Quantcast
Channel: Magazine Viva – V!VA – Niets te verbergen
Viewing all 2509 articles
Browse latest View live

Pascale (26) gaat graag naar swingerfeestjes

$
0
0

Elke week geven we je een kijkje in iemands liefdesleven in VIVA’s rubriek ‘De Status’.

Tekst Lydia van der Weide

Pascale (26) gaat graag naar swingerfeestjes.

“Mijn vorige relatie, die twee jaar duurde, was vooral knus. Zo’n beetje hoe ik het op mijn veertigste hoop te hebben. Het uit-maken voelde als een bevrijding. Op mijn Tinderprofiel schreef ik dat ik iemand zocht die mij kon verrassen. Een beetje shockeren mocht ook wel. Wat ik nu meemaak met Ralph, twaalf jaar ouder dan ik, ging mijn wildste voorstellingsvermogen te boven. Meteen al. Voor onze eerste date hadden we elkaar enorm zitten opgeilen via de app en de telefoon.

Toen hij kwam had ik mijn sleutel buiten voor hem verstopt. Ik lag met een blinddoek om op hem te wachten. Het zachte geluid van de sleutel in het slot, daarna twee onbekende handen op mijn lijf, lippen die een nat spoor achterlieten van mijn hals naar mijn poes, het bracht me in een ongekende roes. Nog voor mijn blinddoek af ging was ik totaal verkocht. En gelukkig viel hij niet tegen. Met hem stap 
ik een nieuwe wereld binnen. Ralph heeft na een vechtscheiding, waarbij hij zijn 
kinderen kwijtraakte, besloten nooit meer monogaam te zijn en al zijn fantasieën uit te leven. Hij date veel, nog steeds. Ik weet er het fijne niet van en dat hoeft ook niet. Ik ben zijn vaste vriendin en we zijn ongeveer de helft van de week samen. Elk weekend bezoeken we party’s in een wereld 
die hij al door en door kent en waarbinnen ik mij ook steeds makkelijker beweeg. Swingersfeestjes met mensen die geen 
sexuele beperkingen kennen en zonder 
limits willen genieten. Ik vind het gaaf en super opwindend. Banaal is het niet, ik vind dat de mensen er respectvoller met elkaar omgaan dan in de gemiddelde club. Nee 
is nee, niets hoeft, en alleen kijken is ook goed. Het is een wereld waarin mensen zich goed verzorgen, weten wat sexy is, enorm zelfbewust zijn. De meesten zijn
ouder dan ik, ook de vrouwen. Ergens is dat wel fijn. Ik voel mij soms nog een groentje en haal zelfvertrouwen uit mijn strakke lijf.
Voor mij blijft anonieme sex, zoals mijn 
eerste keer met Ralph, het summum. Dat is altijd al een geheime fantasie geweest, al toen ik jong was en droomde over jongens op school. Dan dacht ik niet over leuke 
gesprekken, zelfs hun verliefdheid hoefde ik niet. Nee, ik fantaseerde dat ze me de 
wc in trokken en zonder iets te zeggen mijn slipje omlaag trokken. Nu gebeuren dat soort dingen, elk weekend weer. Met Ralph die toekijkt en altijd zorgt dat ik ook aan mijn trekken kom. Hij geniet ervan om met mij te pronken en me uit te lenen aan wie 
’t hem bevalt. Als we dan een dag later in de rij bij de supermarkt staan, lijken we net een doodgewoon stel. Mensen zouden eens moeten weten. Hoe lang ik dit spannend blijf vinden en of Ralph de man is met wie ik op een dag wil settelen, daar denk ik 
niet over na. Voorlopig geniet ik van elke nieuwe ervaring die ik met hem opdoe.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 34. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Pascale (26) gaat graag naar swingerfeestjes verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Vette baan: Melanie (28) is founder van Blue Purple Events

$
0
0

In ‘Vette baan’ vertellen vrouwen over hun toffe carrière. Deze keer: Melanie Westdijk. Werk: eventmanger en founder Blue Purple Events | Leeftijd: 28 | Relatiestatus: samenwonend met vriend Jeroen en kat Puk | Trots op: mijn vriend, die in 2016 de finale van Het Leids Cabaret Festival heeft gehaald |  Instagram: 
@bluepurpleevents.

Tekst Kim Buitenhuis | Beeld Anne Hospers

Tips van Melanie

Salarisindicatie “Wat 
je verdient hangt af van het aantal opdrachtgevers, de grootte van de klus en je 
onderhandelingskills. Voor een grote klus waar je zestig tot tachtig uur aan kwijt bent, kun je gemiddeld € 1500 tot 
€ 2000 netto vragen.”

Onderhandeltip “Wees zo eerlijk en transparant mogelijk en zeg iets als: ‘Wil ik er bedrag X aan overhouden, dan heb ik deze prijs nodig als ik er zo veel uur aan besteed.’ En zet áltijd hoger in, dan kom je nooit te laag uit.”

Struggles “Ik ben net een jaar bezig, en het blijft een spannend moment als je even geen nieuwe klussen in het vooruitzicht hebt. Maar tot nu toe komt het steeds weer goed.”

Carrièretip “Ik heb een flexwerkplek bij #workmode. Daar zitten verschillende girlbosses, veel uit de creatieve sector. Erg inspirerend en handig. Ik heb er bijvoorbeeld al een fotograaf voor mijn events aan overgehouden.”
Handige app “Wunderlist, waarop ik al mijn to do-lijstjes overzichtelijk op één plek kan bijhouden. En Google Drive 
is een must om overal bij je documenten te kunnen.”

Meer lezen over de job van Melanie? Check de rubriek ‘Vette baan’ in VIVA 4. De editie ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen.

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Vette baan: Melanie (28) is founder van Blue Purple Events verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Je laten nemen 
op het strand & meer dingen die de 
zomer met je doet

$
0
0

Het is koud en het regent buiten. Wij kunnen alleen maar verlangen naar de zomer. Naar het warme weer en de liefde die in de lucht hangt. De zon begint te schijnen en – hup – we zijn verliefd. Alsof er iets in de lucht hangt wat ons opeens ertoe aanzet ongegeneerd te flirten, sexueel uit de band te springen en hoteldebotel te worden. Wat is dat toch? En heeft zomerse liefde wel kans van slagen?

Tekst Renée Lamboo-Kooij | Foto’s Getty Images

Lisa (28) koos voor een slordige vlecht, met achter haar oor een witte bloem. Het zag eruit alsof ze het ’s ochtends na een duik in zee in een achteloos minuutje in elkaar had geflanst. Niemand wist dat het een uur had gekost om er zo nonchalant uit te zien. En dat allemaal voor een vakantieliefde. Op jacht, dat vindt Lisa een wat groot woord. Maar ze was op Kreta wel uit op een leuke flirt, ja. Samen met haar beste vriendin toog ze naar het strand. Beiden single en op zoek naar ‘leuke, nieuwe contacten’. Die dienden zich razendsnel aan. Griekse mannen kwamen zich één voor één voorstellen aan het blonde duo, alsof ze een lopend buffet waren. Lisa: “Ze richtten zich 
altijd op één van ons. Waarschijnlijk 
hadden ze van tevoren afgesproken wie van ons ze voor hun rekening zouden 
nemen.” Ondanks hun olijfkleurige, 
gespierde lijven en zoete woorden in schattig gebroken Engels, viel Lisa tijdens die vakantie niet voor een Griek, maar voor een Nederlander. Zij en haar vriendin gooiden een bal over in het water, toen die per ongeluk landde op een lange, blonde man. Auke heette hij. Hij greep zijn kans, knoopte een praatje aan en twee dagen later lagen Auke en Lisa 
samen in zijn hotelbed. Zij tot over haar oren: “Ik kwam net uit een lange relatie en was van plan om lekker een beetje te flirten, niet om echt verliefd te worden. Maar het gebeurde. En eerlijk gezegd nam ik het er toen ook helemaal van. Hoe heerlijk om in zo’n paradijs ook nog vlinders in je buik te voelen fladderen.”

Lekker egoïstisch

Lisa is niet de enige die er zo over denkt. Uit onderzoek van reiswebsite Zoover blijkt dat 44% vindt dat een vakantieliefde het beste is wat je kan overkomen in de vakantie. Van de Nederlanders heeft 80% weleens zo’n crush gehad. En toch zegt maar liefst 11%: één keer en nooit meer. Met die 11% zou Lisa een club kunnen beginnen, getiteld: gekwetst door je vakantieliefde. Want toen ze weer naar huis vloog, zag ze een gouden toekomst voor haar en haar kakelverse lief. Terug in Nederland kwam er echter geen antwoord op haar sms’jes, niet op haar telefoontjes en zelfs niet op een romantische brief die ze hem stuurde. Toen Lisa in al haar wanhoop naar zijn huis reed, was Auke pijnlijk duidelijk: “Hij deed open en rolde nog net niet met z’n ogen. Hij zei dat we het op vakantie heel leuk hadden gehad, maar dat er wat hem betreft geen toekomst in zat. Hij vroeg me nog of hij daar op Kreta niet al duidelijk over was geweest? Ik droop af, redde het nog net naar mijn auto voor ik begon te huilen. En toen bedacht ik pas wat ik had moeten zeggen: ‘Nee lul, daar was je niet duidelijk in. De sex, de lieve woorden, de kusjes op mijn voorhoofd, die gaven een nogal ander signaal af.’”

Niet alleen mannen zoals Auke zijn uit op een kortstondig avontuurtje, vrouwen net zo goed. Relatietherapeut Caroline Franssen: “Op vakantie is iedereen vooral gericht op bevrediging van zijn eigen verlangens. De afleiding van het dagelijks leven valt even weg. Je hoeft niet te 
werken, je huis niet schoon te maken, niet te koken. Je weet dat je de mensen die je ontmoet waarschijnlijk nooit meer ziet, dat neemt ook remmingen weg. Je bent egoïstischer in je keuzes en gedrag. Je gaat voor wat je zelf lekker, fijn en goed vindt. Dat is niet erg, want de meeste mensen doen dat. Tijdens die vakantie gaat het niet over de lange termijn, maar over nu.”
Van de vrouwen tot dertig jaar heeft 40% weleens een onenightstand gehad op vakantie, blijkt uit onderzoek onder 30.000 Britse vrouwen. Zo’n 10% geeft toe tijdens één reis zelfs vijf of meer mannen in bed te hebben gehad. Nu hebben Engelsen weliswaar een iets losbandiger imago dan Nederlanders, een zonnige 
vakantie lijkt op iedereen een bevrijdend effect te hebben. Er wordt ook meer ge- ëxperimenteerd dan thuis. Bijna een op de drie vrouwen deed het op het strand. Lang leve een fling of onenightstand 
dus, maar relatietherapeut Franssen tipt: “Wees er wel eerlijk over en creëer geen valse verwachtingen. Dan raakt niemand 
gekwetst.”

Vrijheid, blijheid

Kriebels, onrust: niet alleen vrijgezellen hebben er in de zomer last van. Er zijn zelfs braaf getrouwde stellen die fantaseren over een vakantieliefje. Zo ook Peter en Aisha. Het duurde zes jaar voordat ze aan elkaar durfden te bekennen dat een zomer zonder fling voor hen allebei wat vreugdeloos was. Aisha: “Ik was al tijden gelukkig met Peter, maar jeetje, elk jaar wanneer de zon begon te schijnen en ik mijn korte rokjes uit de kast tevoorschijn haalde, verlangde ik naar een beetje spanning. Dan schonk ik voor mezelf 
een gin-tonic in en keek ik naar al die leuke mannen met wie ik niets mocht.” Aisha voelde zich rot over haar gevoelens. Terwijl het eigenlijk niets meer was dan bewijs dat haar lijf functioneert. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat de zon deze kriebels aanwakkert. Door zonlicht maakt je lichaam vitamine D aan, wat weer helpt bij de aanmaak van hormonen, zoals endorfine, ook wel het gelukshormoon. Je voelt je vrijer, 
blijer en hebt doorgaans een positiever zelfbeeld, waardoor je meer zin hebt om te flirten en te vrijen. Daarnaast verdrijft zonlicht het stofje melatonine uit ons brein, dat je slaperig maakt. Je bent 
dus ook minder moe. Relatietherapeut Franssen: “Tel daar het effect van een paar cocktails aan het zwembad bij op 
en de ideale omgeving voor het broeien van een vakantieliefde is geboren. Mensen voelen zich vaak schuldig over die 
gevoelens, terwijl ze heel normaal zijn. 
Je kunt niet besluiten: ik voel dit niet meer. Het enige waar je wel invloed op hebt, is of je er iets mee doet en of je daar eerlijk over praat met je partner.”
Terwijl Aisha haar verlangens uit angst om Peter te kwetsen niet uitsprak, wist 
ze niet dat haar man precies hetzelfde deed. Tot de twee er op een terras in de zon eindelijk over praatten. Peter: “We keken voor de lol naar leuke mannen voor haar en leuke vrouwen voor mij. Ik grapte dat het toch jammer was dat ik een kuisheidsgordel had gekregen toen we trouwden. Aisha lachte niet, maar ging er serieus op in. Zou ik weleens met een ander willen? Ik durfde bijna geen ‘ja’ te zeggen, ik wilde haar niet kwetsen. Maar toen het hoge woord eruit was, 
bekende zij zich precies zo te voelen.”
Het is de eerste stap naar een inventieve afspraak. Ze blijven in een monogaam huwelijk met elkaar, maar in de zomer gaan ze beiden een weekje op vakantie en dan mag de beer los. Twee voorwaarden: het gebeurt veilig en je praat er, 
behalve met elkaar, met niemand over.

Alle remmen los

Tijdens Aisha’s eerste week alleen op 
vakantie deelt ze slechts één avond met een man het bed. “Het gevoel dat het mocht, dat de rem eraf was, was verder genoeg voor mij. Ik flirtte veel en heb 
ook volop met mannen gedanst. Ik 
genoot zo, die eerste keer. Ik voelde me vrij, als een vlinder die eindelijk mocht fladderen. Toegeven aan je diepste verlangens voelde heel natuurlijk. En het mooiste was dat ik bij thuiskomst heel blij was dat ik weer bij Peter kon zijn.” Ook voor hem wordt de vakantie geen sexfestijn. Hij doet het zelfs helemaal 
niet met een ander: “Vrijuit flirten en een beetje zoenen her en der bleek 
genoeg voor mij. Het gaat niet om de 
sex, maar om de vrijheid.” Het is alweer vier jaar geleden dat Aisha en Peter be-sloten elkaar in de zomer te bevrijden van alle conventies. Het werkt voor de twee, die verder een burgerlijk leven 
leiden in een rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk. De relatietherapeut noemt hun afspraak een topdeal. “Zolang je man maar je primaire relatie blijft. 
Natuurlijk kun je verliefd worden op 
een ander, maar dat gebeurt net zo 
goed wanneer je elkaar deze vrijheid 
niet geeft.”
Hoe enthousiast het stel zelf is over 
hun eigen ingeving, vrienden en familie weten er niets van. Peter: “Daar krijg 
je alleen maar geklets van. Dan willen 
ze van alles weten en stoppen ze ons in het hokje open huwelijk, terwijl daar de rest van het jaar helemaal geen sprake van of verlangen naar is. Wij gunnen 
elkaar dit. Klaar. Daar heeft verder 
niemand wat mee te maken.”

