben nut. Het is logisch dat we hoogtes een beetje eng 
vinden, want mensen kunnen nu eenmaal niet vliegen. Angst maakt je voorzichtig en dat is 
verstandig.” Wanneer wordt een angst een fobie? “Als je alarmbellen gaan rinkelen zonder dat er gevaar dreigt en er vermijdingsgedrag is,” zegt Bakker. “Je bent dan bang voor je eigen angst. Hoe een fobie ontstaat, waarom de één er wel last van heeft en de ander niet, daar is veel onduidelijkheid over. Meerdere elementen spelen mee: 
persoonlijkheid, maar ook genetische, biologische en sociale factoren. Angststoornissen lijken voor een deel erfelijk, maar hoe ze geërfd worden, weten we niet. Het ontwikkelen van een fobie kan ook te maken hebben met opvoeding.”

Angststoornissen – verzamelnaam voor fobieën en paniekstoornissen – komen vaker voor onder vrouwen (12,5%) dan onder mannen (7,7%), blijkt uit cijfers van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het werkelijke aantal zal nog 
hoger liggen, want niet iedereen met een angststoornis gaat naar de huisarts of deze wordt niet als zodanig herkend. Over de vraag waarom vrouwen er meer last van hebben dan mannen, kan Bakker alleen speculeren: “Misschien komt het door het verschil in man-vrouwrollen: vrouwen zaten vroeger letterlijk meer binnen dan mannen. En dan lijkt alles daarbuiten enger.”

Dominante 
vader

Tamara’s krabbenangst komt voort uit haar jeugd: “Toen ik klein was, had ik een vriendje dat me achterna rende met zijn venijnige schildpad in z’n handen. Die opengesperde bek, heel akelig. Dat zo’n beest agressief is terwijl je het niets doet, dat kan ik niet begrijpen. Dat onverwachte vind ik eng. Ik had een heel 
dominante vader en een moeder die me niet steunde. Mijn vader kon ineens, 
zonder reden, uit z’n slof schieten. En dan kromp ik ineen. Ik denk dat dit de bron is en dat mijn angst verder is aangezwengeld door die schildpad. Ik ben hierdoor altijd al bang 
geweest voor kleine dieren met onverwachte bewegingen. Dat was ik ook toen ik voor het eerst een krab zag. Het beestje was agressief naar mij. De krab is een trigger van 
de angst die ik als klein meisje voelde.”

Hoe komt Tamara hier vanaf? “Ga niet ver-
mijden waarvoor je bang bent,” zegt psychiater Bakker, “want dan wordt de angst in stand gehouden. Wees terughoudend met medicatie. Het merendeel van de mensen die antidepressiva slikken, krijgt dat voorgeschreven voor angstklachten. Maar daarmee pak je alleen de symptomen aan en niet de oorzaak. Als angst je leven saboteert, kan therapie uitkomst bieden.”

Psycholoog Jan van den Berg werkt bij het Angstbehandelcentrum IPZO (ipzo.nl). Zijn advies: “Fobieën staan los van het feitelijke gevaar. Om deze onlogische koppeling toch te snappen, moet je doorvragen. Wat houdt je schrikbeeld over krabben geloofwaardig? Je kunt een meteoriet op je hoofd krijgen of longkanker oplopen, maar daar ben je niet mee bezig. Waarom met krabben dan wel?” Dit kan Tamara zelf onderzoeken door al haar vragen en ideeën over krabben voor te leggen aan een expert – een bioloog bijvoorbeeld. Zo krijgt ze antwoord op haar vraag hoe krabben tegen mensen aankijken. Hierdoor neemt haar geloof in het agressieve karakter 
van de krab af, zegt Van den Berg.

Kak, een Kakkerlak…

Journalist Suzanne (35) is bang voor kakkerlakken en insecten: “Gelukkig zijn er in Nederland nauwelijks kakkerlakken. Mijn fobie speelt dan ook op in het buitenland. Ik hou erg van reizen en Azië is een van mijn favoriete bestemmingen. Maar mijn kakkerlakangst kan mijn vakantieplezier enorm vergallen. Voor ik op reis ga, maak ik me al druk. Ze doen niets, dat weet ik heus wel, maar ik vind ze echt heel vies en smerig. Toen ik twee jaar geleden in Thailand was, zag 
ik een paar kakkerlakken. Ik huilde en probeerde 
al hyperventilerend op de rug van mijn vriend 
te klauteren.” Suzanne denkt dat ze haar angst voor insecten van haar vader heeft overgenomen: “Hij is 
panisch voor spinnen en heeft zijn angst denk 
ik op mij overgebracht. Door de jaren heen ben ik banger voor kakkerlakken dan spinnen 
geworden. Misschien omdat ik spinnen vaker 
zie en ze hierdoor beter kan handelen. Kakkerlakken worden in mijn hoofd steeds enger.” Suzanne heeft er weleens over nagedacht om iets aan haar angst te doen: “Ik wil heel graag een jeugdvriendin opzoeken die verhuisd is naar Australië. Maar mijn angst houdt me tegen. Het wemelt daar van de kakkerlakken.”

Psycholoog Jan van den Berg: “Als je een fobie hebt, ben je veel tijd kwijt aan het vermijden van bepaalde situaties. Dit helpt alleen niet. 
Een insecten- en spinnenfobie kan behandeld worden door oefeningen te doen waarbij het brein gaat leren dat gevaar uitblijft. De eerste stap: het insect van een afstandje bekijken. Even wennen en dan benoemen wat de meeste angst oproept en dit in een ander licht plaatsen. Dit haalt de angel uit de angst. Vervolgens kun je het insect van dichtbij bekijken als hij over de handen van de therapeut loopt. Het rationele deel van het brein denkt: dit beestje is klein, maar het emotionele deel denkt daar heel 
anders over: dat heeft geleerd dat zo’n beestje
levensgevaarlijk is en heeft tijd nodig om de 
verwachtingen bij te stellen. Als je dan ziet 
dat de spin betekenisloos is voor je veiligheid, krijgt jouw brein de tijd om te leren dat er geen reden is tot paniek. Bij het brein geldt: eerst zien, dan geloven.”

Overgeefgevaar

Marieke is 33, werkt als social media manager en is bang voor overgeven, ook emetofobie 
genoemd: “Ik vind vliegen eng. Niet omdat ik bang ben om neer te storten, maar vanwege de turbulentie en het hieruit voortkomende overgeefgevaar. Niemand vindt overgeven een pretje. Maar mijn angst om over te geven beheerst mijn leven zo erg, dat ik hiervoor in therapie ben gegaan bij een gz-psycholoog. Mijn grootste probleem is dat ik bang ben om zelf te moeten overgeven. Daarbij komt de angst dat anderen 
in mijn bijzijn overgeven, ik daar misselijk van word en zelf moet kotsen. Ik woon in Rotterdam en ga met de trein naar mijn werk in 
Amsterdam. Zodra ik de trein binnen stap, 
begint de paniek en gaan de radertjes lopen: waar is het toilet, is er een vrije doorgang? Ook heb ik altijd een plastic tasje bij me voor het 
geval ik over m’n nek ga. Hoewel ik gek ben 
op films, ga ik liever niet naar de bioscoop. Ik ben zelfs een keer huilend de zaal uit gelopen, omdat ik bang was dat ik moest kotsen en dan niet weg zou kunnen. Ik ging minder vaak stappen, want stel dat ik door de drank misselijk werd, of dat anderen moesten overgeven.” Marieke’s emetofobie is in haar tienerjaren ontstaan en steeds erger geworden: “Ik weet niet waardoor het is getriggerd. Ik kan me niet herinneren dat ik vaak moest overgeven. Wel had 
ik een vriendje dat regelmatig kotste na het stappen. Maaginhoud die omhoog komt uit je keel, is voor mij als nagels die over het schoolbord krassen. De geur, het geluid… Mijn kinderwens was voor mij de reden om hulp te zoeken. Bij een zwangerschap komt toch vaak misselijk-
heid kijken. Ik heb er nu zeven sessies op zitten. Tijdens de laatste heb ik filmpjes van brakende mensen bekeken. Heftig, maar de therapie helpt wel. Langzaam realiseer ik me dat ik zelf controle heb over mijn misselijkheid. Als ik me 
angstig voel en bang ben om over te geven, kan ik mijn gedachten beter focussen: in plaats van me druk te maken over misselijkheid, kan ik 
me richten op waar ik mee bezig ben. Dat zorgt voor een stuk meer ontspanning.”

Psycholoog Van den Berg: “Angst om over te 
geven maakt je misselijk van spanning. Waardoor je daadwerkelijk het gevoel krijgt dat je moet overgeven. Het is een vicieuze cirkel. 
Eerst moet worden achterhaald wat de onder-liggende factor is van de overgeefangst. Bang voor schaamte, sociale afwijzing, het overgeven zelf? Daarna kunnen je verwachtingen worden omgebogen met als nevendoel minder misselijk te zijn. Hierop volgt de confrontatie met de 
angst door middel van foto’s en video’s van 
overgevende mensen. Aan het eind: een live braaksessie. Een psycholoog wekt dat op voor een groepje en geeft veel uitleg: overgeven is geen emotioneel gebeuren, maar functioneel. Dan ga je je veilig voelen bij overgeven en leer 
je om misselijkheid te ondergaan zonder verzet.”

Weg met die goudvis

Manon (39) werkt als sales manager voor 
een vliegmaatschappij en is bang voor vissen. 
“Vissen hebben geen expressie. Als een beer 
me aankijkt, en me wil vermoorden, weet ik waar ik aan toe ben. Maar vissen zijn zo uit-drukkingsloos. Toen ik twaalf was, had ik een goudvis. Die vond ik niet eng. Tot de vis tijdens het verschonen van de kom in de wasbak viel. 
Ik durfde ’m niet op te pakken en moest de buurman om hulp vragen.” Met alle gevolgen van dien: “Ik zwem niet in de Noordzee want dan kan ik de bodem niet zien. Als ik iets voel, denk ik meteen dat het een vis is. Ik gruwel van dat geglibber. Bij helder water durf ik wel de zee in. Maar ik ben dan niet relaxed. Ik trek veel 
liever een baantje in het zwembad. Vis eten 
doe ik wel, maar dan wel zonder vel. Zodat je niet ziet dat het een vis is. Geef mij maar een lekker filetje.”