Doe alsof je thuis bent

Voor degene die in de zomer wel hun 
grote liefde hopen te ontmoeten, is er goed nieuws. Het kan wel degelijk. Uit Brits onderzoekt blijkt zelfs dat 10% van de vakantieliefdes uiteindelijk met elkaar trouwt. Relatietherapeut Franssen ziet 
zeker kansen: “Als je iets duurzamers zoekt, moet je je wat meer gedragen 
alsof je thuis bent. Daar verklaar je een man ook niet binnen twee weken de 
liefde. Dan hou je je kleren net wat langer aan. Laat een man zijn best voor je doen.” Het had een tip van Carlijn (31) kunnen zijn. Zij verklaarde vakantieliefje Robert pas de liefde nadat hij terug in Nederland drie keer met de trein 253 
kilometer naar haar huis afreisde: “Hij woonde aan de andere kant van het land. Ik realiseerde me dat we elkaar na die paar weken vakantie nog niet echt kenden. Dat we het leuk hadden gehad, maar dat onze relatie thuis pas echt zou beginnen.” Daarmee verdienen Carlijn en 
Robert applaus van relatietherapeut Franssen: “Hè hè, mensen die blijven 
nadenken. Ik durf te zeggen dat je na 
een paar weken vakantie 95% van het karakter van de ander nog niet kent. Dat is veel. Ondanks dat je waarschijnlijk 
wel al sex hebt gehad, weet je nog niet wat voor man je getroffen hebt.”

Vijf maanden-test

Uit onderzoek bleek in 2014 dat de meeste mensen pas van een echte relatie 
spreken wanneer ze vijf maanden samen zijn. Dit is ook het moment waarop ze zich meer op hun gemak voelen bij de ander, en vrouwen zich bijvoorbeeld 
zonder moeite zonder make-up laten 
zien en in hun pyjama rondlopen. Ook volgens Franssen heb je zeker een paar maanden nodig om te weten wat voor vlees je in de kuip hebt: “Een beetje 
tegenslag laat veel van de ware aard zien. Kijk hoe je potentiële partner daarmee omgaat en je weet met wat voor persoon je te maken hebt.” Nog een handige tip van succeskoppel Carlijn en Robert: 
bespreek op de laatste dag van de vakantie met elkaar hoe het nu verder moet. Voor de hand liggend? Zeker! Maar toch doen veel vakantieliefjes dit niet: “Veel vrouwen durven op vakantie de toekomst niet bespreekbaar te maken, omdat ze er geen druk op willen leggen. Maar als je zelf wel verwachtingen hebt, is het niet meer dan eerlijk om die uit te spreken. Rent hij gillend weg wanneer je vraagt 
of jullie elkaar nog eens zien, dan weet
je meteen waar je aan toe bent. Wel zo duidelijk. Dan bewaar je de mooie her-inneringen en klap je het boek dicht 
zodra je je koffer in het overvolle busje naar het vliegveld propt.”

Met Lisa – de vrouw die huilend terugreed van een rampzalig bezoek aan haar vakantieliefde Auke – is het helemaal goed gekomen. Een jaar later ontmoette ze, op vakantie, een man minstens zo blond en lang. Ze haalde alles uit de kast om niet weer gekwetst te worden. Speelde hard to get, belde niet terug, liet hem voor haar vechten. Tot hij tijdens een 
dinertje bij zonsondergang zei: “Lisa, waarom al die spelletjes? Ik wil jou, voor altijd. Kunnen we hier nu mee ophouden?” En sindsdien, wanneer ze op het Spaanse strand al die jongens en meiden als bijen om elkaar heen ziet zoemen, denkt Lisa: gelukkig, ik hoef niet meer.

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 34. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Je laten nemen 
op het strand & meer dingen die de 
zomer met je doet verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Tess Milne: ‘Ik voel me sexyer in de zomer’

$
0
0

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 34 -2016. 

Van haar eerste zomerliefde leerde ze french kissen, maar ook hoe je een vakantievriendje groots en meeslepend dumpt. Presentatrice en programmamaakster Tess Milne (28) over summer loving en die eerste keer in bikini: ‘Dan ga ik de avond ervoor ineens heel gezond eten. Alsof dat iets uitmaakt.’

Het is de meest regenachtige dag van de zomer als we Tess Milne ontmoeten voor het meest zomerse interview van het jaar. Ze komt het Amsterdamse hotel The Hoxton binnenlopen (afspreken op een terras is onmogelijk!) in een fladderrokje met daaronder haar regenlaarzen. Iedereen kijkt een beetje chagrijnig door het weer, behalve Tess. “Ik hou hier stiekem van: regen in de zomer,” zegt ze. “Al moet het natuurlijk geen week duren. Maar als het na een paar warme dagen keihard gaat regenen en ik op blote voeten door mijn huis loop met een rood wijntje en een klassiek muziekje op – een beetje dat ‘Amélie’-sfeertje – dan krijg ik daar zó’n romantisch gevoel bij. Dat banale oergevoel dat je vroeger had als je een hut had gebouwd en het ging regenen. Heerlijk.”

Ben je meer een zomer- of wintertype?

“Moet ik kiezen? Want dat kan ik niet. Ik geniet ervan dat ze beide bestaan; tegen de tijd dat ik klaar ben met de winter, is de zomer er meestal alweer. Veel mensen klagen dat de winterperiode te lang duurt, maar ik heb dat niet. Ik ga dan lekker naar Londen om pints en chocolademelk te drinken in pubs en English pie te eten. Het scheelt ook dat ik een nieuwe traditie aan mijn leven heb toegevoegd: elke januari ga ik bijna een maand weg naar een warme plek, daarmee breek ik de winter. Maar we zouden het over de zomer hebben, hè? Begrijp me niet verkeerd, daar ben ik óók gek op.”

Hoe ziet jouw perfecte zomeravond eruit?

“Lekker uitgebreid eten met een voorgerecht, een pasta en een goede wijn erbij plus een beetje romantiek; dat zijn wel de betere dagen in het leven. Zo’n avond dat je helemaal in het moment zit, niet meer nadenkt over wat je morgen moet doen en ook niet bezig bent met je agenda en telefoon.”

Heb je met jouw drukke job wel tijd om van de zomer te genieten?

“Vorig jaar is dat er amper van gekomen. Toen was ik drie, vier maanden alleen maar aan het werk. Natuurlijk is het leuk dat je de wereld kunt ontdekken en nog betaald krijgt ook, maar het is toch niet hetzelfde als met je vrienden in de zon zitten. Ik heb me voorgenomen om deze zomer meer te genieten en lekker naar het strand of park te gaan. Een van de eerste zomerse dagen van dit jaar zat ik thuis te werken aan het boek waarmee ik nu bezig ben. Ik heb toen alles aan de kant gegooid en ben naar zee gegaan. Eigenlijk was het nog te koud om erin te gaan, maar ik zag een oud vrouwtje heel fanatiek een duik nemen en dacht: come on, Tess! Het was freezing koud, maar toen ik eenmaal op mijn rug lag en het zonnetje doorkwam, was het zo fijn. Ik geloof echt dat de zee een soort genezende kracht heeft; als ik eruit kom, voel ik me altijd zo goed.”

Aan wat voor boek werk je?

“Het wordt een soort anti-zelfhulpboek met teksten waar je hopelijk iets uithaalt en opdrachten die je al dan niet kunt uitvoeren. Ik doe het samen met documentairemaakster Pascalle Bonnier, met wie ik ook mijn YouTube-serie maak. Zij is heel creatief en goed met haar handen, terwijl ik meer van de hersenspinsels ben. Dat gaan we samenbrengen, een beetje in de dromerige stijl van de David Lynch-films.”

Je hebt een eigen YouTube-kanaal:‘Tessten’. Waardoor is dit kanaal anders dan alle anderen?

“Ik denk dat elk kanaal een unieke beleving is, omdat het heel nauw verweven is met de persoon die de video’s maakt. Het leuke aan ‘Tessten’ is dat de kijkers mee kunnen denken over de dingen die we gaan testen. Ik probeer daarin weg te blijven van het standaard pad. Bloopers worden er bijvoorbeeld niet uitgeknipt. Ik wil juist laten zien dat het leven niet altijd ‘happy ville’ is, ook niet bij mensen die voortelevisie werken. Het bedenken van eigen content is buitengewoon bevrijdend en smaakt naar meer: ik ben nu ook mijn eigen formats voor televisie aan het bedenken, iets wat zeker getriggerd is door mijn YouTube-kanaal.”

En tussen al het werk door pak je dus af en toe een zomerse momentje?

“Zeker, soms moet je gewoon even stilstaan. Hard werken is leuk, maar het allermooiste vind ik dat ik door mijn werk soms iemand anders een supermooie dag kan geven, zoals ik laatst heb gedaan. Mijn vriend Ties is al van kleins af aan helemaal gek van de MotoGP. Hij was een week zenuwachtig toen hij kaartjes ging kopen voor de TT Assen. Wat hij niet wist, was dat ik via Red Bull had geregeld dat we backstage konden, dat we paddock-area pasjes hadden en hij zijn grootste held, de coureur Rossi, kon ontmoeten. Hij stond met een vriend bij de ingang en die vriend zei: ‘Ik moet nog even op iemand wachten die ook meegaat.’ En toen kwam ik daar dus met die verrassing. Het was zo mooi om degene van wie ik zo veel hou zo intens gelukkig te zien, dat maakte dit wel een van de meest bijzondere dagen van deze zomer.”

Ben je in de zomer ook losser?

“Ja, ik voel me sowieso lichter. Rond december eet ik meer, voel ik meer, ben ik meer. In dezomer leef ik lichter en ben ik ook lichter. Ik geloof heel erg in energie en soms heb je van die slome zomerse dagen in Amsterdam. Dan kom je naar buiten, het geluid klinkt relaxter en het is alsof er een trage lucht in de stad hangt. Het voelt alsof niemand aan het stressen is en de hele stad, het hele leven, even pauze neemt en zegt: jongens, ga lekker aan de gracht zitten met een flesje wijn en relax.”

Flirt je dan ook meer?

“Ik voel me sexyer in de zomer, maar flirten… Ik zat daar toevallig laatst over na te denken. Vroeger was ik een heel erge flirt, maar dat is er toch een beetje uit nu ik al vijfenhalf jaar een vriend heb. Laatst had ik sjans van iemand en deed ik heel weird, alsof ik het verleerd ben. Ik ging weg en ineens stond hij voor me en vroeg: ‘Ga je naar huis?’ Toen riep ik: ‘Ja, naar mijn vriend, doei!’ Ik ben niet meer de flamboyante flirter die ik was, maar dat is oké, want ik ben gelukkig met Ties.”

Waarom is hij het nog steeds helemaal voor jou?

“Ties verrast mij elke keer weer. Hij geeft me het gevoel dat ik zelfs op mijn meest lompe momenten de allerleukste ben. En ik voel gewoon dat ik bij hem helemaal mezelf kan zijn. Zelfs als ik de lelijkste versie van mezelf ben, vindt hij me nog leuk. Als je al zo lang samen bent en ook de moeilijke dingen hebt meegemaakt, worden de mooie dingen, zoals bij die MotoGP, alleen maar bijzonderder. Ik ben dan zo blij voor hem dat ik er helemaal emotioneel van word.”

En hij laat je vrij, heb je in een eerder interview gezegd…

“Ja, ik denk niet dat iedere man dat zou kunnen. Ties geeft me zo veel vertrouwen, hij zegt: ‘Ga maar’ en laat me mijn ding doen. Dat is echt wat ik nodig heb, als ik een jaloerse vriend zou hebben of iemand die gaat stressen elke keer dat ik voor mijn werk op reis moet, zou mijn relatie niet werken. Ik werk in het buitenland heel vaak met mannen, dan moet je wel iemand thuis hebben die dat kan handelen. Ik vind het sexy dat hij er zo relaxed mee omgaat, andersom weet ik niet of ik ook zo chill zou zijn.”

Wat herinner jij je nog van je eerste zomerliefde?

“Mijn eerste zomerliefde was een Franse jongen op een Franse camping. Hij heette Guillaume en leerde me french kissen. We hadden het heel leuk, totdat hij erachter kwam dat ik bijna wegging en zijn investering verloren zag gaan. Toen merkte ik dat hij steeds minder contact met mij zocht en meer tijd investeerde in een ander meisje dat net op de camping was komen staan. Ik pikte dat natuurlijk niet en heb het in mijn gebrekkige Frans uitgemaakt. Ik zei: ‘C’est fini, au revoir!’ en nog iets van: ‘Tu es un idiot.’ Ik heb in één vakantie dus leren french kissen én geleerd hoe je het op een soort van zwoele en gepassioneerde manier uit moet maken. Twee belangrijke lessen, haha.”

Ging je altijd helemaal op in zo’n vakantieliefde?

“Een vakantieliefde is voor mij een beetje als een lekkere zomerhit. Je bent er eerst helemaal ondersteboven van, maar als je ’m dan tien keer hebt gehoord of je komt terug in regenachtig Nederland, dan is de magie verdwenen. Ineens ben je weer nuchter en denk je: was dit het nou?”

Wat is de gekste vakantiejob die je ooit hebt gehad?

“Dit is eigenlijk iets wat ik probeer te begraven, omdat ik lichtelijk feministisch ben. Maar ik ben vroeger dus als ‘refreshment nurse’ festivals afgegaan in zo’n fout zusterpakje met jarretels. Ik mocht daar watergevechten organiseren,dat was wel weer leuk, en ik verdiende er ook veel geld mee, maar ik ben er niet trots op. Het mooie is wel dat ik er twee vriendinnen aan heb overgehouden, dat zijn nog steeds mijn beste vriendinnen. Maar dat pakje… daar is eigenlijk geen excuus voor.”

Ben jij iemand die makkelijk in bikini gaat?

“Makkelijk is een overstatement. Ik denk dat geen enkele vrouw dat is, tenzij je alleen maar sport, maar in die categorie val ik niet. Afgelopen winter was ik op Bali en dan heb ik dat eerste moment altijd even moeite om mijn kleren uit te trekken. Je bent nog zo wit en zeker als je net de decembermaand hebt gehad, is het niet je beste moment. Ik sta dan heel ongemakkelijk te doen en mijn buik in te houden. En ik ben ook zo iemand die dan de ochtend ervoor in-eens heel gezond gaat eten, alsof dat nog iets uitmaakt. Dus nee, makkelijk zeker niet, maar als ik eenmaal een kleurtje op mijn lijf heb, loopt het wel los.”

Wat zijn je plannen na de zomer?

“Ik ga ‘Willem Wever’ presenteren voor de publieke omroep, iets wat voor mij echt voelt als thuiskomen. Ik mag samen met een kind op avontuur om zijn of haar droom waar te maken en krijg daarin zo veel vrijheid… Dat is toch geweldig! Verder ga ik weer ‘Roadtrippers’ doen voor RTL5 en loopt mijn YouTube-kanaal inmiddels goed. Van deze klussen én het schrijven kan ik rondkomen, wat me de rust geeft om mijn andere keuzes veel bewuster te maken. Vroeger zat ik maar te wachten naast de telefoon tot er iets leuks voorbijkwam, nu bedenk ik gewoon mijn eigen programma’s. Ik ben ook een bedrijf aan het opzetten met mijn tweelingzus Lisa: we willen bloembakken terugbrengen in de stad.Eigenlijk ben ik met zoveel dingen bezig dat het me overspoelt, maar wel op een positieve manier. Ik voel me vrij en supergeïnspireerd!”

Presentatrice Tess Milne (28) is de helft van een eeneiige tweeling en dat levert zo nu en dan hilarische situaties op: “Mijn ex-vriendje heeft een keer bijna mijn tweelingzus gezoend”.

 

Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

 

Het bericht Tess Milne: ‘Ik voel me sexyer in de zomer’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Kruisverhoor: ‘Soms sluiten we onszelf op in de badkamer voor een snelle pijpbeurt’ 

$
0
0

Elke week deelt een lezer de avonturen van zijn of 
haar geslachtsdeel in woord én beeld. Deze week: 
Madelon Leeftijd 30 Werkt als zorgcoördinator  Woont in Tiel Relatie Ja, sinds 2006. Ze woont 
samen met haar vriend, met wie ze 2 kinderen (7 en 
5 jaar) heeft Aantal bedpartners Ongeveer 15  Aantal relaties 3 Noemt haar vagina Doos, 
vagina tijdens serieuze gesprekken met vriendinnen

Tekst San van der Ven

Wat is de huidige gemoedstoestand van je vagina?

“Tevreden, ze krijgt genoeg aandacht. Als dat niet zo is, laat ze het zeker merken.”

Hoe vaak heb je sex?

“Gemiddeld een à twee keer per week. Mijn vriend en ik zijn tien jaar samen. Daarbij hebben we allebei een druk sociaal leven en draaide ik tot twee maanden geleden veel wisseldiensten. Toch is ons sexleven erop vooruitgegaan. De eerste jaren nadat we kinderen kregen, had ik weinig behoefte aan sex: ik was elke avond bekaf. Als we sex hadden, deed ik dat vooral voor mijn vriend, al genoot ik er zelf ook van als we eenmaal bezig waren. Sinds kort hebben de kinderen de leeftijd dat ze in het weekend ’s ochtends ‘alvast naar beneden mogen’. Dat geeft mijn vriend en mij ongeveer tien minuten voor een héél stil vluggertje; daarna staan ze alweer naast ons bed. Dat is niet erg; je wordt er creatief van. Wat we ook weleens doen, is ons even vijf minuten in de badkamer opsluiten voor een snelle pijpbeurt.”

Hoe vaak masturbeer je?

“Zo’n twee keer per week. Het helpt me ontstressen. Vooral als ik ’s avonds alleen ben, de kinderen op school zijn of ik boven 
tv ga kijken omdat mijn vriend aan het gamen is. Soms heb ik aan één orgasme genoeg, soms neem ik de tijd en kom ik vaker klaar. Een halfjaar geleden schafte ik mijn eerste vibrator aan: een clitorisstimulator. Zelf kom ik binnen een paar minuten tot 
een orgasme, maar hiermee gaat het nóg sneller en voelt het net even anders.”

Waar schaam je je voor in bed?

“Voor mijn zwangerschappen had ik een hekel aan mijn asymmetrische borsten. Een sinaasappel en een mandarijn, noemde ik ze. Van bedpartners heb ik nooit commentaar gehad en vriendinnen zeiden dat het wel meeviel, maar ik bleef het verschil zien. Inmiddels heb ik dat niet meer, omdat ik 
ben aangekomen en mijn borsten voller 
zijn geworden. Nu stoor ik me aan mijn 
slappe buik en striae; overgehouden aan 
de bevalling. Vreselijk. Als ik tijdens de sex bovenop zit, wil ik het liefst het licht uit.”

Wat was je meest bijzondere sexuele 
ervaring?

“Tijdens de bezichtiging van ons toekomstige huis had ik sex met mijn vriend in wat uiteindelijk de slaapkamer zou worden. De makelaar werd gebeld door een klant. Of mijn vriend en ik even zelf wilden rondkijken? Dan kon hij dat gesprek in de auto voeren. Hij zou zo terugkomen, zei hij. We hebben het toen gedaan op de betonnen vloer.”

Wat zou je nog willen ontdekken in bed?

“Het is mijn ultieme fantasie om ooit sex te hebben met een vrouw. Maar ik denk dat het bij fantaseren blijft. Tenzij we de guilty pleasure van mijn vriend – een trio met twee vrouwen – ook in vervulling laten gaan. En dat zie ik niet snel gebeuren.”

Welke sexherinnering wis je het liefst uit?

“Ooit had ik sex met een jongen die vroeg 
of ik het condoom bij hem wilde omdoen. Ik had dat nog nooit gedaan. Toen ie er eenmaal omheen zat, lukte het neuken niet. De jongen in kwestie verdween naar de badkamer en riep me een paar minuten later. Op weg erheen zag ik bloeddruppels op de grond. Hij stond voor de wasbak met zijn piemel op de rand. ‘Je hebt hem gescheurd!’ Bleek ik bij het omdoen over de huid op zijn eikel te hebben gekrabd, waardoor het vreselijk ging bloeden. De sfeer was meteen 
totaal omgeslagen: ik schaamde me dood 
en hij ging vrijwel direct naar huis. Later konden we er gelukkig samen om lachen.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 34. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Kruisverhoor: ‘Soms sluiten we onszelf op in de badkamer voor een snelle pijpbeurt’  verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Middagdipmomenten op het werk die iedereen herkent

$
0
0

Ook altijd het idee dat de klok rond drieën alleen maar langzamer gaat? Waar je ’s ochtends nog door je taken heen vloog, schiet het nu geen meter meer op. Deze gifjes zijn herkenbaar voor iedereen die weleens last heeft van een middagdip.

Om de vijf minuten kijk je op de klok: hoe lang nog?

Beleefd lachen om die flauwe grap van je collega zit er even niet meer in. Verder dan Chrissy Teigen bij de Golden Globes anno 2015 kom je niet.

Je hebt inmiddels zoveel cafeïne op dat je zit te stuiteren op je bureaustoel.

Je biedt constant aan drinken te halen voor je collega’s. Al is het maar om even achter je laptop vandaan te komen.

Je hoopt stiekem dat niemand je nu om iets belangrijks gaat vragen.

Eigenlijk heb je gewoon geen idee waar je mee bezig bent.

Niet dat je ’s ochtends wel aanspreekbaar bent.

Bore-out

Voer jij al maanden op je werk dezelfde saaie taken uit en heb je ook nog de hele dag hoofdpijn? Dat klinkt verdacht veel als een bore-out. Want niet alleen van stress, maar ook van verveling op het werk kun je ziek worden. Haal nu VIVA5 in de winkel om te zien hoe je hiermee kunt dealen en hoe je het voorkomt.

Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Middagdipmomenten op het werk die iedereen herkent verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Yolanda beviel op haar achttiende, maar is nu trots op haar jonge gezin

$
0
0

Elke week geven we je een kijkje in iemands liefdesleven in VIVA’s rubriek ‘De Status’.

Tekst Lydia van der Weide

Deze week Yolanda (24), die trots is op haar jonge gezin.

“Mijn zoon Timo is altijd al een eigenwijs kuiken geweest. Hij won het van een condoom en kondigde zich aan door kotsbuien. Pas toen ik al een week boven de wc-pot hing, ging er een alarmbel af. Ook ik ben eigenwijs. Iedereen, zelfs mijn moeder, nu de trotste oma die er maar is, vond dat ik hem moest laten weghalen. Ik was net achttien, woonde nog thuis en was kort ervoor met een studie begonnen. En de vader van het kuikentje in mijn buik kende ik nog maar een paar maanden. Hij, net zo oud als ik, was overrompeld. Maar hij respecteerde dat ik het sowieso zou houden en rustig wilde kijken of het tussen ons wat kon worden. We waren al verliefd en na de eerste schrik werden we dat nog meer. Intieme avonden met zijn hoofd op mijn buik, pratend tegen ons kindje. Alsof we op een wolk zaten, waar niemand iets mee te maken had. Vlak voor de bevalling betrokken we samen een zolderkamer van dertig vierkante meter. ‘Jullie gaan daar gillend gek worden,’ voorspelde iedereen, maar wat waren we er happy. Timo huilde amper en voegde zich makkelijk naar ons leven.

Jaloers op mijn vriendinnen die gingen stappen en alle vrijheid hadden ben ik nooit geweest. Ik had geen boodschap aan die zogenaamde vrijheid, want dit was precies wat ik wilde. Als ik Timo zag, voelde ik me compleet. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk geweest. We hadden weinig geld, studeerden nog. Het was ploeteren, passen en meten. En met z’n drieën in zo’n klein hok, dan sta je heus weleens tegen elkaar te schreeuwen om onbenulligheden. Maar we hebben het gered, met heel veel praten en ontzettend veel liefde en inzet. Toen we anderhalf jaar later verhuisden en mijn vriend een vaste baan kreeg, ben ik gestopt met de pil. Alles liep zo goed met Timo, we gunden hem een zusje, en verlangden zelf ook naar nog een baby. Binnen een maand was het raak. We kregen nog meer commentaar dan de eerste keer. ‘Hoe kon je dit nu doen,’ riep mijn moeder, die mijn kamer thuis nog steeds intact hield voor als ze me daar weer zou moeten opvangen. Woest was ik, en om het nog bonter te maken heb ik mijn vriend ten huwelijk gevraagd. Ik zag dat onze families probeerden blij te zijn voor ons, toen ik met een buik van zeven maanden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand stond. Maar van harte ging het niet.

Inmiddels hebben we ons gelukkig wel bewezen. We zijn nog steeds bij elkaar, stralend gelukkig en apetrots op ons gezin. Ik vind het zalig om zo’n jonge moeder te zijn. Ik barst van de energie, doe leuke dingen met ze en heb plezier in mijn job, al is het nu nog parttime. Dit leven past me, ons, dus wat zou er mis mee zijn?

Iedereen om ons heen is om. Mijn moeder vraagt zelfs weleens verlangend wanneer de derde komt.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Yolanda beviel op haar achttiende, maar is nu trots op haar jonge gezin verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Rik van de Westelaken: ‘Ik wilde weg uit de dagelijkse sleur van het nieuws’

$
0
0

VIVA drinkt elke week een drankje met een leuke man. Deze keer zitten VIVA’s Anneke en Marloes in het café met Rik van de Westelaken (45), die afgelopen jaar na 17 jaar vertrok bij de NOS en de overstap maakte naar Net5/SBS6.

Tekst Marloes Teerenstra 
| Beeld Anke van der Meer

Met zijn sporttas over z’n schouder komt Rik café Van Mechelen binnenlopen en stapt op een meisje af. “Jij bent van VIVA zeker?” We zwaaien: “Nee, hier zitten wij. Biertje?” Rik heeft zichzelf vanmorgen eerst afgebeuld in de sportschool, ging meteen door naar een lunchafspraak en nu kan er een borrel op tafel. Hij heeft immers veel om op te toosten.

Marloes: Cheers. Op je nieuwe contract.

“Dank. Proost!”

De stap van de NOS naar Net5/SBS6 is niet eentje die voor de hand ligt. Waarom ben je geswitcht?

“Ik wilde uit de dagelijkse sleur van het nieuws – crisis hier, aanslag daar – en 
terug naar de kern: mooie verhalen vertellen. Bij Net5 krijg ik de kans om me daarop te richten. Ik ben bezig met een eigen reportageprogramma.”

Anneke: Vertel?

“Ik mag er verder niks over kwijt. Maar het ligt in het verlengde van wat ik deed. Ik blijf van het journalistieke handwerk.”

Marloes: En ‘Peking express’ en de 
kennisquiz ‘5 Golden rings’ dan?

“Dat is een bonus. Een paar weken nadat ik hoorde dat ik de reportageserie mocht maken, werd ik gevraagd om ‘Peking 
express’ te presenteren. Te gek. Daarin kan ik meteen mijn avontuurlijke kant kwijt. Daarna kreeg ik een nieuw aanbod: of ik ook een nieuwe kennisquiz 
wilde presenteren. Eerlijk is eerlijk, daar heb ik even over getwijfeld, want tja, een quiz bij SBS6 met…”

Anneke: Showballet en glitterpak aan?

“Ja precies, zo’n associatie had ik erbij. 
Ik wist niet goed of dat wel bij mij paste én of ik dat wel kon.”

Marloes: Wat gaf de doorslag om het wel te doen?

“John de Mol. Hij liet me zien wat voor spectaculaire quiz het is, met mooie visuals, grafische elementen en best lastige vragen ook. Waar ligt bijvoorbeeld de 
appendix? En dan exact op de millimeter aanwijzen hè. Toen hij zei dat ik gewoon mezelf, Rik, de journalist met z’n droge gevoel voor humor mag blijven, dacht ik: weet je wat, ik ga het gewoon doen.”

Anneke: Een goede deal gesloten?

“Ja, en een interessante. Maar nu wordt er ook wel wat van me verwacht.”

Voelt het als erop of eronder?

“Nee, maar ik voel wel een bepaalde druk, alsof ik op een duikplank sta en spring. Dit wordt een spannend jaar.”

Marloes: Veranderingen houden je scherp.

“Juist daarom vond ik het zo belangrijk om de overstap te maken. Als ik voor de veilige weg had willen kiezen, had ik bij de NOS moeten blijven. Dan had ik elke dag 2 miljoen kijkers gehad. Maar ik wil ontdekken wat ik nog meer kan. En jezelf ontwikkelen gaat niet als je alles bij hetzelfde houdt.”

Het hele interview met Rik lezen? Check VIVA 5! De editie ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen.

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Rik van de Westelaken: ‘Ik wilde weg uit de dagelijkse sleur van het nieuws’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Streetview: Doe jij mee met Warmetruiendag?

$
0
0

Op vrijdag 10 februari is het Warmetruiendag. Oftewel: zet de verwarming lager en trek je dikste trui aan, want zo helpen we met z’n allen het milieu een handje! VIVA sprak acht wereldverbeteraars over (duurzame) mode en favo truien.

Tekst en foto’s Daphne Ponsteen | Met dank aan Klimaatverbond Nederland, Greenchoice en Betty Blue

Rosa van Ederen (36) is fotograaf en eigenaar Van Jos.

Da’s nog eens een warm vest.
“Hij is van Van Jos, het label van mij en m’n moeder Jos. Ik wilde graag een product maken van eerlijke stoffen en restmateriaal. Ik weet niet beter dan dat mijn moeder kleding maakt, dus die keuze was snel gemaakt. Ik duik gewoon in haar kast en laat de leukste ontwerpen in productie nemen.”

Fair fashion is niet meer zo suf als vroeger.
“Klopt, en doordat iets duurzaam is, heb je er ook langer plezier van. We hebben onze collectie vorig jaar zelfs op de Dutch Sustainable Fashion Week geshowd. Bij de grote ketens betaal je vaak niet de echte kostprijs, maar de maker betaalt die wel. Dat is niet eerlijk.”

Voor jou geen H&M’tje meer dus?
“Natuurlijk heb ik wel even gedacht: o ja, nu mag ik daar niet meer shoppen. Maar er is genoeg leuke vintagekleding te koop. Deze levenswijze werkt als een sneeuwbal, want nu wil ik ook op een eerlijke manier eten.”

Dora Kloppenburg (30) ontwerpt schoenen en accessoires.

Hoe maak je duurzame accessoires?
“Ik werk voornamelijk met leer en hout. Ik gebruik ecoleer van een looierij in Duitsland, de meest verantwoorde looier van Europa. Ook probeer ik zo veel mogelijk met resthout te werken, afkomstig uit de scheepsbouw. Ik vind het belangrijk dat producten eerlijk gemaakt worden, ik koop zelf ook niets zonder er goed over na te denken.”