Psycholoog Van den Berg: “Bij veel specifieke 
fobieklachten wordt een verkeerde conclusie 
getrokken. Met goed begeleide confrontatie-
therapie kun je een fobie vaak in enkele uren wegnemen.” Graven in het verleden is volgens Van den Berg in dit geval geen must: “Het voegt meestal niets toe en kan zelfs frustreren. Ons angstbehandelcentrum behandelt soms mensen met muggenangst. Die introduceer ik dan aan een muggenexpert die zijn kennis deelt. Hierdoor worden gevoelsmatige negatieve verwachtingen ontkracht, en wordt de emotionele associatie met het dier teruggedrongen.”

Horrormesje

Jessica (38) werkt op de meldkamer bij de politie en is bang voor scheermesjes. “Ik was een jaar 
of dertien en dacht: het is tijd om mijn benen 
te scheren. Ik pakte mijn vaders scheermes. 
Onhandig en onervaren als ik was, bleek benen scheren met een bot mes geen goed idee. Voor 
ik het wist, had ik een plak huid van een centimeter of tien te pakken. Ik keek beduusd naar 
het mesje waar een plak vel in zat. Toen keek 
ik naar m’n scheen. Het deed pijn. Langzaam borrelde bloed op en daarna ging het stromen. Sindsdien kom ik niet bij scheermesjes in de buurt. Mijn vriend verstopt ze voor me. Als hij 
er wel eentje laat slingeren, raak ik het mesje 
niet aan. Dan roep ik hem erbij en zeg dat ie moet opruimen. Nu!” Jessica’s angst zorgt er gelukkig niet voor dat ze met behaarde benen moet rondlopen. Ik gebruik een elektrische shave voor m’n benen. Die heeft tenminste geen scherpe mesjes die lappen huid kunnen wegsnijden. Het is in mijn hoofd een steeds groter horrorverhaal geworden. Als ik 
weet dat mijn vriend zich boven aan het scheren is, gaat m’n hart sneller kloppen.” Hetzelfde effect hebben al die reclames van scheermesjes: “Je hebt er een van een tennisser die zijn hoofd kaal scheert. Kippenvel!”

Psycholoog Van den Berg: “Jessica heeft een beladen herinnering. Je haalt dan eerst de lading van de herinnering af door te blijven concentreren op alle details van de herinnering, totdat er gewenning optreedt. Als er dan nog angst overblijft, zit er niets anders op dan de confrontatie opzoeken. Als therapeut zou ik de scheerhandeling eerst voordoen, dus met een scheermes mijn been scheren. Vervolgens kan zij de handeling kopiëren. En dit vaak herhalen. Dat zorgt voor zelfvertrouwen om de handeling goed uit te 
voeren. En dan zie je met eigen ogen dat waar
je bang voor bent, niet zal gebeuren.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 32. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Wat te doen als angst je leven beheerst? verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Jeroen Spitzenberger: ‘Voetbal, bier, tieten: niks voor mij’

$
0
0

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 32 – 2016

Hij is rete-druk qua werk (hij speelt in kinderfilm ‘Meester kikker’, in de film ‘Een echte Vermeer’, én staat dit najaar op de planken in het theater), maar houdt het verder liever rustig. Jeroen Spitzenberger (40): ‘Op vrijdagavond trek ik liever de gordijnen dicht en plof op de bank.’

Interview Elle Smolders | Foto’s Janey van Ierland

Het mag dan hoogzomer zijn, toch regent het flink op deze dinsdagmiddag in Amsterdam. Een tikkie verzopen en met beslagen bril komt Jeroen de lobby van The College Hotel binnen gelopen. Als hij, eenmaal neergestreken en met een verse cappuccino voor zijn neus, hoort dat het thema van dit nummer ‘extreem’ is, moet hij smakelijk lachen. “En jullie vragen míj? ‘Extreem’ is zo’n beetje het enige woord dat níet in mijn vocabulaire voorkomt.” Vooruit, laten we er maar het beste van maken.

Hoe is het met je?

Lachend: “Extreem goed! Zo, hebben we alvast één puntje binnen. Ik heb een volle agenda, wat heel fijn is, en ik ga straks zes weken op reis met mijn vrouw en kinderen. Heel veel projecten moeten daarom nu worden afgerond, dus dit zijn bijzonder hectische weken.”

Je hebt niet stilgezeten de laatste tijd.

“Niet echt. Ik speel de hoofdrol in de film ‘Meester kikker’ die nu draait, en binnenkort is de première van ‘Een echte Vermeer’, waarin ik meestervervalser Han van Meegeren speel. Op dit moment zitten we ook midden in de opnames van een nieuwe serie die in september op tv komt, ‘VluchtHS13’. En dan doe ik dit najaar ook nog een theaterstuk.”

Extreem druk, dus.

“Het lijkt heel veel, maar het liep allemaal natuurlijk in elkaar over of langs elkaar heen. Alleen tijdens ‘Een echte Vermeer’ heb ik alleen dát gedaan. Het was een intensief project en een gecompliceerde rol, waar veel voorbereiding in ging zitten. Er is maar één scène waarin ik níet te zien ben. Die film liet zich niet met andere klussen combineren.”

Een heel andere rol dan we van je gewend zijn.

“Dat script was een klein godsgeschenk voor me. Het was zó interessant. Ik las het en dacht: what the fuck, hoe ga ik dit doen? Ze willen dus dat ík het ga doen, maar hoe ga ik dat in godsnaam voor elkaar krijgen? Ik was heel erg toe aan zo’n uitdaging, merkte ik. Ik heb het stapje voor stapje aangepakt; eerst heb ik me ingelezen en vervolgens heb ik onder andere schilderlessen genomen om te weten hoe je een penseel vasthoudt.”

Ben je perfectionistisch?

“Ik probeer vooral heel grondig te zijn. Perfectie moet je niet willen nastreven, ‘perfect’ bestaat namelijk niet. En bovendien: het loopt toch 
altijd anders dan je van tevoren denkt. Het script wordt aangepast, de regisseur maakt bepaalde keuzes die alles omgooien… Als acteur ben je 
alleen maar een schakel in een groter geheel. 
Ik heb vaak het gevoel dat mijn vak een soort 
oefening is in je ergens compleet in vastbijten 
en dan weer loslaten. Anders red je het niet. Ik vertrouw mensen die van zichzelf zeggen dat ze een controlfreak zijn ook nooit zo. Alsof ze zichzelf een compliment willen geven, een schouderklopje. Nou, stoere jongen hoor!”

In 2015 zei je gestopt te zijn met theater om 
je kinderen vaker te kunnen zien. Dit najaar sta je met Georgina Verbaan in het DeLaMar Theater…

“Aan die belofte heb ik me ook gehouden, anderhalf jaar lang. Een van de redenen dat ik minder theater wilde doen, was inderdaad dat ik meer wilde meemaken van mijn kinderen. De tweede reden was dat ik, op het moment dat ik die beslissing nam, een beetje theater-moe was. De afgelopen acht jaar speelde ik bij het Nationale Toneel in Den Haag. Dat waren ook de jaren dat ik 
kinderen kreeg én mijn tv-carrière een boost kreeg. Er kwam in alle opzichten veel op m’n pad. Ik heb lang geprobeerd dat allemaal met grote, brede armen te omarmen, maar vorig jaar merkte ik dat ik op m’n tandvlees liep. En dat 
ik de lol erin begon te verliezen. Elke keer weer dat busje in richting Oss, Spijkenisse, Heerlen. 
Ik ben dol op mijn werk en ik ben er goed in, maar ik heb niet voor niets kinderen genomen. Ehh, gekregen. Gemaakt. Dus stopte ik even met theater. Maar nu mag het wel weer.”

Ik wist niet dat je dat ook doet, theater.

“Grappig is dat, heel veel mensen weten dat niet. Terwijl ik televisie er juist heel lang náást heb gedaan. Toneel was mijn ‘echte werk’. Maar de afgelopen jaren zijn de tv-en filmprojecten alsmaar groter geworden en kennen mensen 
me vooral daarvan.”

En zit je ineens in het bakje van ‘womanizer’.

Lachend: “Zo werkt dat met een groot publiek en de media. Ik heb een paar van die rollen 
gespeeld, waaronder ‘Divorce’. Die serie is in 
de afgelopen vier jaar zó groot geworden. Ik 
was laatst in het zwembad, riepen al die kids: ‘Hé Boudewijn!’ Dat ik dacht: jullie zijn elf, 
kijken jullie naar ‘Divorce’?! Mensen kennen me vooral van dat soort rollen en weten nauwelijks wat ik ernaast doe. Maar dat is ook oké, het waren grote dingen qua impact en bekendheid. Dat mensen die associatie leggen, is dan niet zo gek. Als je hoort dat Piet Römer dood is, zie je ook alleen Baantjer, de man met dat hoedje, voor je. Terwijl hij er een hele carrière naast had.”

Waar gaat de reis naartoe?

“Naar Mexico. Mijn vrouw is Mexicaans, dus 
we gaan daar elk jaar voor langere tijd heen. Een beetje reizen, uitrusten, heel fijn. En ook belangrijk voor de kids, want het Mexicaans-zijn is ook onderdeel van wie ze zijn. Mijn vrouw spreekt thuis Spaans tegen ze. Als ze zin hebben, spreken ze Spaans terug.”

Waar heb je haar leren kennen?

“Tijdens een workshop Commedia dell‘arte, maskerspel, in Italië. Ik was daar in 2003 omdat ik eens wat nieuws wilde leren en heb toen een hele zomer in Noord-Italië doorgebracht.”

Ze zette haar masker af en jij was betoverd?

“Zoiets, ja. Ik dacht meteen: leuk! Maar zij had een relatie en ik trouwens ook, en we woonden allebei aan een andere kant van de wereld, dus verder gebeurde er niet veel. Toch werden we daarna verliefd. Een jaar later kwam ze naar Nederland. And the rest is history…”

Als ik je naam googel, zijn de populairste zoektermen ‘Jeroen Spitzenberger 
relatie, ‘Jeroen Spitzenberger vriendin’ en ‘Jeroen Spitzenberger getrouwd’. Vrouwen zijn daar erg 
benieuwd naar.

“Dat kunnen ook mannen zijn, hè! Maar ik ben me wel bewust van de toegenomen vrouwelijke aandacht, als je dat bedoelt.”

Waaraan merk je dat?

“In het dagelijks leven. De supermarkt, op straat. Overal eigenlijk. Olinda heeft 
die ‘ontwikkeling’ ook helemaal meegemaakt, met name na ‘Divorce’. Maar inmiddels ben ik het gewend. Shit, die zin wilde ik dus koste wat het kost vermijden. Die komt er niet in, hè!”

Het wordt de kop.

“Dan word ik dus ‘extreem’ boos! Haha. Nee, maar ik ben er wel aan gewend geraakt dat mensen kijken en dat dat de laatste tien jaar 
gradueel meer is geworden. Maar ik kijk er 
letterlijk niet naar om. Oké, als het een leuke vrouw is, kijk ik terug, maar ik maak er geen dagtaak van om daarmee bezig te zijn. Ik vind aandacht van leuke mensen leuk, maar aandacht in het algemeen interesseert me niet. Aan de andere kant heb ik ook het geluk dat ik heel vaak níet word herkend. Waldemar en Dirk 
zijn bijvoorbeeld veel meer uitgesproken in hun uiterlijk. Ik heb het gevoel dat ik makkelijker kan blenden.”

Je ziet er ook niet uit als een typische 
‘Boudewijn’.

“Totaal niet. Laatst zei mijn buurvrouw ook 
zoiets. Na vier gesprekken over de tuin, de 
kinderen en wanneer de groencontainer naar buiten moet, zei ze ineens: ‘Jij bent eigenlijk 
helemaal niet zoals op tv.’ Dat je denkt: jongens, ik ben acteur! Wat je op tv ziet, heeft niets te maken met wie ik echt ben.”

Wie is dat dan?

“Goeie vraag. Op de eerste plaats ben ik vader, denk ik. Ik vind het vaderschap echt fantastisch, het allermooiste wat er is. De liefde voor je kids is zó onvoorwaardelijk, ik denk niet dat iets daaraan kan tippen. Ik hoop ook dat ze die 
liefde en dat vertrouwen altijd zullen voelen. Dat ze weten: ik kan bij hem terecht en dat ze dingen fout mogen doen. Én dat er wat te lachen valt. Maar ik hou uiteraard ook van mijn Olinda en van mijn werk. En van goede muziek. ‘Zwarte muziek’, zoals funk, jazz en soul vind ik fantastisch. Ik ben dit jaar ook weer naar North Sea Jazz festival geweest.”

En Lowlands?

“Nee. Drie dagen festivallen is niet mijn ding. 
Ik zou het weleens willen proberen, als een 
soort antropologisch onderzoek. Drie dagen 
niet douchen, alleen maar pizza eten, wakker worden naast vrouwen van wie je denkt: hmmm, en heel veel bier drinken.” Jeroen staart even voor zich uit. Dan: “Nee, laat maar. Nu ik het 
zo opsom, denk ik al: fuck dat onderzoek. Niks voor mij, haha.”

Hang je weleens in de kroeg?

“Ik ben nooit een kroegtijger geweest. Ik vind het leuk om lekker te gaan eten en goede gesprekken te voeren, maar van café naar café: nee. Ik hou sowieso niet zo van plekken waar ik heel hard moet schreeuwen om mezelf verstaanbaar te maken. En ik vind veel mannengesprekken saai. Voetbal, bier, tieten: 
‘Divorce’ zat vol met dat soort scènes. Dan ben ik dus weg, hè. Echt ‘ouwehoeren’ is niks voor mij. Ik kán het ook niet. Ik hou ervan als er in een gesprek iets gebeurt. Wat dat betreft praat ik 
liever met vrouwen. Vrij-
gezellenfeesten, ook zoiets. Vreselijk!”

Is dat altijd zo geweest?

“Altijd. Ik heb het ook niet nodig om te ontspannen of te ontladen. Ik doe op vrijdagavond liever de gordijnen dicht om thuis te chillen, dan dat ik de kroeg in ga.”

Maar waar laat je je Boudewijn-charmes 
dan los?

Lachend: “Waar ik ze maar kwijt kan! Maar niet in de kroeg dus. Misschien ben ik wat dat betreft wel extreem braaf.”

Je bent dit jaar veertig geworden. Is dat een dingetje?

“Totaal niet. Míj maakt het niet uit of ik nu twintig, dertig of veertig ben, maar je gaat er bijna wat van vinden doordat anderen er zo mee bezig zijn. Dan kan ik weleens denken: holy shit, véértig! Ik had nooit gedacht dat ik die leeftijd ook nog eens zou passeren. Maar ik vind 
ouder worden totaal niet erg, ik heb er juist altijd naar uitgezien. Jezelf ontwikkelen, geen idee hebben welke kant het opgaat, je kinderen zien opgroeien: dat is allemaal zo spannend. Dat ik nu getrouwd ben met een Mexicaanse en twee kinderen heb, dat is toch te gek?”

En het uiterlijk verval?

“Daar doe ik ook niet moeilijk over. Tuurlijk, ik zie er liever goed uit dan niet goed. Liever een beetje fris dan dodelijk vermoeid. Maar beide fases ken ik, met veel werk en een jong gezin. En als ik hier verregend zit, met jou, dan is dat zo. Ik heb gelukkig de ambitie niet om er als een halve bodybuilder bij te lopen, zoals sommigen van mijn collega’s doen. Mijn interesses liggen op een ander vlak. Ik wil gewoon een leuk leven leiden.”

Ben je misschien ‘extreem gelukkig’?

“Ja! We hebben ’m hoor. Eigenlijk wel. Niet dat ik alleen maar in euforische staat door de dag dans, maar onder alles wat ik doe, ligt een gevoel 
van dankbaarheid. Ik vind 
het leven echt heel, heel erg leuk.” •

Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Achter de schermen bij de opnames van Meester Kikker

Het bericht Jeroen Spitzenberger: ‘Voetbal, bier, tieten: niks voor mij’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Gaby (36) heeft CRPS: ‘Elke aanraking doet pijn’

$
0
0

Aanrakingen, de wind, trillingen: alles doet Gaby Santcroos (36) pijn. Helse pijn. Ze was danseres, actrice en model, nu lijdt ze aan het Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), is ze aan huis gekluisterd en probeert ze voor haar dochters Aviya (3) en Shaya (6 maanden) te zorgen.

Interview Merel Brons

“Ik kan niet op vakantie, de trillingen van het vervoer zijn te pijnlijk. Daarom gaan we in de zomer meestal een paar nachten naar een hotel, zevenhonderd meter van ons huis. We picknicken op het grote bed en dobberen rond in het hotelzwembadje. Onze oudste dochter weet niet beter: dat is vakantie. Ze vindt het fantastisch.”

Suïcideziekte

“Ruim zeven jaar geleden stootte ik het ‘elektrische botje’ in mijn elleboog. Het was zwaar gekneusd en dat werd maar niet minder. Sterker nog: het werd erger. Ik kreeg bovendien nog meer onverklaarbare pijnen in mijn lichaam. Ik ging de medische molen in, en de conclusie was dat ik het Complex Regionaal Pijn Syndroom heb. CRPS is een aandoening waarbij je hersenen alle prikkels die je binnenkrijgt omzetten in pijn. Dat kan van alles zijn. De wind, de zon, de trillingen van een voertuig of zelfs als er iemand langsloopt: ik krijg er pijn van. Helse pijn. Vierentwintig uur per dag. Pijn die heftiger is dan amputatiepijn of bevallingspijn en die gelijk staat aan stroomstoten van meer dan zeshonderd volt. Deze ziekte is nummer twee op de lijst van pijnlijkste ziektes. Ze noemen het ook wel de suïcideziekte. Ik slik dagelijks morfine om het leefbaar te houden. Ook sex doet pijn, ja, maar dat heb ik ervoor over. De energie die ik op een dag tot mijn beschikking heb, is beperkt. Je moet je voorstellen dat ik pijn krijg van vrijwel alles wat ik doe. Dat begint al met douchen, de warmte van het water doet me pijn. Mezelf afdrogen is onverdraaglijk, dus ik sla een handdoek om me heen en laat mijn lichaam voor de rest aan de lucht drogen. Ik heb veel last van aanrakingspijn, het voelt alsof ik in brand sta. Ik draag daarom zo min mogelijk kleding. Mijn gezin weet niet beter of ik loop door de huiskamer in mijn ondergoed. Mijn oudste dochter vindt dat normaal, ze heeft zelf in huis vaak ook alleen een rompertje aan. Als ik naar buiten ga, draag ik zo min mogelijk, het liefst een flodderig jurkje. Zelfs mijn blote voeten op het tapijt doen pijn.”

Kinderwens

“Toen mijn man Ruben en ik aan kinderen wilden beginnen, waren er mensen die zeiden: ‘Waar begin je aan? Moet je je nou nog meer op de hals halen?’ Voor ons voelde dat anders. Onze kinderwens was zo groot dat we dachten: we vinden wel een weg. Ik heb het gevoel dat dat is gelukt. Ik ruim bijvoorbeeld de Duplo 
op met mijn tenen, net als een aap. En als ik door de vermoeidheid aan het eind van de dag niet meer goed kan praten omdat de trillingen van mijn stem pijn doen, communiceer ik met onze oudste door middel van gebarentaal. Stofzuigen kan ik niet, dat doet Ruben. Ik gebruik de kruimeldief om de boel toch een beetje op orde te houden. Verder zit en lig ik veel. Op de bank of op bed. De kinderen zijn niet anders gewend, ik speel meestal met ze vanaf de bank. En ik voed de jongste liggend. Dat doet pijn ja, zeker als ze erg beweeglijk is. Maar dat geldt ook als ik haar op een andere manier eten geef, dus dan kies ik toch voor borstvoeding. Daarbij kan ik haar in elk geval zo positioneren dat het zo min mogelijk pijn doet. Knuffelen, zowel met mijn man als met mijn kinderen, doet ook pijn. Maar 
ik vind dat zo heerlijk dat ik die pijn voor lief neem. Ik heb de afgelopen jaren een aantal behandelingen ondergaan in de hoop dat de pijn minder zou worden en ik met minder medicatie toe zou kunnen. Helaas hebben die geen effect gehad. De klachten zijn alleen maar erger 
geworden.”