Lopen zulke schoenen wel lekker?
“Ik hoop in de toekomst ook draagbare schoenen te maken, maar tot nu toe hebben ze alleen nog in musea gestaan, onder andere in Leipzig en Wenen. Ik vind het belangrijk dat producten eerlijk gemaakt worden, ik koop zelf ook niets zonder er over na te denken.”

Is je vest ook zelfgemaakt?
“Ja, het is een ontwerp van mijn vriendin Lotte Mostert. Haar moeder heeft het in elkaar gezet. Je kunt het vest aan twee kanten dragen en het is helemaal van wol. Superwarm dus, op koude dagen draag ik niks anders meer.”

Annemieke Leek (28) is projectmedewerker bij de Campagnewinkel.

Je werkt ook aan dit project?
“Klopt. Warmetruiendag is elf jaar geleden opgericht naar aanleiding van het Klimaatverdrag, een regeling tussen 197 landen voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.”

Ah, dus eigenlijk zouden er meer Warmetruiendagen moeten zijn?
“Precies. Trek een warme trui aan en zet je verwarming lager, zo simpel kan het zijn. Deze actie draait om bewustwording en verandering. We willen mensen laten inzien dat ze makkelijk iets kunnen doen aan het klimaatprobleem. De knop moet om.”

Nog een ander favoriet winteritem?
“Van deze sokken van alpacawol word je gegarandeerd warm. En als het écht koud wordt, draag ik een fleecetrui. Een fashionable variant, hoor, het moet wel leuk blijven.”

Gwen Boon (31) is eigenaar van de Utrechtse kledingzaak Klijs en Boon.

Is duurzaamheid belangrijk voor jou?
“Het wordt steeds belangrijker, zeker in de mode. Ik merkte dat veel kledingmerken niet echt transparant zijn over de herkomst van hun producten, maar ik wil mijn klanten daar wel over kunnen vertellen. Ik selecteer mijn merken dus op duurzaamheid, openheid is belangrijk.”

Geen mega-sale dus?
“Nee, dat vind ik belachelijk. Veel kleding is tijdloos en zou nooit in de sale moeten komen. Daarom heb ik de Clothing RE-vival opgericht: lever je oude aankopen uit onze winkel in, dan verkopen wij het weer voor je. Met de opbrengst krijg je een giftcard voor onze winkel. Handig, toch?”

Hoe zit het met je eigen trui?
“Deze is van het Nederlandse merk Yunit, zij maken unisexkleding en hebben nooit sale. Hij is simpel, maar de basis is goed en ecologisch. Ik heb veel uitgesproken kledingstukken, maar deze kan altijd.”

Meer lezen? Check VIVA 5. De editie ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen. 

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Streetview: Doe jij mee met Warmetruiendag? verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Wijntje (35): ‘Cocaïne 
was mijn grote 
liefde’

$
0
0

Haar eigen nieuwsgierigheid en hang naar avontuur dreven Wijntje (35) tot een cocaïneverslaving. “Het was de enige manier om me geen totale mislukkeling te voelen.”

Tekst Loeka Oostra | Beeld iStock

“Mijn eerste snuif cocaïne herinner ik me nog goed. Ik was negentien jaar en samen met mijn toenmalige vriend stond ik in een Amsterdams portiek. We gingen voor het eerst coke gebruiken, maar ik had geen idee hoe dat moest en durfde daar niet alleen voor naar de wc. Ik vond het idee van drugs opsnuiven maar vreemd, dat had ik nog nooit gedaan. Toen het eenmaal begon te werken, was ik dat gevoel allang weer vergeten. Sterker nog: ik voelde me koningin van de wereld.

Dat ik op mijn negentiende deze ervaring had, was niet alleen vanwege m’n leeftijd vreemd te noemen. Op m’n zevende verloor ik mijn halfbroer aan een overdosis heroïne en daardoor ben ik lang heel erg tegen drugs geweest. Met een vriendinnetje dat op de middelbare school cola voor de grap coke noemde, verbrak ik de vriendschap. Ik wilde
er niks mee te maken hebben.
Toch was het mijn eigen nieuwsgierigheid die me uiteindelijk naar de drugs dreef. Toen ik dertien was, rookte ik mijn eerste jointje; dat praatte ik voor mezelf goed door te stellen dat dat geen echte drugs waren. Op de middelbare school hoorde ik van steeds meer mensen dat ze drugs gebruikten en het intrigeerde me mateloos. Natuurlijk zou ik mijn toenmalige vriend de schuld kunnen geven van mijn gebruik, maar het was sowieso gebeurd. Het was mijn eigen hang naar avontuur die ervoor zorgde dat ik die avond voor het eerst cocaïne gebruikte.

Dood door xtc

Die eerste nacht herinner ik me als een van de leukste nachten uit m’n leven. Alle onzekerheden en zorgen over wat andere mensen van me dachten, vielen van me af. Cocaïne gebruiken voelde als de ultieme vrijheid. Niks was te gek. We gingen naar feesten in vreemde steden, boekten hotelkamers en ik leerde mijn grenzen verleggen; allemaal dingen die ik altijd wel wilde, maar niet durfde.

Langzamerhand veranderden alle weekenden in een waas waarin sex en drugs centraal stonden. Zowel thuis als op feestjes gebruikten we drugs om ons beter te voelen. Geld was nooit een probleem; we hadden allebei een baan en mijn vriend woonde nog thuis. Dat veranderde toen we gingen samenwonen en samen een huis kochten. Ineens ging het geld op aan vaste lasten en daardoor verminderde het plezier van het gebruiken. Dat plezier verdween volledig toen een familielid overleed aan de gevolgen van het nemen van een xtc-pil die ik haar had gegeven. Ze had een lekkende hartklep waardoor haar lichaam het niet aankon. Ook al lag het niet aan de pil, ik voelde me ontzettend schuldig, alsof ik haar de dood in had gejaagd. Mijn vriend had geen last van een schuldgevoel en ging gewoon door met xtc, maar ik wilde dat niet meer. In plaats daarvan greep ik naar cocaïne om me beter te voelen. Het bleef niet bij weekendgebruik en mijn vriend hield alle drugs bij zich om me in bescherming te nemen. Toch verstopte ik in het weekend soms wat, zodat ik ook doordeweeks
kon gebruiken. Uiteindelijk besloot ik dat onze relatie niet langer werkte: er waren te veel ruzies, die vooral over drugs gingen. Het was moeilijk om hem te verlaten, maar ik overtuigde mezelf: zonder hem, kon ik stoppen met de drugs.”

‘Burn-out’

Het tegenovergestelde bleek waar. Doordat er geen controle meer was, gebruikte ik al snel steeds vaker, ook doordeweeks. Ik voelde me een ontzettende mislukkeling. Ik had verwacht dat ik oud zou worden met mijn ex, en dat dat niet gelukt was, vond ik verschrikkelijk. Ook de talloze mislukte pogingen om te stoppen met drugs werkten averechts voor mijn zelfbeeld.
Was ik eerder goed in m’n werk als voorbereider bij een aannemersbedrijf, nu viel ik soms in slaap achter m’n computer. In een gesprek met de bedrijfsarts werd een burn-out geconstateerd: ik at weinig, sliep bijna niet, had angstgedachten en paniekaanvallen. Dat ik drugs gebruikte, vertelde ik niet. Daardoor leken de symptomen op die van een burn-out en kwam ik betaald en met een auto van de zaak thuis te zitten.

Ondertussen leerde ik mijn nieuwe vriend kennen: een dealer van wie ik geregeld drugs kocht. Geen wonder, want ik verzamelde mensen om me heen die het oké vonden dat ik drugs gebruikte, mensen die dat zelf ook deden. Ik hielp mijn vriend met allerlei klusjes: van het vouwen van envelopjes voor de cocaïne, tot het rondbrengen van het spul in mijn auto van de zaak. In ruil daarvoor kreeg ik drugs van hem. Mensen die niet
gebruikten ging ik uit de weg: de confrontatie was te heftig. Mensen die nog wel contact met me zochten en me waarschuwden liet ik links liggen. Ik hield mezelf voor dat ik
er minder slecht aan toe was dan andere gebruikers, en rechtvaardigde zo mijn gedrag tegenover mezelf. Met mijn moeder had ik ook steeds minder contact. Mijn zussen hadden hun verdenkingen van mijn gebruik tegen haar uitgesproken, maar toen ze me ermee confronteerde, loog ik. Langzaam maar zeker stootte ik haar af, ik schaamde me. Omdat mijn moeder zelf in de verslavingszorg werkte, was het extra zwaar: ze herkende alle symptomen, maar stond machteloos aan de zijlijn.

Knock-out

Ondertussen verslechterde mijn thuissituatie. Ik probeerde te stoppen met de cocaïne, maar keer op keer viel ik terug. Als m’n vriend weigerde me drugs te geven, ging ik naar andere dealers. Omdat ik hem daarmee voor schut zette, resulteerde dat steevast in ruzie waarbij hij me bedreigde met de dood en uitschold voor de ergste dingen. De druppel kwam toen hij me zo hard in elkaar sloeg dat ik acht weken met krukken moest lopen. Ik besloot – wederom – dat dit zo niet langer kon. Ik was net weer begonnen met werken en zei tegen collega’s dat ik van de trap was gevallen, maar het was overduidelijk dat er meer aan de hand was. Uiteindelijk ben ik door m’n baas uitgekocht, wat voor ons beiden een goede beslissing was: doordat ik zo in de kreukels lag, hadden ze weinig aan mij.

En zo zat ik op mijn 25e helemaal aan de grond. Zonder relatie, zonder werk. Cocaïne was mijn grote liefde. Drie
weken lang gebruikte ik non-stop. Als ik knock-out ging omdat ik te veel had gebruikt, was dat geen reden om te stoppen als ik weer bijkwam.
Wat me er precies toe heeft aangezet weet ik nog steeds niet, maar op een gegeven moment heb ik al m’n drugs weggegeven en heb ik een verslavingsarts gebeld. Voordat ik in de auto stapte voor een crisisopname heb ik voor het laatst gesnoven, waarna ik mijn stiefvader belde met de mededeling dat ik me liet opnemen. Mijn moeder durfde ik niet te bellen: ik schaamde me te erg voor wat ik haar had aangedaan.

Toen ik eenmaal op m’n kamer in de crisisopvang lag,begon ik de situatie te overzien. Vijf jaar lang had ik mijn best gedaan mezelf te gronde te richten. Alle angsten waar ik jarenlang met cocaïne tegen had gevochten kwamen op me af: ik voelde me een grotere mislukkeling dan ooit tevoren, maar een ding stond als een paal boven water: dit kon niet langer zo.

Ternauwernood gered

Na vijf dagen crisisopvang en vijf maanden in een afkick-kliniek in Zuid-Afrika begon ik voor mijn gevoel met een schone lei. Ik had het idee dat ik precies wist hoe dingen moesten, en was er in alle arrogantie van overtuigd dat ik niet meer in dezelfde sloten zou lopen. Met een nieuwe fulltimebaan besloot ik me volop in mijn nieuwe leven te storten, overtuigd van m’n eigen kunnen. Maar de hang naar avontuur bleek niet verdwenen te zijn. Doordat ik mezelf weinig tijd gunde om weer op te krabbelen, viel ik een jaar later terug. Met één belletje stond er weer een dealer op de stoep, die me voor vier dagen van cocaïne voorzag. Doordat ik zo geloofde in m’n eigen kracht, was ik ervan overtuigd dat ik het drugsgebruik deze keer kon controleren. Het was een gevaarlijke onderliggende gedachte die me naar de cocaïne dreef. In eerste instantie was ik niet gestopt omdat ik ervan af wilde zijn, ik wilde mijn
leven onder controle krijgen. Nu ik dat had, was ik zo trots op mezelf dat ik vond dat ik wel een beloning in de vorm van een snuif verdiend had.
Dit ging twee jaar zo door, waarin ik in totale eenzaamheid uiteindelijk weer dagelijks thuis gebruikte. Ik raakte in een draaikolk die me naar beneden trok, tot ik geen andere uitweg meer zag dan een einde aan mijn leven te maken. Een vriend vond me terwijl ik zelfmoord probeerde te plegen. Ik zag het als een teken: ik kreeg nog een kans, en moest van de cocaïne af om de rest van m’n leven weer op de rit te krijgen.

Deze instelling zorgde er uiteindelijk voor dat de behandeling bij verslavingskliniek Mirage Verslavingszorg wel aansloeg. Tijdens het eerste gesprek werd me verteld dat ik mocht vergeten dat ik dacht alles te weten. Dat advies klinkt simpeler dan het was, maar door dat los te laten en me over te geven aan de behandeling durfde ik mezelf bloot te geven in gesprekken met behandelaars. Eerder gaf ik vooral politiek correcte antwoorden, nu vertelde ik over de dingen waar ik tegenaan liep in mijn herstel. Waar ik eerst de schuld van mijn problemen vooral buiten mezelf plaatste, leerde ik nu dat ik door mijn keuzes een groot aandeel heb in mijn eigen levensloop.

Het koste me vier jaar om me weer thuis te voelen in mijn eigen leven. Ik nam een hondje om m’n dagritme terug te krijgen en leerde daarmee mensen in m’n buurt kennen. Ook ging ik weer aan het werk. Met mijn eigen bedrijf Steps to Work help ik als coach mensen met hun leven na de afkickkliniek. Als ik iets heb geleerd, is het dat herstel op de eerste plaats moet staan. Mijn herstel zal altijd een belangrijk onderwerp in mijn leven blijven: nog steeds ben ik iedere zaterdagavond te vinden bij mijn herstelgroep en via mijn werk ben ik elke dag met het onderwerp bezig.

Inmiddels kan ik mezelf vergeven voor wat ik mijzelf heb aangedaan. Zonder alle drugs en ellende die daarmee gepaard gingen, zou ik nooit de persoon zijn die ik vandaag de dag ben. Ook mijn ouders hebben me kunnen vergeven, waar ik erg dankbaar voor ben. Onze band is beter dan ooit, mede omdat ik nu helder heb wat echt belangrijk voor me is. Ik doe dingen waar ik achter sta en stel doelen die bij mij passen. Als ik iets tegenover mezelf heb bewezen, is het dat ik geen mislukkeling ben, maar een door-zetter die nu beter dan ooit weet wat ze wil.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Wijntje (35): ‘Cocaïne 
was mijn grote 
liefde’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

5x vrouwen over het slechte-sex-gesprek: ‘Hoe vertel ik dat ik al zes jaar orgasmes fake?’

$
0
0

Hij is de man van je leven, maar in bed blijken er nogal wat nijpende verbeterpuntjes te zijn. Herkenbaar? Voor deze vijf vrouwen is het éigenlijk tijd voor het slechte-sex-gesprek, maar hoe dóé je zoiets?

Tekst Elien Geboers | Bewerking Fleur Meijer | |Beeld Getty Images

Fake it till you make it

Mélanie (29): “Ik schaam me dood voor wat ik ga zeggen, maar ik fake al zes jaar lang orgasmes. Mijn vriend is er heilig van overtuigd 
dat onze standaardroutine van vijf minuutjes friemelen en tien minuten stoten me steevast een hoogtepunt geeft. Niets minder waar. Ik heb alleen nooit geweten hoe ik hem dat moet vertellen. Tja, en na al 
die jaren durf ik het helemaal niet meer. We praten over alles, maar wanneer het onderwerp sex aan bod komt, klap ik helemaal dicht.”

Mag het iets meer zijn?