Koffiedate

“Na zeven jaar leven met deze ziekte heb ik een modus gevonden om ermee om te gaan. Ik weet hoe ik mijn dagen moet indelen om zo min mogelijk last van de pijn te hebben. Ik zorg dat ik ’s ochtends iets kan doen, iets in het huishouden of ik maak een wandeling naar een koffietentje in de buurt. ’s Middags moet ik rusten en daarna kan ik voor het eten zorgen. Ik ga elke dag lopen, weer of geen weer. Als ik dat niet doe, wordt de pijn erger. Ik ga vrijwel elke avond vroeg naar bed, samen eten met man en kinderen red ik al niet meer. Die prikkels zijn me te veel. Natuurlijk vind ik dat niet leuk. Maar nu is de jongste nog een baby. Als ik straks geen gebroken nachten meer heb, krijg ik vast weer meer energie. Naast de aanhoudende pijn heb ik ook pijnaanvallen. Die probeer ik te beperken door ze niet te triggeren. Ik stel mezelf zo min mogelijk bloot aan warmte, kou en trillingen. Daardoor is reizen geen optie. Eigenlijk blijf ik zo veel mogelijk binnen. De relatie tussen Ruben en mij is in essentie niet veranderd sinds ik ziek ben geworden. Er is veel liefde tussen ons, en met humor kunnen we een hoop relativeren. Natuurlijk zijn we wel beperkter in wat we samen kunnen doen. Naar een restaurant gaan zit er bijvoorbeeld niet in. Maar we hebben wel elke week een koffiedate, met onze jongste dochter erbij. Dat vind ik erg waardevol. Daarnaast stimuleer ik dat Ruben leuke dingen met zijn vrienden 
blijft doen: etentjes, feestjes. 
’s Avonds kijken we vaak samen series op de laptop op bed. Dat zijn fijne momenten, en een prettige afleiding van de pijnaanvallen. Structurele hulp van anderen hebben we niet, alleen de thuiszorg komt elke ochtend om me te helpen met douchen. Vrienden hebben het druk met hun eigen leven, die vraag ik niet zo snel om hulp. Ruben en ik proberen alles met z’n tweeën en ons gezin zo goed mogelijk te rooien. Als we goed plannen en organiseren, lukt dat aardig. Hij werkt fulltime, maar doet veel in het huishouden. Het schiet er alleen soms een beetje bij in om schoon te maken. Maar ik heb dat losgelaten, het heeft voor ons geen prioriteit.”

Beperkte mama

“Soms doet het me verdriet als ik bedenk dat mijn kinderen mij alleen kennen als een fysiek beperkte mama. Ik zou met ze willen rennen, vliegen en dollen, zoals ik dat vroeger wel had gekund. Maar ik ben er het type niet naar om negatief naar mijn leven te kijken. Ik hou van het leven, van míjn leven. Ik accepteer dat het zo is en ik denk in mogelijkheden in plaats van beperkingen. Om een voorbeeld te noemen: Aviya vindt het fantastisch om naar de speeltuin te gaan. Voor mij is het een opgave om daar te wachten terwijl ze speelt. Ik heb nu een inklapbaar vissersstoeltje gekocht waarop ik kan zitten en dat mijn hoofd ondersteunt. 
Ik ben na zo’n uitje nog steeds helemaal gesloopt, maar ik doe het wel. En we genieten 
er allebei intens van.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA Mama 6-2016.  Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Gaby (36) heeft CRPS: ‘Elke aanraking doet pijn’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Zarayda Groenhart: ‘Als een soort affaire naast mijn bedrijf schreef ik ’s avonds sexscènes’

$
0
0

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 32 – 2016

VIVA drinkt elke week een drankje met een inspirerend iemand. Deze week: Zarayda Groenhart (34), die na haar tv-carrière haar eigen bedrijf theWhyGirl oprichtte en nu succesvol online ondernemer is.

Tekst Jessica van Zanten | Foto’s Anke van der Meer

Als deze interviewer ietwat te laat bij de rooftopbar van de SkyLounge Amsterdam verschijnt, praat Zarayda Groenhart al honderduit tegen de fotograaf over haar online onderneming theWhyGirl. Drie jaar geleden besloot ze haar vaste baan als presentatrice bij BNN op te zeggen om haar media academy voor creatieve ondernemers op te richten. Een sprong in het diepe, die haar gelukkiger maakt dan ooit. “Het gaat heel goed, spannend goed zelfs.”

Je had een goede baan bij BNN, veel mensen zeiden vast: niet loslaten!

“Ja iedereen, behalve mijn vader. Hij is anderhalf jaar geleden overleden en hij was mijn cheerleader, maar ook mijn eerlijkste klankbord. Hij gaf me die liefdevolle schop onder mijn kont. Ik wilde graag andere programma’s maken, maar daar was geen ruimte voor, omdat anderen ervoor werden gekozen. Mijn vader zei: ‘Je bent niet meer zo gelukkig bij BNN, je zit maar te wachten totdat je gekozen wordt. Maar als je écht ballen hebt, kies je zelf.’ Natuurlijk had ik allerlei excuses. Toen zei hij: ‘Elke dag dat je wacht, zijn er meer redenen om het niet te doen. Wat verwacht je: dat je opstaat en alles op magische wijze op z’n plek is gevallen? Zo werkt het niet.’ En hij vroeg telkens weer: ‘Wat wil je beleven?’ Een goede vraag, die ik mijn ondernemers nu ook stel.”

Wat antwoordde jij?

“Ik wil verhalen vertellen en dat zo vrij mogelijk kunnen doen. Vroeger moest je een tv- of radiozender achter je hebben als je een programma wilde maken. En als je wilde schrijven, moest je bij een krant of tijdschrift werken. We leven nu in zo’n toffe tijd met internet. Een tijd waarin je zelf kunt publiceren en een bedrijf kunt opbouwen waar je van kunt leven en waarmee je volledig creatief vrij bent. Ik zag in Amerika online ondernemers die zo werkten en ben gaan onderzoeken waar zij van leefden en hoe het precies werkte.”

En tussendoor heb je ook nog even een ‘Bouquet’-boek geschreven! Hoe, wat, waar?

“Haha, ja, zó leuk! Toen ik ervoor werd gevraagd, dacht ik meteen: leuk, van een zwaar naar een licht onderwerp. Daarna ging mijn ego opspelen. Moest ik wel zo’n gezapig boekje schrijven? Maar ik vond het écht leuk. Ik gaf aan dat ik wel wilde dat het over een powervrouw en een boytoy ging. Dat vonden ze interessant, die omgekeerde rollen kwamen niet eerder in een ‘Bouquet’-verhaal voor. Meestal is het een machtige man die een eenvoudig meisje redt. Een jaar lang was ik aan het schrijven, als een soort affaire naast mijn bedrijf schreef ik ’s avonds sexscènes. Het verhaal gaat over een Nederlandse carrièrevrouw en Cubaanse dansleraar en heet ‘Nachten in Havana’. Het was heerlijk om te schrijven, zo ongegeneerd sappig.”

Heb je zelf een relatie?

“Nee, ik had wel heel lang een goede 
relatie. Toen mijn alleenstaande vader ziek werd, hebben mijn vriend en ik hem in huis genomen. Hij ging rap achteruit. Het is echt heel zwaar om voor iemand 
te zorgen die elke dag aan het sterven is. Na zijn dood zijn we eerst verhuisd, maar na een paar maanden keken we elkaar aan en wisten dat het over was. Ik weet niet of het alleen te maken had met mijn vaders lijden en sterven, of dat het dingen op scherp heeft gezet die er al waren. Als iemand zo dicht bij je sterft, realiseer je je dat het leven kort is. Mijn ex en ik waren heel verschillend. We deden beiden veel water bij de wijn, omdat we zo van elkaar hielden. Maar we wilden allebei een ander soort bestaan. En nu date ik, haha.”

Hoe is dat?

“Best oké eigenlijk! Ik zit niet op Tinder ofzo, maar ontmoet veel leuke, creatieve mannelijke ondernemers. Dat past goed bij me. Ik ben niet heel haastig op zoek, want ik denk dat het allemaal wel goed komt. Dat komt ook doordat ik de heftige keuze heb gemaakt om m’n zekerheid los te laten en nu al drie jaar aan het ondernemen ben. Die stap heeft heel veel 
vertrouwen gegeven. En ik denk ook dat mijn vader hierboven op wat knoppen gaat drukken.”

Denk je veel aan hem?

“Op mijn vaders begrafenis wilden twee meiden een woordje doen. Alles van die dag is een waas, maar hun verhaal herinner ik me nog. Mijn vader was leraar en ze waren bij hem op school gekomen met een vmbo-advies. Hij zei dat ze veel slimmer waren en heeft ze bijles gegeven. Een van hen is uiteindelijk aan de Technische Universiteit van Delft gaan studeren en de ander deed geneeskunde aan de VU. 
Ik wist wel dat hij bijles gaf, maar dit 
wist ik niet. Hij heeft zo veel mensen 
geholpen. Dat is ook wat ik mensen met mijn bedrijf probeer te geven: een veilige plek om te onderzoeken wat je wilt beleven. Een podium om je verhaal te delen. Ik snap hem steeds beter. Ik denk elke dag aan hem en vind het fijn om over hem te praten, want dat verdient hij ook.”

Je treedt ook een beetje in zijn voet-
sporen, door mensen te helpen.

“Ja… in mijn eigen vorm.”
Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Never have I ever met Zarayda en Ryanne

Het bericht Zarayda Groenhart: ‘Als een soort affaire naast mijn bedrijf schreef ik ’s avonds sexscènes’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Reken maar van jazz met muziektalent Lorrèn

$
0
0

Ze heeft charisma, heel veel podiumtalent en een keeltje van 24-karaats goud. Geen wonder dat deze vrouw op het randje van doorbreken staat. Lorrèn (24) staat voor frisse jazz met een pop-vibe.

Tekst Tamara Klopper | Foto’s Daphne Ponsteen

Wat maakt jou uniek?

“Mijn vermogen tot vocale improvisatie. Als ik met mijn jazzkwartet speel, reageer ik op wat zij op de piano, contrabas en drums doen door een melodie boven op de melodie te zingen. Ik skat ook. Dan zing je niet met woorden, maar met klanken, zo van: ‘pe-pe-pe-de-de’! Heerlijk om te doen.”

Hoe is het begonnen?
“Mijn ouderlijk huis was altijd gevuld met jazzgeluiden. ’s Morgens werd het direct opgezet. Mijn vader kon ineens beginnen te skatten, en dan moesten mijn zus en ik hem nadoen. Op mijn vijftiende heb ik een bandje opgericht. Toen besloot ik dat ik er vol voor wilde gaan; ik vond het optreden zo leuk. Voor mijn achttiende verjaardag nam mijn zus me mee naar een Wicked Jazz Sounds-show. Ik kende dat concept nog niet. Je krijgt een soort leeg liedje van een dj of de muzikanten en als zangeres zing je daar een lijn bij. Wauw, dacht ik, dat wil ik ook. Ik heb het gewoon gevraagd en stond diezelfde avond op het podium. Vorig jaar was mijn single ‘The game of love’ veel te horen op de radio, omdat ik was verkozen tot Radio 2 Talent. Op dit moment werk ik aan mijn tweede album.”

Coolste ervaring?
“Bij een festivaloptreden in een kerk zong ik mijn single ‘Set the rules’. Er was geen trompettist bij en ik deed de trompetsolo met mijn eigen stem. Het galmde natuurlijk in die kerk, dat versterkte het geluid. Het klopte helemaal. ‘Waar haal je dat vandaan?’ vroegen mensen me later. Het overkomt me, ik hoor letterlijk melodieën in mijn hoofd.”

Is alles en iedereen in jouw leven verbonden met muziek?
“Ik heb vriendinnen die ook in de muziek zitten. Maar we zijn geen nerds die het vierentwintig uur over jazz hebben. Daar zou ik gek van worden. Ik wil uit eten gaan en over het leven praten. Thuis luister ik altijd naar muziek, ook als ik samen met mijn vriend zit te eten. Hij is moderne jazz- en hiphopdanser. Het komt voor dat we opstaan om samen te dansen op bossa-nova, of we doen gek op hiphop. Ik zou het jammer vinden als mijn vriend helemaal niets van muziek zou weten. Uiteindelijk ga je met iemand, omdat je de ander begrijpt. Elkaars artistieke taal spreken hoort daar ook bij.”

Toekomstdroom?
“Uitverkochte zalen en luisteraars in veel landen. Wat ik wil geven, is jonge, positieve jazz. Mensen denken bij jazz toch aan moeilijke piepjes en snerpgeluiden, waar je zittend naar luistert. Terwijl jazz ook luchtig kan zijn. De muziek die ik schrijf, heeft vaak een popstructuur, vooral met mijn stem geef ik er een jazz-twist aan.”

Naam Lorren Rettich
Discografie Album ‘Shades of blue’ (2015). Haar tweede album ‘Land of Possibilities, wordt eind maart verwacht.
Achtergrond Autodidact
Beste podiumoutfit “Een wikkelrok met crop top van dezelfde stof. Mijn moeder is ontwerpster, zij maakt al mijn outfits.”
Zie voor speeldata: lorrenmusic.com

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Reken maar van jazz met muziektalent Lorrèn verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Fleurs column: Slechte picmaker

$
0
0

“Jij kan echt, écht geen foto’s maken hè?” sprak de Kameel al swipend door mijn telefoon. Hij schudde zijn hoofd in slow motion. Nu stonden er op die paar schamele foto’s bij mijn weten vooral cocaïnewit zand, zacht wuivende palmbomen en zwembadblauw zeewater. Zo lelijk kon dat toch niet zijn? Nou goed, ik stond er zelf ook weleens op. Achter een bord gemuteerde garnalen bijvoorbeeld, uitgewrongen na weer een massage of lurkend aan een volgende bloody mary. Ik kon het ook niet helpen. Op de afdeling buitenkansjes waar mijn stewardessenvriendin Zuil werkt, had ik een week in een Thais paradijs gevonden. En laten we eerlijk zijn: daar is een mens wel aan toe na een weekend Berlijn.

Ik zou de opmerking van de Kameel omtrent mijn fotografische vaardigheden dus kunnen afdoen als pure jaloezie. Ware het niet dat Zuil een paar dagen eerder ook al proestend in haar mojito zei: “Jezus Meijer, wat ben jij een slechte picmaker.” Ik bleek dus zelfs een tropisch eiland te kunnen beeldverkrachten.

Nu vind ik foto’s maken ook gewoon stom. Fotograferen is een hinderlijke onderbreking van vrijwel alles. Foto’s zorgen dat eten koud wordt, verstoren een concert, belemmeren een schitterend uitzicht of geven juist een schitterend uitzicht op de onderkin waarvan je het bestaan eerst nog kon ontkennen. Nee, als het om foto’s gaat, haal ik graag het motto van mijn nimmer fotograferende vader aan: ‘Ik onthoud het wel.’ Nu overleed hij jong, en achteraf ben ik blij dat ik wél een mamarazza had.

Ik bleek zelfs een tropisch eiland te kunnen beeldverkrachten

Om mezelf en mijn leven aan al te erge vergetelheid te ontrukken, maak ik dus toch soms foto’s. Zij het alleen bij speciale gelegenheden, en zo rap mogelijk. Compositie, licht, perspectief en kleur kunnen mij dientengevolge baarlijk aan de reet roesten.

“Ik ben een slechte picmaker. Ik weet het”, zei ik dus berustend tegen de Kameel, die verder swipete. Ineens bleef zijn blik zowaar ergens hangen. “Wat is dit?” zei hij. “Ha!” zei ik na een blik op de foto. “Dit is nou de reden dat ik de huidige beeldcultuur verwerp,” riep ik vol vuur. “Hier zaten we de hele dag naast op het strand. Dit Chinese golddiggertje is het ergste vrouwmens dat ik ooit heb gezien. Echt, zó geobsedeerd door zichzelf. Deze shoots gingen dus de hele dag door. Hier, zie je die arme hond? Na deze pose gaf ze hem een schop. Ze sprak geen woord tegen haar man, kijk dan hier, zo’n goeiige Chinese IT-nerd. Of ze blafte hem af. En kijk, toen het avond werd en de muggen kwamen, moest haar slaaf haar inwikkelen in lakens en insmeren. Als hij een plekje vergeten was, schold ze hem uit. En kijk dan hoe verbouwd ze is! Ogen, neus, lippen, tanden, tieten: alles! Bi-zar. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden.”

De Kameel scrollde niet begrijpend verder. “Dat zie ik. Je hebt heel veel foto’s van haar,” zei hij. “Jij verwerpt dus de huidige beeldcultuur door veel foto’s te maken van mensen die veel foto’s maken?”

“Eh,” zei ik. Ik besloot voortaan gewoon alles te onthouden.


VIVA-journalist Fleur Meijer (35) schrijft over haar dagelijkse strubbelingen. Elke week lees je Fleurs column in VIVA.

Lees meer columns van Fleur:
Zelfhulpthriller
In de kou
Doomsday
Hallo
IPB
Boodschappen
Nomen est omen
Stukje experience
Woorddiarree
Slijpen
Winaars van de nacht
Antwerpen
God en Elvis
Bedankt, rossige clown
Der Club

Het bericht Fleurs column: Slechte picmaker verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Fail away: deze celebs leerden van hun missers met vallen en opstaan

$
0
0

Niet elke celebrity carrière was meteen from the start een succes. Velen hebben de top bereikt met vallen en opstaan. En héél veel afgewezen worden. Maar gelukkig kan iedereen van zijn mislukkingen leren. Want zelfs al ben je wereldberoemd, dan nog is succes niet altijd gegarandeerd.

Yeezy

Kanye West wil alles gedaan hebben in zijn leven, dus ook kleding ontwerpen voor vrouwen. Helaas was zijn kledinglijn, die tijdens de Paris Fashion Week in 2011 het licht zag, een grote flop. Kan ie dat ook weer van zijn lijstje afstrepen, én hij blijft een van de best verdienende artiesten wereldwijd.

J.No

Alles wat J.Lo aanraakt, wordt goud. Denken we. In 2008 begon ze een latin 
restaurant in Californië, dat kort daarna alweer werd opgedoekt vanwege financiële 
problemen. Kan gebeuren!

Gospel Perry

Voordat Katy Perry een 
succesvolle popzangeres werd, lanceerde ze eerst een gospel-cd. Ze verkocht welgeteld tweehonderd exemplaren, waarna ze het toch nóg een keer mocht proberen. Nu met muziek die beter bij haar paste.

Jay wie?

Hij heeft het gemaakt, dat lijdt geen twijfel. Maar ooit was Jay-Z niet populair. Tientallen labels wezen hem en zijn platen af, totdat één bedrijf hem een kans gaf. Dat was 
alles wat hij nodig had.

Zelfs Oprah

Oprah werd in het begin 
van haar carrière ontslagen
als verslaggever bij het nieuws omdat ze te betrokken was 
bij de mensen die ze moest 
interviewen. Look at her now.

Herkenbaar?

Je veelbelovende start-up is na een halfjaar failliet. Je zegt alles op om weer te gaan studeren, maar valt na de eerste tentamens al af. Of je peperdure droomhuis blijkt een bouwval. No stress: van mislukkingen kun je leren, dus bring on the failures! In VIVA 8 lees je deze hoe je het beste kan leren van je fouten. Want als je geen fouten maakt, leer je ook niets. 

 VIVA 8 ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen.

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Fail away: deze celebs leerden van hun missers met vallen en opstaan verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Streetview: A compliment a day keeps the doctor away

$
0
0

Woensdag 1 maart is het Nationale Complimentendag. De perfecte dag om een ander wat lof toe te zwaaien! VIVA ging de straat op: wie verdient er een compliment?

Tekst en beeld Daphne Ponsteen

Loes van der Laan (22), student Global Health

Krijg je weleens een complimentje?