Viv (33): “Na tien jaar relatie en 
vier jaar huwelijk gaat het er in bed wat minder uitgebreid aan toe. Het voorspel duurt minder lang, en soms skippen we het gewoon helemaal. Omdat mijn man een heel drukke baan heeft, hebben we meestal vluggertjes. Maar het liefst zou ik teruggaan naar de tijd dat het voorspel al begon op de bank en soms wel een uur kon duren. Maar dat durf ik hem niet te zeggen. Ik 
wil hem niet wil kwetsen of het gevoel geven dat het zijn schuld 
of die van zijn carrière is.”

Bezweken onder de druk

Jamie (28): “De eerste keer dat mijn vriend en ik het deden, ging het al mis. Na een minuutje of vijf hielden we het voor gezien. Zijn gereedschap deed het niet meer. Dat 
wuifde ik weg: ‘Joh, ik ben toch 
moe. Zullen we anders gewoon gaan slapen?” De volgende ochtend probeerden we het opnieuw, maar helaas. Het heeft daarna nog twee weken geduurd voordat we een nieuwe poging ondernamen en we hebben er de eerste maanden met geen woord over gerept. Pas vier maanden later hebben we het issue op tafel gegooid. Het bleek enkel en alleen aan prestatiedruk te liggen. Zodra we er open over durfden te praten, ging het goed. Zijn pistool is nooit meer ongeladen geweest.”

Verdwaald

Kim (25): “Het enige minpuntje aan onze vrijpartijen is dat mijn vriend niet altijd de weg vindt. Dan probeer ik hem met mijn hand de juiste kant op te duwen, maar ik merk aan zijn lichaamstaal dat hij dat ongelooflijk gênant vindt. Ik heb geen idee hoe 
ik het ’m anders kan duidelijk maken zonder hem te beledigen.”

Trek maar aan mijn haren!

Loes (27): “Mijn vriend is een schatje, maar in bed heeft dat voor mij 
weleens een averechts effect. Hij behandelt me altijd met veel respect en vraagt regelmatig hoe ik het wil doen. Ik zou er helemaal wild van worden als hij me gewoon optilt en gooit waar hij me hebben wil. Dan mag hij aan mijn haren trekken, zijn nagels in mijn vel zetten en me een flinke mep op mijn billen geven. Kan ik hem dat nou zo letterlijk zeggen?”

Lezen hoe je dat slechte-sex-gesprek moet voeren? Check VIVA 5! De editie ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen.

»BESTEL VIVA ONLINE | KLIK HIER «

Het bericht 5x vrouwen over het slechte-sex-gesprek: ‘Hoe vertel ik dat ik al zes jaar orgasmes fake?’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Kruisverhoor: ‘Het mag wel wat ruiger, knijp gerust mijn keel dicht’

$
0
0

Elke week deelt een lezer de avonturen van zijn of haar geslachtsdeel in woord én beeld. Deze keer: Moos | Leeftijd 32 | Werkt als: freelancer | Woont in: Zaandam | Relatie: Ja, sinds ongeveer 6 maanden |Aantal bedpartners: 10 | Aantal relaties: 3 serieuze relaties, waarvan de langste 10 jaar duurde en vorig jaar uitging | Noemt haar vagina: Poen.

Tekst San van de Ven

Wat is de huidige gemoedstoestand van je vagina?

“Het gaat uitstekend met Poen. Ze was een tijdje ingedut, maar sinds vorig jaar is het vuurtje opnieuw in haar aangewakkerd. Nu staat ze elke ochtend op met een goeie dosis frisse moed en zin.”

Hoe vaak heb je sex?

“Vorig jaar is mijn relatie na tien jaar uitgegaan; gevalletje uit elkaar gegroeid. Ik haatte het altijd als iemand zei dat ze meer broer en zus waren geworden, maar dat is toch echt de beste uitleg. Nog steeds zijn we goed bevriend en we staan beiden achter onze keuze, al vind ik het soms jammer dat het zo gelopen is. In de laatste periode was de sex om te janken, een moetje, elke keer hetzelfde. Op een gegeven moment wilde hij zelfs helemaal niet meer. Dat heeft grote impact op me gehad: ik voelde me een mislukkeling. Na onze break-up had ik een korte huilperiode, daarna ben ik losgegaan op festivals. Eind september kwam ik daar een leuke man tegen. We begonnen als scharrels: hij in een open relatie, ik als vrijgezel. Totdat we er niet meer omheen konden: hij heeft zijn relatie verbroken en sindsdien zijn we een stel. Van begin af aan was de sex fantastisch. Een grote vent die je met gemak in allerlei standjes legt, je optilt en meeneemt: ik wist niet wat me overkwam! We doen het bijna elke dag. En er zijn altijd wel momenten dat we elkaar wild zoenend opgeilen.”

Hoe vaak masturbeer je?

“Toen ik vorig jaar mijn eigen huisje kreeg, heb ik best veel gemasturbeerd. Vaak met een vibrator, maar ook onder de douche. De laatste tijd bewaar dat liever voor mijn vent.”

Welk cijfer zou je je bedprestaties geven?

“Poeh, ik hoop dat ik een 8 ben. Het mooiste compliment ooit is dat hij vindt dat ik heel lekker kan pijpen en zegt dat hij na het klaarkomen tintelt van teen tot vingertop. 
Ik vind het leuk om hem te verwennen.”

Hoe ziet je ideale man eruit?

“Hij moet mannelijk zijn en mag geen smallere bovenbenen hebben dan ik. Op mannen die onverzorgd of onzeker zijn, knap ik af. En in bed hou ik niet van stille willy’s; af en toe mag er een goeie kreun of grom voorbijkomen.”

Wat vind jij goeie sex?

“Sex waarbij je volledig in elkaar opgaat. Het mag wel wat ruiger: niet alleen maar aaien, maar knijp mijn keel even dicht of duw me heel hard tegen een muur. Ik ben méér dan tevreden met de sex die wij nu hebben. Het gevoel dat hij opgewonden van me raakt, 
elk deel van mijn lichaam geweldig vindt 
en me daarnaast lekker aanpakt, is voor mij het beste wat er is. Thuis doen we het op alle denkbare plekken. Ik hou er ook van 
om hem gek te maken door hem te pijpen tijdens het autorijden, in een kleedhokje van het zwembad of een pashokje. Gewoon, om de drang naar sex op te voeren.”

Welke bedpartner wil je nooit meer 
tegenkomen?

“De scharrel die ik in mijn reboundfase had. Ik kom hem nog vaak tegen en dat is altijd ongemakkelijk, want de sex was zó tergend slecht. Het was destijds ook een verkeerd moment: we waren allebei niet nuchter. Daarbij ging hij te werk als een zenuwachtige chihuahua met haast, waarbij het condoom ook nog eens scheurde.”

Wat zou je nog willen ontdekken in bed?

“Het lijkt me doodeng, maar ik ben nieuwsgierig naar sex met twee mannen. Een 
trio met een vrouw lijkt me niets. Zoenen 
is lekker, maar ik moet er niet aan denken om sex met een vrouw te hebben. Veel te zacht allemaal.”

Ook geïnterviewd worden voor ‘Kruisverhoor’? Mail een korte toelichting naar kruisverhoor@viva.nl

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Kruisverhoor: ‘Het mag wel wat ruiger, knijp gerust mijn keel dicht’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Dit gebeurt er met je oude kleding

$
0
0

Je hebt (ein-de-lijk!) je kast uitgemest, de afdankertjes in zakken gepropt 
en de boel klaargezet voor de 
kledingcontainer, kringloopwinkel of (lekker makkelijk) de grijze kliko buiten. En dan? Van Afrika tot Oekraïne: hier duikt je oude kleding op.

Tekst Marlies Hanse | Illustraties Levi Jacobs@new chique aGency

“Vroeger gooide ik mijn afgedragen kleding in de restafvalcontainer,” bekent Merel Wildschut, eigenaar van het populaire platform De Groene Meisjes. “Over de impact die dat had, dacht ik geen seconde na. Toen ik me steeds meer ging bezighouden met duurzame thema’s, ontdekte ik dat er nogal wat mis is met de kledingindustrie. Ik realiseerde me hoe vervuilend het voor het milieu is om kleding zomaar weg te gooien. 
Inmiddels loop ik regelmatig bij de kringloopwinkel naar binnen om een zak oude kleding 
te brengen en zelf een vest of broek te kopen. Een vriendin geeft elk jaar op haar verjaardag een ruilfeestje, dus dan gaat er ook altijd een stapel kleding mee. Leuk dat anderen weer blij zijn met de kleding waarop ik was uitgekeken en met een beetje geluk scoor ik zelf ook nog iets leuks.”

De kledingindustrie is de op één na vervuilendste industrie ter wereld. Alleen de olie-industrie maakt het bonter. Bij het produceren van kleding wordt niet alleen een recordaantal grondstoffen, water en energie verbruikt, ook creëert de industrie een indrukwekkende afvalberg. 
In Nederland gooien we 144 miljoen kilo textiel per jaar in de prullenbak, dat is goed voor zo’n 7,5 kilo per persoon.

Tweehonderd jaar

Marieke Eyskoot, expert op het gebied van duurzame kleding, kan zich goed voorstellen dat de vervuilende kledingindustrie een ver-van-je-bedshow is als je dat witte shirt met die koffievlek voor het gemak even tussen je restafval gooit. “Maar bedenk je wel dat alle grondstoffen verloren gaan zodra je kleding op de vuilnisberg terechtkomt. Daarnaast druppelen door het regenwater vrijgekomen gifstoffen de bodem in, en het kan wel tweehonderd jaar duren voordat de kleding helemaal is vergaan. Als je kleding samen met het restafval wordt verbrand, komt de giftige stof methaan vrij, die een rol speelt in de opwarming 
van de aarde. Geef je spijkerbroek dus een tweede 
leven door ’m naar de kringloopwinkel te brengen, organiseer een ruilfeestje met vriendinnen of loop naar de dichtstbijzijnde 
kledingcontainer.”

Naar asielzoekers

Ja, de kledingcontainer. Wat gebeurt er eigenlijk met die zak gedragen goed nadat je ’m op de 
ondergrondse berg kleding hebt horen ploffen? Een van de grootste spelers op dit gebied is ReShare, onderdeel van het Leger des Heils. Door heel Nederland hebben ze tweeduizend kledingcontainers staan en per maand zamelen ze anderhalf miljoen kilo kleding, schoenen en huishoudtextiel in. “Daarvan houden we een 
gedeelte apart voor noodgevallen,” vertelt communicatiemanager Jolande Uringa. “Zo hebben we vorig jaar tienduizenden stuks kleding gratis verstrekt aan asielzoekerscentra. Een ander deel van de ingezamelde kleding gaat naar onze eigen tweedehandswinkels en naar tweedehandswinkels in Oekraïne. Sommige andere organisaties die kleding inzamelen, verkopen de inhoud van de kledingcontainers rechtstreeks aan sorteerbedrijven en stoppen de opbrengst daarvan in hulpverleningsprojecten.” Ho, stop. Wordt onze oude kleding dan niet verscheept naar derdewereldlanden? “Dat is een hardnekkig beeld, maar onjuist. Wij doen dat bewust niet, omdat er een grote kans is dat de kleding dan alsnog op een Afrikaanse vuilnisbelt belandt. We houden alle ingezamelde kleding liever zo veel mogelijk binnen Europa.”

En Afrika dan?

Toch komt het beeld van volle containers die naar Afrika worden verscheept niet zomaar uit de lucht vallen. Als je een zak kleding naar de kringloopwinkel brengt of in een container stopt, is de kans groot dat de inhoud wel degelijk vanuit Nederlandse sorteerbedrijven naar Afrika gaat. Necla Sener is directeur van textielsorteerbedrijf Kringtex, dat 
in het leven is geroepen om werkgelegenheid te creëren voor mensen die moeilijk meedraaien op de reguliere arbeidsmarkt. “Kringloopwinkels 
en goede doelen hebben vaak geen tijd om de enorme hoeveelheden kleding uit te zoeken. Dat doen wij voor ze. Een klein deel, zo’n acht procent, gaat naar kringloopwinkels. Dat percentage was vijftien jaar geleden rond de twintig procent. Door de opkomst van fast fashion is de kwaliteit van de kleding achteruit gehold. We verkopen ruim zestig procent van alles wat er binnenkomt aan commerciële sorteerbedrijven, die het vervolgens verder uitzoeken en verschepen naar het buitenland. Maar liefst tachtig procent daarvan gaat, jawel, naar Afrika. De balen kleding worden per stuk 
verkocht aan een lokale handelaar, die het vervolgens in zijn winkel of marktkraam weer aanbiedt.”

Van jas tot autostoel

Goed, je mooie kledingstukken belanden dus in een tweedehandswinkel, asielzoekerscentrum of op een marktkraam in Afrika. Maar wat gebeurt er met je gescheurde bloes of spijkerbroek vol verfvlekken? Necla: “Tien jaar geleden kon een jas met een gaatje nog naar Afrika, maar de mensen daar zitten ook niet meer te wachten op kapotte kleding. Kleding die zowel hier als in het buitenland niet meer gedragen kan worden, gaat rechtstreeks naar de industrie. Van de textielvezels worden bijvoorbeeld isolatiemateriaal, vullingen voor autostoelen of nieuwe meubels gemaakt.” Goed nieuws dus; zelfs onze vieze of kapotte vodden krijgen een tweede leven. Al plaatst Necla wel een kritische noot: “Het percentage dat teruggaat naar de textielindustrie, blijft stijgen door de slechte kwaliteit van de 
huidige kleding. Als er binnen vijf jaar niets 
verandert, heeft de industrie een overschot en wordt er nog meer textiel verbrand. Dat moeten we zien te voorkomen.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Dit gebeurt er met je oude kleding verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Katja Schuurman & Floortje Dessing over fair fashion

$
0
0

Milieuschade, slavernij, de afvalberg: dat de textielwereld radicaal anders moet, is duidelijk. Katja Schuurman en Floortje Dessing waren hun tijd fair vooruit en richtten tien jaar geleden al een duurzame onderneming op. Hoe gaat het nu?

Al lang voor fast fashion en fair(trade) ondernemen een ding werd, besloten Katja Schuurman en Floortje Dessing zelf het verschil te maken. Floortje zette in 2004 de eerste fairtrade kledingzaak van Nederland, Nukuhiva op; met merken als Kuyichi, Armor Lux, Komodo en O my bag. Katja was in 2006 een van de initiatiefnemers van het eerlijke merk Return to Sender, dat producten afneemt van getalenteerde mensen in de armste regio’s van de wereld, deze hier verkoopt en de winst terugstuurt, zodat de producenten zich verder kunnen ontwikkelen.

Hoe is het idee voor Nukuhiva en Return to Sender ontstaan?