“Ja! De leukste complimentjes gaan toch wel over je persoonlijkheid, dat vind ik leuker om te horen dan iets over je uiterlijk. Ik krijg het vaakst complimentjes van mijn vriend en ouders.”

Soms vind ik complimentjes wel ongemakkelijk.

“Het ligt aan de situatie en van wie je een compliment krijgt. Volgens mij weten veel mensen er soms niet op te reageren. ‘Oh ik heb vandaag niks aan mijn uiterlijk gedaan joh!’, een excuus is al snel gemaakt. Maar bij vrienden vind ik het makkelijker om dankjewel te zeggen.”

Wie zou je een compliment willen geven en waarom?

“Jou! Ik vind je knalroze muts namelijk echt supertof. Je hebt ‘m net gekocht? Ik vind het leuk als mensen voor iets verrassends kiezen in hun outfit. Dus het complimentje gaat bij deze naar jou.”

Alex Thiltges (29), eigenaresse zwemkledingmerk Anja Paris

Geef jij graag complimentjes?

“Ja! Ik ben gek op het geven van complimentjes. Ze kosten niets en het kan iemand z’n hele dag goedmaken. Ik vertel mensen het liefst dat ze er mooi uitzien.”

Van wie krijg jij de meeste complimentjes?

“Zonder twijfel van mijn man. Hij zegt continue hoe mooi, slim en grappig ik ben. Ik vind het geven van complimentjes essentieel in een relatie. Het is zo goed voor je zelfbeeld en maakt je een stuk onzekerder. Ik kan het iedereen aanraden.”

Aan wie geef jij ‘m?

“Ik woon in Parijs en ben een weekendje in Amsterdam voor het vrijgezellenfeest van mijn beste vriendin. Zij verdient een groot compliment. Ze is er altijd voor me, door dik en dun. Ze is gewoon een geweldig mens.”

Sanne de Wit (28), woonbegeleider in de psychiatrie

Wat is het laatste compliment dat je hebt gehad?

“Een meisje in een kledingwinkel kwam net naar me toe om me te complimenteren over mijn tas! Hij is van Rains en echt perfect voor dit koude, natte weer. Het is altijd leuk om een complimentje van een vreemde te krijgen.”

Strooi jij veel met complimentjes?

“Ja, best wel. Ik geef ze vooral aan mijn vriendinnen. We zijn vrouwen dus de gesprekken gaan vaak over kleding. Daar geef ik dan ook de meeste complimentjes over, ze zien er vaak erg leuk uit.”

Wie verdient er een compliment?

“Mijn beste vriendin verdient een groot compliment omdat ze net uit een relatie komt en ondanks alles toch op een hele positieve manier naar dingen kijkt. Dat vind ik erg knap.”

De rest van het artikel lezen? VIVA 8 ligt nú in de winkel (of bestel ‘m hier!).

Het bericht Streetview: A compliment a day keeps the doctor away verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Christin heeft een conversiestoornis: ‘Te veel spanningen legden mijn lichaam letterlijk plat’

$
0
0

Een avondje in de pizzeria begon heel leuk. Totdat Christin (30) opeens niet meer kon lopen. Niet veel later kreeg ze toevallen. Ze bleek een conversiestoornis te hebben: een psychische aandoening waarbij acute stress overslaat in lichamelijke klachten.

Tekst Maaike Helmer

“De eerste keer dat ik door mijn benen zakte, was tijdens een etentje met vrienden. Ik was achttien en zat in mijn laatste studiejaar in Duitsland – ik ben van oorsprong Duitse. Aan het eind van de avond merkte ik dat mijn benen ‘zacht’ werden. Het lukte me niet meer om ze voor elkaar 
te zetten. Het zit in mijn aard om nuchter met situaties om te gaan en ik raakte dan ook niet in paniek, dacht dat het door vermoeidheid kwam, of een gekke bloedsuikerspiegel. Misschien had ik wel te lang in dezelfde positie gezeten. 
Ik voelde me verder prima, dus écht ernstig zou het toch niet zijn? Door mijn ‘droge’ houding reageerden ook mijn vrienden niet overbezorgd. 
We braken de avond wel af, 
ze ondersteunden me naar 
de auto en brachten me naar huis. Daar schrok mijn moeder zich kapot: ‘Je kunt niet meer lópen? We gaan nú naar het ziekenhuis!’
Diezelfde avond zat ik inderdaad in het ziekenhuis en uiteindelijk heb ik er drie weken gelegen. Eerst werd gedacht aan drugsgebruik – wat niet klopte – en later kwamen 
allerlei mogelijke diagnoses voorbij, tot een hersentumor aan toe. Het eerste weekend daar kreeg ik een soort epileptische aanval. Het begon in mijn arm, ging naar mijn been en uiteindelijk schudde mijn hele lichaam. Ik kon nog wel gewoon praten. Daarna kreeg ik meer – en ernstiger – aanvallen. Soms waren ze 
zó heftig, dat ik het ziekenhuisbed kapot trapte. Ook al was er nog geen diagnose, 
de artsen gaven me voor de 
zekerheid anti-epileptica en als een aanval urenlang duurde of te veel van me vergde, kreeg ik spierverslappers. 
De medicijnen maakten me wazig, ik kan me dan ook 
niet veel van die drie weken herinneren. Ik werd van alle kanten doorgelicht, maar er werd niks gevonden. Bang was ik niet. Bij het wegstrepen van elke ernstige diagnose dacht ik vooral: dát is het gelukkig niet. En om me heen in het ziekenhuis zag ik ook aan andere 
patiënten: het kon altijd erger.”

Mannen met helmen

“Ik werd doorgestuurd naar een neurologisch centrum; misschien was het een spe
ciale vorm van epilepsie. Dat centrum was echt een heel andere wereld. Zo waren er volwassen mannen die helmen droegen; ze hadden zulke zware epilepsieaanvallen 
dat ze zichzelf bij een aanval dodelijk konden verwonden. Ik was er veruit de jongste. Omdat het ziekenhuis ver weg was van mijn woonplaats, konden mijn familie en vrienden nauwelijks langskomen. Ik voelde me eenzaam en nam een soort mentale afstand van de situatie, ik ging in de observeerstand.
Ook hier werd ik voortdurend onderzocht. Vierentwintig uur wakker blijven, stroboscooplicht om een epilepsieaanval uit te lokken voor het geval het epilepsie was, 24-uurs EEG om mijn hersenactiviteit te meten… Tijdens toevallen werd ik behandeld met zowel spierverslappers als placebo-injecties, iets wat me later werd verteld. Ze wilden alles testen. Na drie weken kreeg 
ik de diagnose van de behandelend neuroloog. Lichamelijk was er met mij niks mis: ‘Het is psychisch en het komt door stress.’ Een ‘zeldzame gril van de natuur’ werd het genoemd. Ik vond het maar vreemd. Zó veel stress had ik toch niet, met mijn studentenleventje? De arts wist ook niet zo goed waarom dit gebeurde. Hij leek zich er verder niet te veel zorgen over te maken, ik mocht naar huis. Als ik nou gewoon, door stress zo veel mogelijk te vermijden, dit een beetje in de hand zou kunnen houden, was het misschien best te handelen, dacht ik. Ik was 
allang dankbaar dat het 
‘alleen maar’ psychisch was en ik er niet aan doodging.”

Systeemcrash

“Ik verhuisde naar Nederland en begon met mijn studie 
psychologie in Maastricht. 
De aanvallen begonnen gelukkig wat af te nemen. Ik had 
ze maandelijks en mijn huisgenoten en vrienden wisten ervan. Eens in het jaar bezocht ik mijn neuroloog in de stad waar ik was opgegroeid en dat was het. Omdat ik er zelf niet dramatisch over deed, deden anderen dat ook niet. Dit hoorde bij mij, zoals anderen een versleten heup hebben, 
of een lui oog. Er viel mee te leven. Meestal hoopte het 
zich op tot een moment dat 
er ruimte was om een aanval te krijgen. Thuis bijvoorbeeld. Ik wist dat ik rustig moest gaan liggen, uit de buurt van scherpe meubels, en moest wachten tot het schudden voorbij was.
En toen, in mijn derde studiejaar, kwam die middag dat ik een aanval voelde opkomen tijdens een college. Ik raakte in paniek, redde ik het om thuis te komen? En: dit kon toch niet mijn hele leven zo doorgaan? Straks had ik een baan, dan kon ik toch ook 
niet zomaar weggaan? Ik 
besloot het opnieuw tot op 
de bodem te laten uitzoeken, zodat ik tenminste écht wist wat ik ertegen kon doen.
Wat volgde: tien weken in 
een epilepsieziekenhuis in het Duitse Bethel, waar ze ook een afdeling hadden waar mensen werden onderzocht die wel toevallen hadden, maar niet de diagnose epilepsie. Mijn arts daar kwam na diverse onderzoeken tot de conclusie dat het leek alsof er sprake was van dissociatie. Volgens hem leefde ik vooral in mijn hoofd. Als ik een innerlijk conflict had, leek ik 
uiterlijk onbewogen, maar vanbinnen crashte het systeem en legden de spanningen mijn lichaam letterlijk plat. Het klonk wel als mij, ja. Toen ik me er later meer in verdiepte, kwam ik erachter dat er een Nederlandse naam voor is: een conversiestoornis (in Duitsland wordt het een dissociatiestoornis genoemd, red.). Alles viel op zijn plek: 
ik dissocieerde inderdaad 
onder spanning. ‘Is er iets 
gebeurd toen je heel jong was waardoor je met dat loskoppelingen bent begonnen?’ vroeg de arts. En toen dacht 
ik aan mijn oom.”