Floortje: “Ik schreef in 2004 een reisboek dat exceptioneel goed verkocht en dat leverde me een smak geld op. Ik wilde met dat bedrag iets zinvols doen, iets waarmee ik een boodschap kon uitdragen. Omdat ik al jaren het duurzame kledingmerk Kuyichi droeg en ontdekte dat er geen enkele kledingzaak in Nederland zat die alleen maar fairtradekleding verkocht, besloot ik er zélf een op te zetten, samen met twee goede vrienden. Via een toenmalige sponsor van mijn reisprogramma konden we een pandje op de kop tikken in de Haarlemmerstraat in Amsterdam. Dat zijn we gaan opknappen en inrichten met Marktplaats-meubeltjes die we schilderden en pimpten. Zo hebben we houtje-touwtje een winkel in elkaar gezet. Nu, tien jaar later, is Nukuhiva er nog steeds en heeft de zaak er zelfs een broertje in Utrecht bij gekregen.”
Katja: “Op de middelbare school wilde ik al iets doen met ontwikkelingssamenwerking. Zelf zit ik in de fortuinlijke omstandigheid dat ik allerlei keuzes heb en mijn leven kan vormgeven zoals ik wil, maar er zijn ook mensen die alleen maar bezig zijn met overleven en nooit aan hun dromen toekomen. Ik heb een blauwe maandag politicologie gestudeerd, maar heb uiteindelijk een zijweg genomen en ben gaan acteren, zingen en presenteren. Bij BNN kreeg ik de vrijheid om programma’s te maken waarbij ik meer van de wereld kon zien. Tijdens die reizen werd ik nog meer geconfronteerd met armoede, maar ik zag óók de mogelijkheden en de kracht van die mensen en de mooie spullen die ze maakten. Steeds als ik in het vliegtuig terug zat, zeiden mijn vriendin – die als redacteur werkt – en ik tegen elkaar: ‘We moeten er echt iets aan doen’. Maar eenmaal thuis was je dan weer druk met andere dingen. Uiteindelijk hadden we zoiets van: we moeten het nu oppakken of er verder onze mond over houden. Dat was het begin van Return to Sender.”

Wat waren de grootste struikel-
blokken?

Floortje: “Mensen hadden in het begin geen idéé wat fairtradekleding was. 
Bananen en koffie begrepen ze allemaal nog wel, maar dat een spijkerbroek of 
T-shirt ook eerlijk kon zijn, dat was totale abracadabra. Ik moest echt vanaf nul 
beginnen. Nu zijn we op een punt dat 
het begint door te dringen, ook in de 
mode-industrie, en dat vind ik supertof.
Katja: “Wij moesten vooral een vertaalslag maken naar de westerse vraag. Dus niet de producten uit ontwikkelingslanden een-op-een hier op de markt brengen, maar kijken naar wat mensen willen en daar onze producenten op laten inspelen. Ook mensen de weg naar onze webshop laten vinden, was en ís nog steeds ontzettend lastig. Daarom ben ik zo blij dat we nu een samenwerking met vt wonen zijn aangegaan; je kunt via hun site voortaan ook onze producten kopen.”

Hoe zorg je ervoor dat je blijft groeien?

Katja: “Onze ontwikkeling zit ’m in de uitbreiding van de collectie, die is mooier en groter geworden. In het begin waren we meer een Winkel van Sinkel, met allemaal felle kleuren. We zijn ook een paar mooie samenwerkingen aangegaan, zoals met KLM, waarvoor we producten hebben ontwikkeld die zij aan boord van hun intercontinentale vluchten kunnen weggeven. Naar dat soort samenwerkingen gaan we nog veel meer op zoek.”

Floortje: “Bij Nukuhiva werken ontzettend goede en betrokken mensen die heel veel weten en onze klanten het verhaal achter de kleding kunnen meegeven. Daarmee kun je groeien. Daarnaast hebben we sinds begin dit jaar ons eigen fairtradekledingmerk door een doorstart te maken met Kuyichi, dat vorig jaar failliet is gegaan. Aanvankelijk wilde ik de restpartij opkopen voor in de winkel, maar toen bleek dat we ook de naam konden overnemen, zijn we daar gretig op ingesprongen.”

Verdien je er zélf eigenlijk ook iets mee?

Floortje: “Nee, ik heb er nog nooit een salaris uit gehaald. Sterker nog: met Kuyichi erbij hebben we er alleen maar extra geld in moeten steken. Maar dat is ook nooit mijn doel geweest, ik hoef de winkels niet als een melkkoe te gebruiken.”
Katja: “Hier hetzelfde verhaal: ik heb nog nooit iets verdiend aan Return to Sender, maar er eerder geld ingestopt. Maar we zitten nu in een transitiejaar; we gaan van een stichting naar een sociale onderneming. Ik vertrouw erop dat er daardoor meer geld verdiend gaat worden. Ik geloof dat een beetje eigenbelang uiteindelijk duurzamer is dan filantropie, en dat het niet erg is dat je als goed merk er ook zelf beter van wordt.”

Deze zomer ondertekenden zestig kledingbedrijven in Nederland een textielconvenant, waarmee ze staan voor eerlijke kleding. Goede zaak?

Katja: “Het zou een goede stap kunnen zijn, maar het is vooralsnog een voor-
nemen. Een aantal van die merken is al hartstikke goed bezig, zoals een van mijn favoriete merken: Alchemist. Anderen hebben de wil om duurzamer te worden en dat is mooi, maar ik hoop wel dat er goede controles komen. Er zijn trouwens ook merken die wel goed bezig zijn, maar het convenant niet hebben ondertekend. Zij zeggen: we vinden het onzin om mee te doen, want goed doen, dat zit in ons DNA.”
Floortje: “Je kunt heel zuur doen over het convenant omdat het niet ver genoeg gaat. Er zijn bijvoorbeeld geen vaste prijsafspraken gemaakt voor de mensen die de kleding produceren, wat echt nodig is. Maar het is sowieso een goede stap dat grote bedrijven iets doen om te verduurzamen; ik ben onwijs blij dat die beweging er is. De berichtgeving rond het convenant was alleen heel slecht. Mensen denken dat ze nu met een gerust hart kunnen kopen bij de aangesloten merken omdat ze allemaal fairtrade zijn, maar dat is niet waar. Het is enkel een streven. Daarnaast zitten de heel grote kledingmultinationals er niet in, dat vind ik een probleem. Alsof de buurtsuper wel meedoet en de Albert Heijn niet.”

Storen jullie je aan de wegwerpmaatschappij?

Katja: “Ik ben niet iemand die zich snel stoort, maar als mensen alleen maar spullen om zich heen aan het verzamelen zijn, denk ik wel: why? Volgens mij is bezit vaak een last, al woon ik zelf ook in een lekker huis met fijne dingen om me heen die mijn leven makkelijker maken. Ik ben alleen niet iemand die een kick krijgt van nieuwe spullen. Ik vind het treurig als mensen dat nodig hebben om gelukkig te zijn, en dan moeten ze dus steeds meer nieuwe dingen kopen om die kick te krijgen. Het is heel goed om jezelf af en toe te vragen: wanneer is het genoeg? Dat gaat niet alleen om spullen, maar ook om geld verdienen. Maakt het je echt gelukkiger? En wat ga je doen met al dat geld als je toch altijd aan het werk bent?”
Floortje: “Ik vind het jammer dat we het normaal zijn gaan vinden om steeds maar weer nieuwe kleding te kopen. Nu klink ik misschien als een bejaarde, maar toen ik jong was, kreeg je één broek van je favoriete merk en één paar schoenen in het halfjaar en daar was je ontzettend blij mee. Nu vindt een zestienjarige het normaal om voor honderd euro vier kledingstukken, een paar schoenen en ook nog een zonnebril en een kettinkje te kopen. Als je dat gewend bent, snap ik wel dat je geen zin hebt om na te denken waar die kleding vandaan komt. Maar als jij een top met kraaltjes voor vijftien euro koopt en de winkel en handelaren moeten daar ook nog op verdienen, kun je wel bedenken dat die top nog geen euro kost om te maken. Wil jij ergens in een donkere fabriek kraaltjes zitten naaien voor bijna niks? Nee toch? Waarom accepteer je het dan wel als het in een ver land gebeurt, waar je het niet ziet? Ik vind het heel verdrietig dat het zo gelopen is in de wereld.”

>Trekken jullie weleens van leer tegen mensen in je omgeving?

Floortje: “Ik ben niet iemand die het vingertje heft, daar heb ik een hekel aan. Ik geloof in de kracht van informatievoorziening en dat mensen daarna zelf een besluit kunnen nemen. We leven in een maatschappij waarin iedereen de keuzes mag maken die hij wil.”
Katja: “Ik ben geen evangelist, maar ik praat er wel over. Met Freek (Katja’s verloofde, red.) heb ik het bijvoorbeeld over voeding gehad en hij heeft ook een paar documentaires gezien, zoals Food, inc., over de intensieve veehouderij. Daardoor besefte hij dat hij het in zijn eigen restaurants anders wil doen. Het is niet zo dat nu ineens alles biologisch is, maar ze maken wel bewustere keuzes. Ze serveren bijvoorbeeld geen paling meer, omdat die met uitsterven wordt bedreigd, maar zijn de vellen die door anderen worden weggegooid wel gaan gebruiken voor een fantastische soep. In die zin beïnvloed je elkaar wel, gewoon door erover na te denken.”

Hoe ziet jullie eigen kast eruit?

Floortje: “Een groot deel van mijn kleding is duurzaam. Ik koop natuurlijk veel in mijn eigen winkel, het voordeel van een eigen zaak is dat je het tegen inkoopprijs kunt aanschaffen. Maar ik ben niet roomser dan de paus, ik koop ook weleens iets tijdens mijn reizen en dan weet je niet altijd waar het vandaan komt. Sowieso ben ik geen grote shopper en al helemaal geen vrouw die het belangrijk vindt om er immer stylish uit te zien.”
Katja: “Mijn kledingkast is vooral heel rommelig. Ik gooi bijna nooit iets weg. Ik zou het eigenlijk vaker moeten doen, maar ik denk altijd: misschien komt het weer een keer in de mode. Designerstukken koop ik zelden, al gebeurt het weleens dat mijn stylist iets meeneemt naar een shoot en ik het overneem. Of ik vraag of ze iets voor me wil kopen, want ik hou niet van winkelen. Nee, écht niet. In mijn huis staat wel veel van Return to Sender; de inrichting
is een beetje eclectisch, een grote verzameling van allerlei dingen. Al is er, nu ik met Freek ben, wel wat verdwenen, want hij houdt van strak en steriel, haha. Daar hebben we een mooie middenweg in moeten vinden.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Onlangs deed Katja uit de doeken hoe ze werk en privé weet te combineren.

Het bericht Katja Schuurman & Floortje Dessing over fair fashion verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Linda Hakeboom: ‘Gaat mij niet gebeuren dat ik straks 35 ben en denk: er moet botox in m’n voorhoofd’

$
0
0

Ze heeft het retedruk, maar de documentairemaakster en BNN-presentatrice maakte wel tijd om te kletsen (en schommelen) met VIVA. Een kijkje in het overvolle leven van Linda Hakeboom (31).

Tekst Tom Springveld | Beeld Anke van der Meer

De fotoshoot met Linda Hakeboom (en puppy Lola) is supergezellig. Het is duidelijk dat Linda bruist van de energie, dus
verhuizen we voor het interview naar de A’dam Toren bij A’dam Lookout, om te schommelen. Het rode gevaarte met de uitnodigende naam Over The Edge heeft op het eerste gezicht meer weg van een  martelwerktuig. Het blijkt mee te vallen. Sterker nog: als twee kleuters giechelen we ons door de hilarische minuut heen. Selfies nemen is niet toegestaan, dus dat doet Linda lekker toch. Haar leven heeft meer weg van een achtbaan dan van een schommel. Linda stopte vorig jaar dan wel met het ontmaskeren van louche figuren voor ‘Rambam’, maar voor ‘Spuiten en slikken op reis’ en ‘Linda’s mannen’, waarin ze onder anderen Lil’ Kleine en Giel de Winter van StukTV een jaar lang volgde, maakte ze overuren. Nog voor we in de lift naar
de Lookout stappen, gaat het al over een van die andere mannen die ze maandenlang met een camera op de huid zat: Jelte
Tuinstra. Oftewel het boy wonder over wie Linda in 2014 de documentaire ‘Who the fuck is Jett Rebel?’ maakte. “Muzikanten fascineren me,” zegt ze als we op onze schommelbeurt staan te wachten. “Ik hou écht van kleurrijk.”

Waar komt die fascinatie vandaan?

“Op de middelbare school in Emmeloord was ik een complete paradijsvogel die niet begrepen werd. Ik wilde alleen maar naar Amsterdam, bandjes kijken. Op m’n veertiende ging ik al naar Pinkpop. Muzikanten kiezen ervoor om zich op een bepaalde manier te profileren en te laten zien wie ze zijn. Dat vind ik gaaf en inspirerend.”

Was je de enige paradijsvogel in Emmeloord?

“Er was serieus één ander meisje dat had wat ik had en zij is nog steeds een van m’n beste vriendinnen. Toen ik op m’n zeventiende m’n papiertje had, ben ik meteen het huis uit gegaan. Iedereen uit Emmeloord ging in Groningen studeren, dus ik verhuisde naar Utrecht. Ik kende daar niemand, maar wilde gewoon weg. De wereld ontdekken. Dat heb ik nog steeds heel erg. Het afgelopen jaar heb ik meer in een vliegtuig gezeten dan in m’n eigen huis, en ik vind het echt gewéldig.”

Na het schommelen nemen we de lift naar beneden. In de megahippe burgerbar The Butcher Social Club schenkt Linda niet zonder trots een perfecte schuimkraag op haar biertje.

Ooit gedacht dat je met televisie maken je geld zou gaan verdienen?

“Totaal niet. Ik vond televisie doodeng. In het derde jaar van de School voor Journalistiek moest ik verplicht een televisievak doen, en ik vond het kut. De docent zei: ‘Hier heb je een camera, over een uur zie ik je terug met een filmpje.’ Hij had door dat ik niet het type ben dat dan denkt: laat maar zitten. Het werd een klotefilmpje, maar daardoor wilde ik minstens één keer in m’n leven wél een goed item maken.”

De volgende vraag is een verkapt compliment: heeft je uiterlijk je geholpen als presentator?

“Haha, het heeft zeker geholpen omdat ik makkelijker op tv kom, maar ik wil toch altijd wel geloven dat ik dingen maak die andere mensen niet kunnen maken. Los van hoe ik eruitzie.”

Maak je je er weleens zorgen over?

“Ja! Half Hollywood schiet in de kramp als ze ouder zijn dan 35. Ik zat laatst op de Instagram van Mariah Carey te kijken. Dat is echt zielig. Maar als je niet meedoet, lig je er gewoon uit. Daarom heb ik niet mijn hele carrière gebouwd op programma’s
presenteren. Het gaat mij niet gebeuren dat ik straks 35 ben en denk: er moet fucking botox in m’n voorhoofd.”

Hoe zou je reageren als je afgeserveerd wordt als ‘te oud’?

“Ik zou het wel snappen. Het kan me niks schelen als ik morgen niet meer op tv ben. Ik heb altijd geweten dat je als vrouw op tv niet houdbaar bent. Sad but true.”

Het hele interview met Linda lees je in VIVA 6. De editie ligt nu in de winkel of kan je hieronder online bestellen.

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Linda Hakeboom: ‘Gaat mij niet gebeuren dat ik straks 35 ben en denk: er moet botox in m’n voorhoofd’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.


Matthijs Kleyn: ‘Het gaat niet om een perfect uiterlijk, maar: kun je bier met haar drinken?’

$
0
0

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 35 – 2016

VIVA drinkt elke week een drankje met een leuke man. Deze week chillen we met ex-Jakhals, televisiemaker en bestsellerauteur Matthijs Kleyn. Zijn tweede roman ‘Ik zie je’ ligt nu in de winkel.

“Ik heb ook eens voor VIVA geschreven,” zegt Matthijs direct als we voor de foto heel nonchalant, windkracht tien negerend, boven op een picknicktafel plaatsnemen. “Ik moest een week lang porno kijken en mijn bevindingen opschrijven. En ik háát porno. Ik denk alleen maar: zou dat meisje zich vrijwillig door drie mannen in haar gezicht laten spuiten? Hoe zou haar thuissituatie zijn? Niet echt geil.” Inmiddels heeft Matthijs meer op zijn cv staan dan alleen een stuk in VIVA. Hij schreef het autobiografische boek ‘Vita’ over zijn depressieve ex-vriendin, dat een regelrechte bestseller werd en ook zijn tweede roman werd onlangs enthousiast ontvangen. Op dit moment is hij bezig met boek drie.

Hoe gaat het daarmee?

“Ik heb nog geen letter op papier. Maar ik heb het boek wel al helemaal in mijn hoofd: een jongen die zijn leven niet op de rit heeft – hij zuipt te veel, snuift te veel en kan zijn ex niet vergeten – krijgt ineens een sms dat ie vader wordt. Hij begint een zoektocht naar de afzender van die sms, wat leidt tot een zoektocht naar zichzelf. Dit boek gaat verfilmd worden, denk ik.”

Ben je altijd zo zeker van jezelf?

“Nee hoor, haha. Over ‘Ik zie je’ was ik heel onzeker. Omdat het mijn tweede boek is. Men zegt dat je tweede boek het belangrijkst is. En de druk ligt natuurlijk heel hoog, omdat ‘Vita’ zo’n succes was.”

Had je dat wel verwacht?

“Een beetje. Ik was er niet verbaasd over, omdat ik wist: dit is een boek dat nog niet bestaat. Ik was destijds als ‘partner van’ heel erg op zoek naar een boek dat over mij ging. Dat kon ik nergens vinden. Toen het uitging met mijn vriendin, ben ik het zelf gaan schrijven.”

Dat vond je ex oké?

“Ja, met als voorwaarde dat ze anoniem wilde blijven. Dat lukte prima. Maar een maand voor ‘Vita’ verscheen, werd ik door ‘DWDD’ benaderd of ik Jakhals wilde worden. Dat wilde ik natuurlijk heel graag, maar het zorgde er ook voor dat dat boek ineens vol in de schijnwerpers kwam te staan. ‘RTL Boulevard’ kwam langs, ik werd live geïnterviewd in tv-programma’s, het liep compleet uit de klauwen. En het werd uitgeroepen tot een van de beste boeken van het jaar. Voor mij allemaal heel tof, voor mijn ex niet. Haar collega’s wisten nu ook ineens dat het over háár ging. Dat was best een kutperiode. Ik heb er nooit van kunnen genieten.”

Heb je spijt van dat boek?

“Wel gehad. Maar ik heb er ook mensen mee kunnen helpen. Ik kreeg heel veel mailtjes van lezers en lezeressen. Zoals van Bente, mijn huidige vriendin.”

Wat schreef ze?

“Ik wil je bedanken dat je me hebt laten inzien hoe mannen denken en hoe relaties werken’, zoiets. Ze raakte me met haar berichtje. En toen ik op haar foto klikte, raakte ze me helemaal. Ze is heel knap, veel te knap voor mij. Een paar maanden later stond ik in de kroeg en was zij daar ook. Ik was meteen knetterverliefd. Ik dacht: met jou kan ik lachen en bier 
drinken.”

Vind je dat belangrijk?

“Ja. Veel vrouwen denken dat mannen op één bepaald type vrouw vallen: Instagramvrouwen. Strak en perfect. Maar echt, mannen vinden dat saai. Een vrouw als Doutzen is knap, maar doet me niets. Scarlett Johansson, die is stoer, zichzelf, maalt niet om een vetrolletje. Dáár houden wij van. Het gaat niet om een perfect uiterlijk, het gaat erom: kun je bier met haar drinken? Met Bente kon ik dat. We bleven elkaar tegenkomen en hebben toen iets afgesproken. Eigenlijk wilde ik dat niet. Ik dacht: je bent té leuk, straks hebben we sex en maken we alles kapot. En ik zat in mijn celibataire fase.”

Waarom?

“Ik was al een tijdje vrijgezel en ‘bekend’ van de Jakhalzen; het was te makkelijk. Triest maar waar. Op den duur werd ik daar verdrietig van, dat wakker worden in vreemde huizen. Toen heb ik drie maanden geen sex gehad. En met mezelf afgesproken dat de eerstvolgende met 
wie ik wél weer naar bed ging, belangrijk voor me moest zijn. Dat werd Bente.”
‘Ik zie je’ gaat daar ook over, het wilde leven in Amsterdam. Iedereen wil sex en zit aan de drugs. Ervaar je dat zo?
“Ja. Er lopen zó veel vrouwen rond die even met je de wc in willen duiken. En toen ik vrijgezel werd, besefte ik ook pas het bestaan van de drugsscene. Veel van mijn vrienden bleken drugs te gebruiken. Omdat ik het niet deed, hadden ze me 
dat nooit verteld. Er ging een wereld voor me open. Op feestjes was ik de enige die bier dronk, de rest dronk water. Op een gegeven moment moest ik zelfs uitleggen waarom ik níet gebruikte. Ik voelde me buitengesloten. Dat besloot ik te gebruiken als thema voor m’n boek.”

Je bent vorig jaar vader geworden. Ga je nu überhaupt nog naar de kroeg?

“Weinig. En als het dan één uur wordt, is dat al heel laat. Maar ik wíl ook heel erg cocoonen, thuis zijn met ons zoontje. Toen Bente en ik elkaar ontmoetten, waren we alleen maar aan het stappen. Het geld van mijn eerste boek hebben we er helemaal doorheen gezopen, haha. Toen Bente zwanger werd, stopte dat. Ik ben nu ook wel klaar met Amsterdam. Ik droom van een huis in een dorp met een tuin, een supermarktje en een slager.”

Je zoontje werd te vroeg geboren en is aan één oog blind. Daarover schreef je op de website famme.nl en die columns worden nu gebundeld. Ook weer heel persoonlijk. Waarom doe je dat?

“Mijn vader overleed toen ik zeven was. Hij was journalist en wist al negen maanden dat ie doodging, maar heeft niets voor mij en mijn zusje achtergelaten. Geen kaartje, geen briefje. Dat wil ik voorkomen. Ik ben een behoorlijke hypochonder en als de dood voor de dood. Áls ik er straks ineens niet meer ben, weet Cesar tenminste wat hij voor me heeft betekend.”

Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Matthijs dook in de DVD-kast van Tess Milne. Benieuwd van welke films ze houdt?

Het bericht Matthijs Kleyn: ‘Het gaat niet om een perfect uiterlijk, maar: kun je bier met haar drinken?’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Fleurs column: Der Club

$
0
0

Wie naar Berlijn gaat, kan maar beter een motto hebben, en in ons geval was dat: der Club ist auch Hochkultur, ja? Er is weinig dat de ziel zo loutert als een weekend vol snoeiharde techno, en daarbij, zo’n Checkpoint Charlie staat er de volgende keer ook nog wel. Mythische clubs daarentegen hebben nogal eens de neiging zichzelf op te heffen, dus je moet het technoijzer smeden als het heet is.

De Berghain stond er gelukkig nog.

Wie naar de Berghain gaat, kan trouwens ook maar beter een motto, of nee, míssie hebben, en in ons geval was dat: hereinkommen. Dat ging er nog om spannen, begreep ik. Want je wordt natuurlijk geen mythische club als je allerhande toeristenplebs met gelhaar en Zalando-jurkjes gaat binnenlaten, dus heeft de Berghain een deurbeleid dat je best discriminerend zou kunnen noemen als het niet zo geestig was. Ik bedoel, geweigerd worden: wanneer maak je dat nou mee als wit geprivilegieerde?

Bovendien weet ik zelf ook wel dat ik niet cool en gruizig genoeg ben voor de Berghain, met m’n 
heterosexualiteit en de totale afwezigheid van ijzer door m’n neus. Dit ging, kortom, voor geen meter lukken, en ik had er zin in.
“Spannend hè jongens! Ik vind het dus nú al leuk!” joelde ik dan ook toen ik de grauwe Oostblok-fabriek in de mist zag opdoemen. “Ssst!” siste mijn party-
gezelschap uit één mond.

Je wordt natuurlijk geen mythische club als je toeristenplebs gaat binnenlaten

O ja, dat was waar ook. Joelen in de rij voor de Berghain is niet cool en gruizig. Wat blijkbaar wel cool en gruizig was: zwijgen. En zwart. Het meisje voor me had een vers geschoren schedel en een 
dun leren jekkertje aan. In plaats van ostentatief 
kapot te vriezen, staarde ze naar de grond alsof er niets aan de hand was. Cool. Ik daarentegen had m’n dikke bontjas aan. Daaronder een gekleurde jumpsuit. En dat in combinatie met die doodgewone harses van me, met haar erop enzo: nee, dit ging 
er zeker om spannen. Ik moest ervan giechelen, wat 
me wederom op een reprimande van mijn party-
gezelschap kwam te staan. “Unterdruck alles!” fluisterdreigde Pieterke in z’n goeiste Duits, want hij had ergens gelezen dat dat hielp bij het hereinkommen. Hij zag er goed uit, zo in het zwart, maar ook zijn harses was onmiskenbaar normaal.

De rij sloop dichterbij de Eingang, en ik kreeg zicht op Sven der Türsteher. Hij, wereldberuchte waakhond, Petrus van de techno, Charon der Club, zou straks met een hoofdknikje dan wel nein-schudden ons lot bepalen. Er stampte een groepje meisjes op laarsjes langs. “OMG! We were, like, refused!” hoorde ik ze knauwen. Terecht Sven der Türsteher, dacht ik, want ik vind Amerikaanse meisjes óók irritant.
Het tondeusejekkertje was aan de beurt. Een knikje, dat viel te verwachten. Nu richtte Sven al zijn neusijzer en gezichtsinkt tot mij. “Wie viel?”
“Unterdruck alles!” siste Pieterke nog een keer.
Ik keek langs hem heen stak zes vingers op.
Een knikje.
Een knikje?!
“We zijn cool!” zei ik blij terwijl ik naar binnen liep.
“Sssst!” siste Sven.


VIVA-journalist Fleur Meijer (35) schrijft over haar dagelijkse strubbelingen. Elke week lees je Fleurs column in VIVA.

Lees meer columns van Fleur:

Trash-tv
Zelfhulpthriller
In de kou
Doomsday
Hallo
IPB
Boodschappen
Nomen est omen
Stukje experience
Woorddiarree
Slijpen
Winaars van de nacht
Antwerpen
God en Elvis
Bedankt, rossige clown

Het bericht Fleurs column: Der Club verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Danielle is verliefd op een ander: ‘Ons contact is puur platonisch, maar we appen wel elke dag’

$
0
0

Elke week geven we je een kijkje in iemands liefdesleven in VIVA’s rubriek ‘De status’.

Danielle (29) is in de war. Ondanks haar gelukkige relatie is ze verliefd op een ander.

Tekst Lydia van der Weide

“Naïef misschien, maar ik had niet gedacht dat het mij kon overkomen. Terwijl ik echt niet gek ben en ook geen heilig boontje. Al was ik dan erg happy met mijn jeugdliefde, ik fantaseerde weleens over anderen. Maar dat was genoeg. Het klopte gewoon met Fred. Dus waarom verder zoeken? Ik heb vriendinnen zat die relatiehoppen. Ze hebben de spannendste verhalen, maar echt gelukkig kan ik ze niet noemen. Ze waaien allemaal graag aan op de grote zolder waar ik met Fred woon, en zeggen zonder uitzondering dat dit is wat zij ook willen. Fred was mijn eerste echte vriendje, ik was zeventien toen ik hem ontmoette. Hij voelde meteen als veilige haven. En hoewel we tijdens onze studie in andere steden woonden, en ik vaak alleen uit ben geweest en nachten feestend heb doorgehaald, heb ik nooit de behoefte gehad om met een ander te zoenen, laat staan verder te gaan. Als ik Fred weer zag, wist ik: ja, hij is het!
Inmiddels wonen we al jaren samen. We respecteren en stimuleren elkaar. Doen veel samen, maar laten elkaar ook vrij. En we zijn nooit uitgepraat. Natuurlijk kan het ook weleens knallen, het zou raar zijn als dat niet zo was. Toch heb ik nooit eerder gedacht dat ik op een fout spoor zat.
Sinds ik mijn collega Eelco ken, ben ik niet meer zo zeker. Het duurde even voordat hij me opviel, er zijn knappere mannen dan Eelco. Maar er was iets in zijn manier van praten. Hoe hij me aankeek als ik iets vertelde. We zochten elkaar steeds vaker op, lunchten met z’n tweeën, gingen weleens een borrel drinken. Collega’s maakten grapjes over ons, ik vond het flauw. En ik vond het irritant dat zelfs Fred vraagtekens zette bij mijn intensieve contact met Eelco. Hij heeft ook vrouwelijke vrienden, daar deed ik nooit moeilijk over. Maar hij voelde afstand tussen ons ontstaan, zei hij. Hij moet eerder dan ik door hebben gehad dat ik verliefd ben.
Nog steeds ontken ik het tegen Fred, maar ik ben inderdaad hoteldebotel. Eelco is in mijn systeem gekropen. Als ik hem zie, voel ik vlinders. Als hij me per ongeluk aanraakt, staat mijn lijf onder stroom. Voor het eerst zijn mijn erotische dromen zo concreet dat ik ze wil uitvoeren. Het liefst vandaag nog. Eelco weet van niets, geloof ik, hij heeft ook een relatie en lijkt gek op zijn vriendin. Ons contact is puur platonisch, maar we appen wel elke dag, bellen veel en delen alles. En wat ik voel voor Fred raakt steeds meer overschaduwd. Die ‘veilige haven’ begint me te benauwen en ik vraag me ook af hoe veilig die haven eigenlijk is, als er toch zomaar iemand binnen kan dringen. Als het echt goed zit, moet dit toch niet kunnen gebeuren? Als ik zou ontdekken dat de 
verliefdheid wederzijds is, vermoed ik dat ik zo gevlogen ben, welke schade ik daarmee ook veroorzaak. En daar voel ik me enorm kut over. Er is nog geen zoen uitgewisseld, maar deze gedachten alleen al zijn hoogverraad.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Danielle is verliefd op een ander: ‘Ons contact is puur platonisch, maar we appen wel elke dag’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

9x daarom houden we van Ryanne van Dorst

$
0
0

Met haar scherpe tong en droge humor weet ze keer op keer de lachers op haar hand te krijgen. En sinds haar deelname aan ‘Expeditie Robinson’ kan ze al helemaal bij niemand meer stuk. Deze week liet ze nogmaals zien hoe stoer en taboedoorbrekend ze is door bekend te maken dat ze is geboren als hermafrodiet. Reden genoeg voor een ode aan Ryanne. Wij zetten de negen leukste uitspraken uit haar interviews met VIVA op een rijtje.

Over wie ze ooit nog zou willen ontmoeten (2016).
‘Angelina Jolie. Wat ik dan met haar zou doen? Beffen! Soixante-neuf.’

Over haar (inmiddels niet meer) nieuwe hond Heks (2016).
‘Op weg hiernaartoe liep ze schijtend over straat, kon ik er weer achteraan met een poepzak. En net bij de Hema vrat ze een verrassingsei van de toonbank, met papier en al. Niet te doen.’ Tegen de serveerster: ‘Heb je toevallig een bakkie water voor deze flapdrol? Thanks. Misschien helpt dat.’