Het kan altijd erger

“Mijn moeder was pas twintig toen ze mij kreeg en toen ik vier was, was mijn oom twaalf. We speelden vaak samen, maar mijn oom ging – weet 
ik nu – over diverse grenzen. Zo moest ik aan hem zitten, op intieme plekken. En ik 
herinner me dat ik een keer tijdens het avondeten aan mijn moeder vertelde dat 
ik hem moest aanraken op 
bepaalde plekken en dat ze daar eigenlijk nauwelijks op reageerde. Zo erg was het dus niet, dacht ik. En die gedachte is blijven hangen. Wat ik níét wist, is dat zij het niet nog traumatischer wilde maken voor mij en het daarom in vertrouwen met mijn oom heeft besproken. Helaas haalde dat niets uit; het is daarna vaker gebeurd. Pas toen mijn moeder op mijn twaalfde een briefje vond waarin ik het 
had opgeschreven – ik had in een tijdschrift gelezen dat het opschrijven van vervelende gebeurtenissen hielp bij verwerking – hield het op. Dit 
nadat ze het opnieuw met hem had besproken en hij 
vertelde dat hij vroeger ook was misbruikt en inmiddels in therapie was. Desalniettemin moest ik nog steeds mee naar familieverjaardagen waar hij ook kwam. Mijn moeder heeft het allemaal goed bedoeld, ze wilde vooral dat het niet te ‘groot’ zou worden voor mij, maar deze houding gaf mij al vanaf jonge leeftijd het gevoel dat wat ik voelde niet echt 
belangrijk was. Ik ontwikkelde een copingstrategie die je kunt samenvatten als ‘het kan altijd erger’. Dus, scheidden mijn ouders? Het kan altijd 
erger. Kreeg mijn moeder een angststoornis en straatvrees? Het kan altijd erger. Konden de nieuwe partner van mijn vader en ik het niet met elkaar vinden en besloot mijn pa het contact te verbreken? Het kan altijd erger.
Door deze strategie kon niets mij nog raken, maar de spanningen lieten zich natuurlijk niet opheffen en legden de boel gewoon plat. Tijdens mijn tijd in de kliniek kwam er een moment dat ik brak. In bed lag ik urenlang te huilen, ik wist het gewoon allemaal niet meer. Er werd mij een ‘inner child’-therapie aangeboden, die ervoor moest zorgen dat het kind van toen zich veilig kan voelen in de huidige 
wereld. Mijn volwassen ik moest het kind in mij leren troosten.”

Aangereden hond

“Twee jaar lang was ik bij 
een psycholoog in therapie. Ondertussen pakte ik mijn studie weer op en deed ik 
mijn derde jaar opnieuw, want gedisciplineerd en doelgericht als ik ben, wilde ik eigenlijk gewoon afstuderen. En dat lukte. In therapie leerde ik om tijd en ruimte te nemen voor de kwetsbare kant van me-zelf. De combinatie met mijn studie en een bijbaan was wel zwaar en uiteindelijk besloot ik dat ik klaar was om zelf verder te gaan, zonder hulp. En dat gaat goed, tot op de dag van vandaag. Tegenwoordig heb ik nog maar een paar keer per jaar een aanval, alleen na momenten die echt veel indruk maken, zoals een ruzie met mijn moeder of toen 
mijn hond overleed. Hij werd aangereden, ik was erbij. Ik dissocieerde onmiddellijk en handelde – dacht zelfs nog: die hond moet nu van de weg af – ook al wist ik wel dat het 
misschien beter was emoties toe te laten. Maar ja, probeer zoiets maar eens af te dwingen als je hebt leren overleven op een heel andere manier.
Als ik nu een aanval voel aankomen, probeer ik me met aandachtsoefeningen boven water te houden, focussen op het hier en nu. Daarna zorg ik dat ik een lange pauze pak, meestal ga ik in bed liggen. Dan komt er soms een toeval los en ga ik even flink tekeer in bed, maar tien minuten. Meestal ben ik al snel weer hersteld. De conversiestoornis is voor mij niet alleen maar negatief. Het is als een soort alarm dat me waarschuwt: nu even aandacht voor jezelf. En soms kan het best handig zijn. Ik werk als gedragskundige 
in de verstandelijk gehandicaptenzorg en daar kunnen emoties af en toe best hoog oplopen. Daar heb ik niet zo snel last van, zelfs niet na een vervelende confrontatie. Zolang het niet over mijn eigen innerlijke conflicten gaat, is mijn beheerstheid een voordeel. Bovendien kan ik me goed inleven; ik weet hoe 
frustrerend zowel je eigen geest en lichaam als het zorgsysteem kunnen zijn.
Natuurlijk zijn de aanvallen die ik nog heb niet leuk en zal ik er altijd een balans in moeten blijven vinden, maar ik ben op dit moment tevreden. En ach, er zijn altijd ergere dingen… Dat is nog steeds wat ik geregeld denk.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Christin heeft een conversiestoornis: ‘Te veel spanningen legden mijn lichaam letterlijk plat’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Wil jouw baby wel de hoofdrol op social media?


$
0
0

Baby-spam jij er ook lekker op los? Handig toch, dat je met één klik aan iedereen die superschattige foto van je kind kunt laten zien. Er zitten echter ook nadelen aan alles ‘delen’.

Tekst Milou van der Will

Als je net bevallen bent, kun je wel van de daken schreeuwen hoe waanzinnig leuk jouw kind is. Nu hoef je tegenwoordig niet meer daadwerkelijk op een dak te klimmen, want daar is iets op bedacht: social media. Met de schattigste foto’s laat je de wereld zien dat jouw kind écht de leukste van allemaal is. Maar hoe zit het eigenlijk met die speciale voorwaarden van apps zoals Instagram en Facebook waar bijna iedereen argeloos voor tekent? Geef je de rechten op je foto nou uit handen zodra je hem online zet? Mogen die joekels van bedrijven er dan naar hartenlust mee aan de haal gaan? Er duiken af en toe verhalen op over babyfoto’s die ongevraagd worden gebruikt voor melkpoedercampagnes. En horrorberichten over pedo’s die het web afspeuren op zoek naar plaatjes die trotse ouders in alle onschuld op Facebook zetten. Resultaat: onrust.

Ultieme trots

First things first. Waarom voelen we zo massaal de behoefte om foto’s van onze kinderen online te zetten? Volgens mediapsycholoog Mischa Coster is daar een simpele uitleg voor: “Het is trots. Niets meer, niets minder.” Wel is er volgens hem een verschil tussen af en toe een leuk fotootje plaatsen, of een overvloed aan babyspam op de tijdlijn van je vrienden storten. “Als het overmatige vormen aanneemt, is dat vaak te verklaren doordat het een nieuwe sociale norm is geworden in de omgeving van de ouders.” Als je het leuk vindt om foto’s van je baby te delen en je vriendinnen (ook allemaal net moeder) vertonen hetzelfde gedrag, zal de frequentie volgens Coster alleen maar toenemen. “Er gaat dan een soort sociale goedkeuring aan het gedrag kleven. Het is normaal, want anderen doen het ook.” Sommige moeders gaan zo op in hun baby dat ze zelfs hun profielfoto veranderen in een foto van hun kind. “Eigenlijk zegt dat al genoeg,” zegt Coster. “Wat je daarmee feitelijk aangeeft, is: ik bén mijn kind. Het is een ultieme vorm van trots.” Problematisch wil hij dat niet noemen, tenzij het een obsessie wordt. Wat de psycholoog wel aanstipt, is dat als je op sociale media te dominant aanwezig bent met babyfoto’s, de buitenwereld je straks alleen nog maar ziet als moeder en niet meer als vriendin of collega. “Voor sommige moeders is dat geen probleem. Maar als je dat vervelend vindt, moet je er een beetje op letten.”

BN’ers op de rem

Al bestaan er genoeg babyspammers, steeds vaker besluiten ouders juist niets meer online te publiceren van hun kinderen. Zo vertelt Nikki, die eind vorig jaar beviel van Luca, dat ze vanwege de privacy heeft besloten geen enkele foto van haar zoontje te plaatsen. Ook haar familie heeft ze gevraagd terughoudend te zijn met het delen van online foto’s. “Andere ouders moeten zelf weten wat ze doen, maar ik wil mijn zoon beschermen,” legt ze uit. “Zo voorkom ik dat er misbruik van zijn foto wordt gemaakt, of dat hij op een of andere enge site komt te staan.” Voor Kim is dat een reden om geen foto’s van zoon Mees (1) op Facebook te zetten. “Je hoort vaak genoeg verhalen over foto’s die, al dan niet bewerkt, in het kinderpornocircuit belanden.” Bovendien mag Mees van haar zelf bepalen wat er wel en niet over zijn leven op het net terechtkomt. “Ik zou het zelf ook niet leuk vinden als mijn hele jeugd op internet zou staan.”

Ook bekende ouders trappen de laatste tijd vaker op de social media-rem. Zo verwijderde zangeres Anouk begin dit jaar alle foto’s van haar kinderen vanwege de racistische opmerkingen die ze eronder aantrof. Afgelopen juni wijdde muzikant en journalist Aafke Romeijn haar column voor Vrij Nederland volledig aan de reden waarom ze heeft besloten geen foto’s van haar pasgeboren dochter te delen op social media. Veel niet-postende ouders zullen zich in haar column herkennen. “Hoera, ze is geboren,” schreef ze. “Voordat jullie vragen waar alle schattige babyfoto’s blijven moet ik jullie teleurstellen: die komen er niet. Rudi kan nog geen keuze maken over haar exposure […] Bovendien wil ik dat ze, op het moment dat ze daar de leeftijd voor heeft, zelf kan beslissen hoeveel van haar er zichtbaar is online. Dat ze niet haar eerste kalverliefde moet gaan uitleggen dat haar moeder al die gênante babyfilmpjes ooit heeft gepost. Puber zijn is al awkward genoeg.”

Andermans babygeluk

Er zijn ook genoeg BN’ers die juist graag ‘delen’. Zo post voetbalvrouw Yolanthe veel kiekjes van zoon Xess Xava en deelt ook presentator Arie Boomsma trots foto’s van dochter Bobby Jo. Presentatrice Nicolette van Dam doet het ook, maar net even anders – de gezichtjes van haar kinderen komen nooit helemaal in beeld. Daarnaast zijn er BN’ers die de zaken meteen grondig aanpakken. Zo maakte fotomodel Kim Kötter na de geboorte van zoon Muck een Instagram-account voor hem aan onder de naam Muckepuk (echt!) waarop bijna dagelijks nieuwe foto’s en filmpjes van hem verschijnen. Superleuk voor fans om mee te kunnen genieten van het babygeluk van BN’ers. En ook voor ons gewone burgers is het knus om te zien dat het dochtertje van je middelbareschoolvriendin haar eerste fruithapje krijgt. Toch is het slim om bij wat zaken stil te staan. “Het is goed om te weten dat je het auteursrecht op de foto niet uit handen geeft,’ vertelt advocaat Caroline de Vries van bureau Brandeis. Ze is gespecialiseerd in zaken die privacy en auteursrecht betreffen. “Niemand mag jouw foto’s gebruiken zonder jouw toestemming. Er gebeurt echter veel anoniem op internet, en elke foto die je post is laagdrempelig toegankelijk voor een groot publiek. Dat het niet mag, wil dus niet zeggen dat het niet gebeurt. Natuurlijk kun je tegen misbruik optreden, maar het is erg vervelend als je in dat stadium beland bent. Als het een officieel bedrijf betreft, is in sommige gevallen een chique advocatenbrief genoeg. Maar als onduidelijk is wie achter het misbruik zit, wordt het een stuk lastiger. En inmiddels is algemeen bekend dat als iets eenmaal op internet staat, het lastig kan zijn het er weer af te krijgen.”

Hé, is dat mijn kind?

Instagram of Facebook zal die schattige foto van je kind volgens advocaat De Vries niet zo gauw verkopen voor de campagne van een melkpoederbedrijf. “Dat zou ook slecht zijn voor hun imago,” benadrukt ze. “Maar als je de gebruikersvoorwaarden van die websites erop naleest, moet je concluderen dat je ze een breed recht geeft om te doen met je foto wat ze willen. De licentie is zo algemeen geformuleerd dat er van alles onder kan vallen. Ze mogen de foto bijvoorbeeld opslaan en gebruiken voor eigen doeleinden. En daarnaast zeggen ze dat zij er niet verantwoordelijk voor zijn als anderen met jouw foto’s aan de haal gaan. Ze hebben zich goed ingedekt.”

Wat dan het belang is van Instagram en Facebook om onze foto’s op te slaan? “Ze kunnen er allerlei gebruikersprofielen uit lezen en die data zijn voor adverteerders ontzettend interessant. Als jij foto’s post van je zwangere buik, of van een baby, krijg je waarschijnlijk gerichte reclames van spenen en flessen. ‘Behavioural targeting’ noemen we dat. Bovendien gebruiken dat soort platforms cookies, dus feitelijk slaan ze alles op wat je doet.” Bewust posten, is dus het devies. Weet wat je post en wat de risico’s zijn. Mediapsycholoog Mischa Coster wijst daarnaast op een ander aspect. “Je maakt eigenlijk al een online persoonlijkheid van je kinderen aan zonder dat zij daar goedkeuring voor hebben gegeven. Realiseer je dat er straks, als het kind ouder is, een heel digitaal spoor is. Je weet bovendien niet waar die foto’s terechtkomen, wat ermee gedaan wordt.” Dat foto’s op internet laagdrempelig misbruikt kunnen worden is een reëel punt. Zo had Caroline de Vries een Nederlandse fashionblogger als cliënt die nietsvermoedend door Stockholm flaneerde en ineens een foto van zichzelf in een bushokje trof. Een Zweeds merk bleek haar foto ongevraagd te gebruiken voor hun campagne. Het illustreert hoe eenvoudig het kan gebeuren. De blogger in kwestie ontdekte dit per toeval, dus er kan veel meer aan de hand zijn waar je geen weet van hebt. Bovendien bestaan er ook minder onschuldige voorbeelden. Zo was er vorig jaar het verhaal van de Amerikaanse moeder Christie. Zij zat in het ziekenhuis naast haar doodzieke dochter en kreeg daar het smakeloze misbruik van een foto van haar kind onder ogen. Het meisje heeft het syndroom van Down en leukemie en kreeg chemotherapie toen Christie ontdekte dat een foto van haar dochter gebruikt werd voor een Spaanse campagne voor een prenatale test. De visuele boodschap: laat dit jou niet overkomen. Kennelijk was een van de weinige foto’s die Christie van haar dochter op haar blog had geplaatst terechtgekomen op een website voor stockfoto’s, rechtenvrije foto’s die gratis of voor een kleine vergoeding kunnen worden hergebruikt. Christie ging een hevige strijd aan met het bedrijf dat de foto ongevraagd had gebruikt om de meterslange advertentiefoto te laten verwijderen van het gebouw én van de stocksite. Dat lukte uiteindelijk, met excuses.

Geniet, maar plaats met mate

Het zijn excessen waar je je als nietsvermoedende ouder maar moeilijk tegen kunt wapenen. Want ook een beschermd account is volgens advocaat De Vries niet waterdicht. “Als je foto’s plaatst die alleen voor ‘vrienden’ te zien zijn, staan ze alsnog op internet en ook ‘vrienden’ kunnen er iets mee doen. Wel verklein je de kans op misbruik en heb je een sterker argument als een geval van misbruik later uitmondt in een rechtszaak. Dan kun je aangeven dat het je bedoeling was om de foto slechts aan een beperkt publiek te laten zien.” Haar advies: plaats alleen foto’s die neutraal zijn, en zeker niet te intiem. Geen plaatjes van je kind in bad, bijvoorbeeld. En liefst alleen foto’s in publieke ruimtes waarbij je zo min mogelijk privacygegevens prijsgeeft.

“Maar we moeten ook niet overdrijven,” nuanceert ze. “Meestal gaat het gewoon goed. Dus foto’s plaatsen kan best, maar met beleid.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA Mama 6-2016. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Wil jouw baby wel de hoofdrol op social media?
 verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Kruisverhoor: ‘Op sommige zomerdagen denk ik elke minuut aan sex’

$
0
0

Elke week deelt een lezer de avonturen van zijn of haar geslachtsdeel in woord én beeld. Deze week: Bruno | Leeftijd: 37 | Werkt als: Senior customer medewerker | Woont in: Bussum | Relatie: Ja, sinds 2,5 jaar | Aantal bedpartners: circa 50 | Aantal relaties: 4, de langste 5 jaar | Noemt zijn penis Sjaak, pik, zwans.

Tekst: San van de Ven

Wat is de huidige gemoedstoestand van 
je penis?

“Mijn zwans heeft weer een goeie week 
achter de rug, is verwend en kreeg weer 
de aandacht die hij zo verdiende. Al met 
al een blije pik.”

Hoe vaak denk je aan sex?

“Ik heb zomerdagen dat ik aan één stuk door aan sex denk, en dan echt elke minuut. Soms zo erg dat ik hardop roep: ‘Oh, man!’ Meestal is het puur voyeuristisch: ik kijk graag naar vrouwen, ik vind het kunstwerkjes. En ik beeld me altijd in wat ik met diegene zou willen doen. In de winter heb ik dat minder.”

Hoe vaak heb je sex?

“Zo’n twee, drie keer per maand. Mijn relatie heeft een behoorlijke deuk opgelopen. Drie weken geleden hebben we besloten om apart te gaan wonen. We gingen te snel, waren te veel verstrengeld in elkaar. Eigenlijk was het uit, maar we blijken niet zonder elkaar te kunnen en zijn alweer een paar keer met elkaar op date geweest. Ik moet zeggen: de sex is nu véél intenser. Voorlopig slapen we niet bij elkaar, om het niet te overhaasten. ’s Avonds gedag zeggen blijft vreemd, maar gelukkig heeft Sjaak daar geen last van. Ik moet even niet denken aan sex met een ander. Nu masturbeer ik als ik zin heb. Meestal om de dag of twee keer per dag, en soms een paar dagen niet. Altijd met porno, want ik kan het niet op fantasie.”

Welk cijfer zou je je bedprestaties geven?

“Een 8, maar je zou het mijn vriendin moeten vragen. Ik weet een paar trucjes, ben bereid tot voorspel en ga door totdat zij ook een 
orgasme heeft. Bij een nieuwe relatie kan het in het begin nog een beetje oefenen zijn, maar dan vraag ik om advies. Grootste compliment? Als ze niet meer kan en spierpijn heeft van het klaarkomen.”

Ben je monogaam?

“Ja en nee. Mijn huidige vriendin leerde ik kennen toen mijn vorige relatie na vijf jaar in het slop zat. Ze was een collega, twaalf jaar jonger en een stuk energieker, vrolijker en lekkerder dan mijn ex. Met haar ben ik vreemdgegaan. Drie keer stiekem daten en één keer in een hotel. Langer vreemdgaan zou ik nooit doen, daar kan ik niet mee leven.”

Welke bedpartner wil je nooit meer tegenkomen?

“De chick die zo verliefd was dat ze begon 
te trillen als ze me zag. En vervolgens niets meer kon. We hebben twee keer afgesproken, daarna heb ik het afgekapt. Toen veranderde ze in een stalker: onophoudelijk bellen, mijn werkgever mailen, mijn familie vertellen dat ik drugsverslaafd was… Hoewel het me werd afgeraden, ben ik naar haar huis gegaan voor een gesprek. Na lang 
praten heeft ze het gelukkig losgelaten.”

Heb je weleens een mystieke ervaring 
gehad?

“Damn, ja meerdere. Ik ben een liefhebber van MDMA in bed, mijn vriendin en ik doen dat een paar keer per jaar. Die orgasmes 
zijn bruut, lang en heftig – squirten bestaat, mochten mensen daar nog aan twijfelen. 
Ik haal ook enorm veel plezier uit bondage en andere heftigheden. Laatst hebben we een feeënstokje gekocht, dat stroomstootjes geeft. Heel intens voor haar, vooral met een blinddoek om.”

Wat is de gekste plek waar je ooit sex had?

“Overdag in een bos, nadat we van een feest terugkwamen. Ik had haar vastgebonden aan een boom – vrijwillig natuurlijk – om haar vervolgens met verschillende takjes te spanken. Het was een dichtbegroeid, maar klein bos waar allemaal auto’s langs-
reden. In principe kon niemand ons zien…”

Ook geïnterviewd worden voor ‘Kruisverhoor’? Mail een korte toelichting naar kruisverhoor@viva.nl

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Kruisverhoor: ‘Op sommige zomerdagen denk ik elke minuut aan sex’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Viewing all 2509 articles
Browse latest View live