Nog steeds over Heks (2016).
‘Als Heks twee is, neem ik nog een witte, ook uit Roemenië. Die noem ik dan Draak en verf ik groen.’

Over haar band (2016).
‘Muziek gaat altijd voor. Het is niet zo dat ik tegen de jongens zeg: ‘Hé, ik kan effe niet optreden, want ik heb opnames voor ‘Celebrity fistfucking’.’

Over haar deelname aan ‘Expeditie Robinson’ (2016).
‘Ik heb geleerd tevreden te zijn met mezelf zoals ik ben. Dat was ik heel lang niet. In dertig jaar Randstad heb ik toch wel een muur om mezelf heen gebouwd, merkte ik. Ik had een grote bek of hing de lolbroek uit, puur om mijn onzekerheden te verbergen. Dat krijg je als je je hele leven ‘anders’ bent geweest, van uiterlijk tot muzieksmaak tot geaardheid. Mensen hebben vaak vreemd, fel of zelfs angstig op me gereageerd. Tijdens ‘Robinson’ kon ik die muur afbreken. Voor het eerst in mijn leven. Dat voelde goed. Ik ben opener geworden, kwetsbaarder, zekerder van mezelf. En daar kwam nog een schep bovenop toen het programma uitgezonden werd en bleek dat mensen me helemaal te gek vonden, gewoon om wie ik was. Dat vond ik in het begin zo raar.’

Over de transformatie van buitenbeentje naar publiekslieveling (2016).
‘Je moest eens weten hoe vaak me al is gevraagd hoe dat voelt. Weet je: ik wist stiekem altijd al dat ik gewoon heel gaaf ben. Zo, heb je meteen een mooie kop, haha. Maar de waardering slaat nu ook wel door naar de andere kant: alsof ik altijd alleen maar lief ben. Ik kan een klootzak zijn, hoor. Ik heb ook zo mijn donkere kanten. In mijn muziek kan ik mijn donkere, serieuze, diepe zelf laten spreken. En het personage Ryanne van Dorst, de olijke flapdrol met het Rotterdamse accent zeg maar, vertegenwoordigt mijn lichte kant. Ik weet die twee steeds beter te doseren.’

Over woede (2016).
‘Ik word alleen agressief als mensen echt irritant zijn. Gaan ze bijvoorbeeld vragen wat ik op de vrouwen-wc doe. Dat heb ik zo vaak meegemaakt. Maar ik deel nooit de eerste klap uit. Heb ik weleens gedaan, heb ik van geleerd. Er doken er ineens nog drie op. Dus ik hou het nu meestal bij verbale agressie. Hartstikke gezellig vind ik dat.’

Over uit eten met haar voormalig schoonfamilie (2013).
‘Een keer was ik met Christina bij Adam en Micky in Austin, en ze namen ons mee uit eten in een heel duur restaurant. Man, ik voelde me zo opgelaten. Al dat opgeprikte gedoe. Ik werd er recalcitrant van, zette het op een zuipen. Zat ik daar te boeren en hard te praten tussen al die gesteven obers. Toen hadden ze wel zoiets van: effe dimmen jij. Logisch ook wel. Maar ik kan gewoon niet tegen zo’n sfeer. Dan moet ik rellen.’

Over haar jeugd (2013)
‘Als ik nu was geboren, hadden ze me waarschijnlijk aan de Ritalin gezet. Ik was als kind druk, driftig, energiek en dan ook nog jongensachtig. Een buitenbeentje, en daar ben ik eigenlijk dankbaar voor. Als je niet bij een groep hoort, leer je tenminste zelf nadenken. Echt ongelukkig ben ik nooit geweest.’

Het bericht 9x daarom houden we van Ryanne van Dorst verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Charissa (25) heeft een dodelijke spierziekte: ‘Het gaat sneller dan ik hoopte’

$
0
0

Charissa (25) heeft de zenuwziekte PSMA, een zeldzaam broertje van ALS. Al gaat ze snel achteruit, ze probeert zo veel mogelijk te maken van de tijd die ze nog heeft. En ze wordt moeder! “Mij krijgen ze er nog niet onder.”

Tekst Lydia van der Weide

“Als jong meisje dacht ik al dat ik niet oud zou worden. Geen idee hoe ik daarbij kwam, maar ik zei het ge- regeld tegen mijn moeder. Dan zat ik bijvoorbeeld met mijn barbies te spelen, keek plotseling op en zei: ‘Mam, ik ga vroeg dood hoor.’ ‘Ah joh, wat een onzin,’ antwoordde ze dan, ‘zeg niet zulke gekke dingen.’ Vorig jaar kreeg ik te horen dat ik PSMA heb. En toen wist ik: ik had toch gelijk.

Op het moment dat ik hoorde dat ik een dodelijke spierziekte had, had ik al een roerig leven achter de rug. Ik ben vroeger gepest en sexueel misbruikt. In mijn puberteit was ik daardoor flink depressief. Zo erg dat ik het vaak niet meer zag zitten. Ik sneed in mezelf en deed een aantal zelfmoordpogingen. Het is me gelukt om mijn depressies te overwinnen, door keihard te knokken, met alles wat ik in me had. Ik knokte zelfs letterlijk: ik ging op kickboksen en dat hielp enorm. Dat ik vooral met jongens trainde, was goed; ik kon zo hard slaan als ik wilde.”

Zoeken naar de oorzaak

“In 2014 had ik een heel leuk leven. Ik werkte als activiteitenbegeleider voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel en spierziektes en volgde een deeltijdopleiding tot sociaal pedagogisch hulpverlener. Na gedoe met een ex had ik net weer een heel leuke vriend, Lesley. Ik zat goed in mijn vel en was happy met het leven. Mijn doodswens uit mijn puberteit was totaal verdwenen, ik wilde juist niets liever dan leven. Maar ik begon vreemde klachten aan mijn handen te krijgen. Op school vooral, als ik moest schrijven. Ze bleven soms in een klauwstand staan en dan moest ik ze los masseren. Ook schoot mijn hand soms zomaar uit. De huisarts stelde krachtverlies vast. Een tijdje later werkten de reflexen in mijn armen niet goed meer. Dat klopte niet, dat besefte ik dondersgoed: als er met een hamertje op je elleboog wordt geslagen, dan hoort je arm omhoog te schieten. Waarom gebeurde dat bij mij niet? En waarom had ik van die vreemde trillingen, alsof er een worm onder mijn huid zat? Het carpaletunnelsyndroom, dachten ze: een beknelling van de zenuwen. Maar dat werd uitgesloten. En nee, ik had ook geen ontstekingen. Niet de ziekte van Lyme. Een vitamine B12-tekort evenmin. En MS kon het ook al niet zijn. Wat dan wel? Niemand wist het. Althans, niemand zei het.

Alles wees toen al één richting op, maar die werd vooral niét benoemd. Maar als ik googelde, kwam ik er steeds op uit: ALS. Een zeldzame, dodelijke spierziekte. Simpel gezegd vallen je zenuwen langzaam uit, als een kaars die uitdooft, en daardoor werken je spieren niet meer. Uiteindelijk zit je gevangen in je eigen lichaam. Je kunt alleen nog knipperen met je ogen. Vervolgens stik je, omdat ook je ademhalingsspieren het begeven. De oorzaak is nog onbekend. ALS is heel zeldzaam, er zijn in Nederland maar vijftienhonderd patiënten, en treft vooral mensen boven de vijftig. De kans dat ik het had, was uitermate klein. Maar: hij was er wél. Ik maakte me ontzettend veel zorgen, terwijl anderen, zoals mijn vriend, nog zeiden: ‘Maak je niet zo druk, praat jezelf geen diagnose aan.’ Maar ik voelde dat er iets verschrikkelijk mis was. Liefst ging ik van het ergste uit, dan kwam de klap later minder hard aan. In het Academisch Ziekenhuis waar ik de deur platliep, voelde ik me een proefkonijn. Coassistent na coassistent kwam me onderzoeken, maar ze bleven vaag. Ik werd er zo onrustig van dat ik op een gegeven moment compleet uit mijn dak ging. ‘Denken jullie dat ik achterlijk ben of zo?’ riep ik. ‘Blijf niet zeggen: we weten het niet, want jullie hebben heus wel een vermoeden.’ Eindelijk gaven ze toe dat ik gelijk had, en kort erna was het officieel. Ik had PSMA, een broertje van ALS. PSMA is nog zeldzamer, er zijn maar honderd à tweehonderd mensen in Nederland die het hebben. Bij ALS heb je nog drie tot vijf jaar te leven. Bij PSMA is de levensverwachting minder goed te voorspellen: die ligt tussen een halfjaar en twintig jaar. Om kans op twintig jaar te hebben, moet je de langzame variant hebben. En die had ik niet, dat was al duidelijk. Daarnaast kan PSMA elk moment overgaan in ALS.”

Harde humor

“Toen ik eindelijk de uitslag kreeg, op 12 mei 2015, was mijn eerste reactie: ‘I told you so.’ Bijdehand en betweterig. Het was bijna een opluchting om eindelijk zekerheid te hebben. De tranen kwamen later pas, thuis bij Lesley op de bank. Hij was verschrikkelijk verdrietig. Niet lang hiervoor was zijn moeder in een verzorgingshuis terechtgekomen na een hersenbloeding. ‘Nu ben ik straks de twee belangrijkste vrouwen in mijn leven kwijt,’ zei hij. Gelukkig vond hij mij verlaten geen optie. Integendeel: we besloten zelfs te trouwen. En snel ook, want ik wilde wel lopend naar het altaar. Vier maanden later was onze bruiloft. Ik droeg de prinsessenjurk die ik altijd al had gewild. Op het moment dat we elkaar trouw beloofden tot de dood ons scheidt, grapte ik: ‘Nou, dat is dan niet zo lang hè?’ En toen de dansvloer ’s avonds nog even leeg bleef, riep ik door de microfoon: ‘Mensen, dit is een bruiloft, dus dansen hè? Die begrafenis komt later pas!’

Die harde humor, dat is mijn manier om ermee om te gaan. Ik wil mijn naderende dood niet verzwijgen of verstoppen, maar juist een plek geven. Bijvoorbeeld door veel documentaires en programma’s te kijken over anderen die ook snel doodgaan, zoals ‘Over mijn lijk’. En door lotgenotencontact via internet. Ik heb zelfs een ‘ALS-papa’ gevonden bij wie ik met alles terechtkan. Verder nam ik meteen concrete stappen. Zo heb ik een euthanasieverklaring laten opstellen voor als ik mijn lijden lichamelijk of psychisch te zwaar vind worden, want ik wil niet met knipperende ogen in bed belanden. En ik heb mijn begrafenis geregeld. Mijn vader had het daar moeilijk mee, hij vond dat veel te snel. Maar voor mij voelde dat juist goed. Ik wilde een draaiboek maken, muziek, prosecco en kaassoufflés regelen. Dan hoef ik daar straks, als ik minder energie heb, geen tijd meer aan te besteden. Het uitzoeken van een mooi plekje op de begraafplaats was wel een gekke ervaring. Het was alsof ik een vakantiehuis aan het uitkiezen was. Ik zei dingen als: ‘Nee, niet onder een boom, ik wil in de zon.’ En: ‘Doe maar een hoekplaats, ik hou niet van vreemden.’”

Rolstoel

“Nu, een jaar na de diagnose, leef ik mijn leven zo goed als dat gaat. Ik ga achteruit, daar is geen ontkomen aan. Eerst leken vooral mijn handen en armen te zijn aangetast, maar ook in mijn benen heb ik flink krachtverlies. Ik kan al niet meer lopen zonder loopspalken. Of nou ja, dan sleep ik met mijn voet. Ik mag het ook niet meer, want overbelasting versnelt mijn ziekte. Dat is heel vervelend, ik moet per se rustig aan doen. In het huishouden kan ik weinig meer doen. Lesley doet veel en mijn moeder komt dagelijks; ze woont gelukkig om de hoek. We gaan binnenkort verhuizen naar een andere woning, want ik zal in een rolstoel belanden. Voor langere wandelingen zal dat waarschijnlijk al best snel nodig zijn. Eerst leek een rolstoel me nog een absolute no-go. Ik dacht: als het zover is, wil ik niet meer. Maar je verlegt je grenzen. Ik wil wel een elektrische en het liefst voer ik hem op, ha! Natuurlijk ga ik niet altijd zo luchtig met mijn ziekte om. Ongeveer een keer per week laat ik mijn verdriet en boosheid stromen. Dan zit ik in mezelf gekeerd op de bank, met een koptelefoon op. Lesley weet dat hij me dan moet laten en beter kan gaan gamen of zo. Na zo’n ontlading kan ik er weer even tegen en richt ik me op leuke dingen. Ik heb kanjers van vriendinnen die me geweldig steunen. Helaas heeft niet iedereen zo veel begrip, sommige mensen snappen niet dat ik vaak moe ben en daardoor weleens afspraken moet afzeggen. Anderen maken beloftes, waar uiteindelijk niets van terechtkomt. Pijnlijk, maar je leert zo wie je echte vrienden zijn.

Onbekenden kunnen ook wel eens raar naar me staren, bijvoorbeeld als ik op een invalideplek parkeer. Dan roep ik altijd: ‘Kun je het zien, wil je soms een foto van me maken?’ Mij maak je niet gek. Hoe lang ik nog heb, is niet duidelijk. Maar het gaat helaas sneller dan ik in het begin nog hoopte. Ik heb uitval in mijn longen, mijn rug en mijn gezicht. En ik ben bang dat mijn ziekte over zal gaan in ALS; de spasmes die daar een teken van zijn, meen ik al te hebben. Op de een of andere manier heb ik iets met het getal 28. Ik vermoed dat ik op die leeftijd zal sterven.

Ondanks dit alles wilden mijn vriend en ik heel graag zwanger worden. Daar kregen we commentaar op, soms heel fel – mensen vinden dat ik een kind dit niet mag aandoen. Maar iedereen kan over een paar jaar dood zijn. Mag ik, omdat ik wéét dat ik niet heel lang meer heb, geen kind krijgen? Het is zo makkelijk oordelen als buitenstaander. Ik wilde het ontzettend graag, een kind krijgen is mijn grootste wens. En het is het enige wat ik kan nalaten op deze wereld. Lesley zegt ook: een kind zal mij vast veel steun geven als ik jou moet missen. Mijn hele naaste omgeving steunde me erin, dus we zijn ervoor gegaan. Na een miskraam eind vorig jaar, wat erg verdrietig was, ging het de tweede keer wel goed. Ik ben uitgerekend op 9 december, ontzettend spannend allemaal. Lesley en ik zijn heel erg blij en verheugen ons erop ons kleine jongetje of meisje in onze armen te houden. We zullen het kindje alle liefde geven die we hebben. En het zal ons ongetwijfeld een hoop positieve kracht geven om door te gaan. Ik ben blij dat ik nog zo kan genieten. Even was ik bang dat mijn depressies van vroeger zouden terugkomen. Maar door alles wat ik heb meegemaakt, voel ik me juist heel sterk. Bij elk probleem denk ik: dat kan er ook nog wel bij. Mijn ziekte krijgt me er nog lang niet onder.”

Dit artikel is afkomstig uit VIVA 33. Abonnee worden of een losse editie van VIVA bestellen? Klik hieronder:

»Bestel VIVA online | Klik hier «

Het bericht Charissa (25) heeft een dodelijke spierziekte: ‘Het gaat sneller dan ik hoopte’ verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.

Viewing all 2509 articles
Browse latest View live